De koeien van boer Anton de Wit uit Reeuwijk mogen het lekker zelf weten: binnen in de stal of buiten in het weiland. Een paar zwart met witte exemplaren – blaarkoppen zijn het – hebben net de beslissing genomen om naar buiten te gaan. Verspreid in de wei staan en liggen zo’n zeventig van zijn negentig ‘meiden’ lekker te grazen en te herkauwen. „Mooi hè”, zegt hij tevreden.
Niet alle koeien hebben die keuzevrijheid. Uit deze week gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat een derde van de anderhalf miljoen Nederlandse melkkoeien in 2024 helemaal niet buiten is geweest – een stijging van 12 procent ten opzichte van een jaar eerder. Koeien die wél buiten kwamen, stonden daar veel minder uren. Dat is ondanks het in 2012 opgestelde ‘Convenant Weidegang’, het pas afgesloten convenant ‘dierwaardige veehouderij’ én stimulering vanuit de overheid. „Het is zonde”, zegt De Wit (59). „Het is beter voor land, koe én boer.”
Dat is precies wat Daniel Reisman (34), de oprichter van halsbandbedrijf Collie, ook dacht. Hij wilde de weidegang voor boeren makkelijker maken. „Want”, zegt hij terwijl hij met De Wit in de wei loopt, „koeien in de wei zijn niet alleen gelukkiger en gezonder, het is ook beter voor de biodiversiteit en zorgt voor minder stikstofuitstoot.” De koeien van De Wit hebben nu allemaal een band om van Collie. De halsbanden zijn voorzien van een trilmotor, een speaker en gps. Met de app kan De Wit virtuele paaltjes in zijn wei plaatsen – een kwestie van een puntje verslepen in de app, bevestigen, klaar. De halsbanden vertellen de koeien dan waar ze wel en niet mogen komen.
Normaal zouden fysieke paaltjes De Wit toch minstens een uur werk kosten. „Nu dertig seconden.” Dat maakt koeien in de wei laten een stuk overzichtelijker. Hij doet een paar stappen naar voren en zwaait met zijn arm. „Hier is dus het schrikdraad, maar het is er niet”, zegt hij blij. Hoewel er geen paaltjes staan, is het duidelijk tot waar de koeien op dit moment komen. Een duidelijke scheiding tekent zich af in de lengte van het gras.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/08/16171205/data136121039-9fa66e.jpg)
Fysieke paaltjes verplaatsen kost Anton de Wit minstens een uur werk. Via de Collie-app is het nu een kwestie van dertig seconden.
Walter HerfstIn de sloot
De koeien leren in een „driedaagse training” dat als de halsband gaat piepen, dat ze een stukje terug moeten. Op zijn telefoon laat hij de app zien. Een weiland met allemaal groene stipjes die koeien voorstellen. „Kijk, nu is er eentje in het rood, zie je. Dan krijgen ze een geluidssignaal te horen. Nu gaat ze weer terug, zie je, nu is het weer groen.” Van de week zag hij in de app dat één van zijn koeien in de sloot terecht was gekomen. „Die heb je er zo uit natuurlijk, geen probleem, maar het was wel fijn dat ik er zo snel bij was.”
Een mooie bijkomstigheid, maar Daniel Reisman van Collie heeft grotere belangen dan koeien in de sloot. Hij heeft, zegt hij zelf, „een vrij activistische achtergrond”. Maar op een zeker moment realiseerde hij zich dat „de wereld redden” begint bij het veranderen van het voedselsysteem. Hij wil een symbiotischer systeem, met de koeien in de wei.




In de wei van Anton de Wit lopen tientallen kippen. Zij pikken in de koeienvlaaien, waardoor de mest verspreiden over het land.
Walter Hersft„Kijk naar de samenwerking die Anton heeft gecreëerd met de kippen”, zegt hij. In de wei lopen tientallen bruine kippen. Zij pikken enthousiast naar de insecten in de koeienvlaaien en verspreiden met hun poten de mest over het land. „Dat is perfect. Als we de mens willen blijven voeden, dan hebben we boeren zoals Anton nodig. En gezonde, blije koeien.” Reisman plukt wat gras en houdt het omhoog. „Hier hebben we als mens niks aan, maar een koe kan daar melk en vlees van maken. Dat moeten we koesteren.”
Als we de mens willen blijven voeden, dan hebben we boeren zoals Anton nodig
Met Collie wil hij boeren helpen „vaker, langer en beter” te weiden. Dit is het derde jaar dat het bedrijf bestaat, er zijn nu vijftien boeren die gebruik maken van het systeem. „Tegen het einde van het jaar zitten we op duizend koeien.” De Wit was de tweede boer die met Collie ging werken: „Weidegang is altijd al een belangrijk onderdeel van mijn bedrijfsvoering geweest, nu is het alleen een stuk makkelijker.”
Denemarken achterna?
Uit onderzoek blijkt dat mensen het ook fijn vinden koeien in de wei te zien. Maar vanzelfsprekend is het niet. In Denemarken is de weidegang in een paar jaar gigantisch achteruitgelopen, zegt Reisman. „In 2000 lag het nog op 90 procent van de koeien, nu nog maar 20 tot 30 procent.” Deze periode is een kantelpunt, denkt hij. „We gaan Denemarken achterna, of we gaan Ierland achterna waar 90 procent buiten wél de norm is.”
Hoewel De Wit wel een kanttekening heeft bij de cijfers van afgelopen jaar. „Door blauwtong en extreme weersomstandigheden kónden koeien ook vaak niet naar buiten.” Toch lukte het hem wel om zijn dieren 3.750 uur van de frisse lucht te laten genieten. Hij hoopt dat de overheid boeren slimmer gaat stimuleren koeien in de wei te laten staan. „Maar de consument speelt ook een rol. Biologische melkkoeien móéten de wei in, dus dan weet je wat je koopt.”