Ja, de gewelddadigheden na de wedstrijd Ajax - Maccabi Tel Aviv op donderdag 7 november vorig jaar waren „explosief” en „excessief”, maar de politie had die niet kunnen voorzien en heeft adequaat opgetreden.
Twee onderzoeksinstanties komen in deze maandag gepubliceerde rapportages tot vrijwel gelijkluidende, milde conclusies over het optreden van overheidsinstanties rondom de rellen. Er worden enkele kleine kanttekeningen geplaatst, er worden leerpuntjes geformuleerd, maar in grote lijnen heeft de Amsterdamse driehoek van burgemeester, politie en Openbaar Ministerie „zorgvuldig” en „begrijpelijk” en „navolgbaar” gehandeld. Die termen worden meermaals gehanteerd door COT, het in veiligheid en crises gespecialiseerde onderzoeksbureau.
De politie heeft professioneel en met grote inzet gehandeld in een veeleisende situatie
De Inspectie van Justitie en Veiligheid, die daarnaast het optreden van politie en van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid onderzocht, concludeert in de eerste plaats: „De politie heeft professioneel en met grote inzet gehandeld in een veeleisende situatie.”
Het zijn tamelijk ingetogen oordelen, gemeten naar de grote opwinding en verontwaardiging die de nachtelijke rellen veroorzaakten, tot ver in het buitenland. Hoewel de schade die nacht beperkt bleef tot vijf gewonde Israëliërs in het ziekenhuis en de geruchten over ontvoeringen van Maccabi-supporters ongegrond bleken, was het gegeven dat relschoppers het hadden gemunt op Israëlische en „Joods veronderstelde” (aldus het COT) mensen, politiek buskruit voor de door de Gaza-oorlog verscherpte verhoudingen. Of, zoals het COT schrijft: „De dynamiek in de stad was er een van tegenstellingen tussen groepen.”
Lees ook
‘De politie werd verrast door de Maccabi-rellen, maar paste zich snel aan’, stelt de Inspectie Justitie en Veiligheid
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data133757513-d0fd13.jpg)
Scenario’s
Beide rapporten beschrijven uitvoerig de aanloop naar de rellen, de voorbereidingen die politie, gemeentebestuur en voetbalclub hebben getroffen. Oordeel COT: „De risico’s rondom de wedstrijd zijn door alle partijen serieus genomen.” Oordeel Inspectie: „De politie had zich grondig voorbereid op de risico’s rond de wedstrijd.” En ze voegt eraan toe: „De snelle verspreiding van geweldsoproepen via sociale media, de moeilijk te volgen verplaatsingen van relschoppers en de plotselinge escalatie van geweld leidden tot situaties die niet in […] scenario’s waren opgenomen.”
Dat roept de vraag: waren die scenario’s toereikend? Als het rond de voetbalwedstrijd Ajax - Maccabi uit de hand zou lopen dan, zo was de gedachte, zou dat gebeuren volgens scenario’s die de politie kende. Hooligans zouden elkaar in groepen te lijf kunnen gaan – of in dit geval misschien een grote groep Amsterdamse taxichauffeurs tegen een grote groep Maccabi-supporters. De Kristallnachtherdenking op diezelfde avond zou door pro-Palestinademonstranten verstoord kunnen worden, op vergelijkbare wijze als eerder dat jaar bij de opening van het Holocaustmuseum.
’s Nachts bewegen groepjes relschoppers zich op fietsen en scooters en in taxi’s razendsnel door de stad
Dat ongeregeldheden ook heel anders zouden kunnen verlopen, stond niet bij de politie op het netvlies. Dus toen kleine groepjes relschoppers om ongeveer vijf voor twaalf ’s nachts gerichte aanvallen gingen uitvoeren op Israëlische Maccabi-supporters én op „mensen die voor Joods werden aangezien” (de formulering van de Inspectie), werd de politie verrast.
Ze was niet goed toegerust op deze „flitsacties” – door de politie in een eerste persconferentie nog omschreven als „hit-and-runacties”. De mobiele eenheid is hiervoor te groot en te log. „Relschoppers bleken zich dermate bewust van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de politie, dat zij zich zo organiseerden dat op verschillende plekken tegelijkertijd incidenten plaatsvonden.”
Les van het COT: maak de politie wendbaarder met „motoren, bikes en mogelijk scooters”. De politiemacht opsplitsen in groepjes wordt genuanceerd bekeken: „Je verliest de kracht van in groepsverband optreden.”
Taxichauffeurs
De scenario’s werden opgesteld op basis van informatie die de politie verzamelde – ‘informatiegestuurd werken’, heet dat in het COT-rapport. De politie leest mee op sociale media, waar al een paar dagen voor de wedstrijd wordt gesproken over het aanvallen van de Israëlische bezoekers. Wanneer de nacht voor de wedstrijd Maccabi-supporters provocerend door de binnenstad gaan, een Palestijnse vlag van een gevel trekken, een taxichauffeur belagen en – die informatie uit het Inspectie-rapport is nieuw – met „hangsloten scooterrijders” aanvallen, escaleert de woede aan de andere kant.
De volgende dag, de wedstrijddag, leest de politie mee in besloten app-groepen van taxichauffeurs en al snel vele anderen. Daar wordt al in de ochtend opgeroepen om Israëliërs in kleine groepjes aan te vallen. Dat is woensdagnacht al een paar keer gebeurd en ook donderdagmiddag gebeurt het zeker één keer, op het Spui. De vraag is dan: waarom heeft de politie haar scenario’s niet aangepast?
Het eerste antwoord luidt dat de politie dat wel degelijk heeft gedaan. Om negen uur ’s avonds, drie uur vóór de gewelddadigheden, bespreken de autoriteiten de „hit-and-runacties” op „Joods uitziende mensen in de binnenstad” die ze verwachten.
Maar, en dit is een subtiel onderscheid met hoe het feitelijk zou gaan: „op dat moment” voorziet de politie hit-and-runacties die ze de hele dag heeft gezien en succesvol bestreden, namelijk „kleine groepjes relschoppers die te voet groepen Maccabi-supporters probeerden aan te vallen.” ’s Nachts zijn het groepjes relschoppers die zich op fietsen en scooters en in taxi’s razendsnel door de stad bewegen en ook buiten de binnenstad Israëliërs aanvallen die op weg zijn naar hun hotels.
Risico’s
Bij het tweede antwoord lopen de opvattingen en daarmee ook de aanbevelingen van COT en Inspectie uiteen. Ze stellen allebei vast dat de politie worstelde met de hoeveelheid informatie die ze online over zich heen kreeg. Op sociale media verdrinkt de serieuze informatie in een zee van flauwekul, geruchten en stoerdoenerij.
Maar in hun conclusies en aanbevelingen nemen ze elk een andere afslag. De Inspectie schrijft dat „de gebeurtenissen hebben aangetoond dat een sterke informatiepositie en flexibel optreden bepalend zijn voor het beheersen van complexe situaties en effectieve aanpak van ordeverstoringen”. Aanbeveling: „Blijf investeren in verfijning van informatieverzameling en de duiding daarvan én ontwikkeling van flexibele interventiestrategieën.”
Het COT schrijft: „De informatieoverload maakt het ingewikkelder om informatie te fileren en te duiden.” Zijn aanbeveling luidt: vaar niet blind op steeds minder betrouwbare informatie. Stel je scenario’s niet louter op basis van informatie op, dan loop je altijd achter op de werkelijkheid: maak scenario’s aan de hand van risico-inschatting.
Op sociale media verdrinkt de serieuze informatie in een zee van flauwekul, geruchten en stoerdoenerij
Dat is een essentieel verschil. En de vraag is of bij het ‘risicogestuurd werken’, dat het COT bepleit, het door de driehoek gehanteerde motto „Amsterdam is van ons allemaal en de rechtsstaat is er voor iedereen”, nog houdbaar is. In ander woorden, of de repressie vóórdat een situatie is geëscaleerd dan niet veel zwaarder op de stad zal drukken.
En dan nog is de vraag: zou dat incidenten als deze voorkomen? Daar hebben beide onderzoeken weer een gelijkluidend antwoord op. Het COT schrijft: „We kunnen helaas onmogelijk uitsluiten dat situaties als deze zich opnieuw voordoen.” En de Inspectie schrijft: „De gebeurtenissen (maken) duidelijk dat het niet realistisch is te verwachten dat de politie onder alle omstandigheden volledig grip kan houden op snel escalerende en onvoorspelbare ontwikkelingen.”
Daar moet Amsterdam het mee doen.
Lees ook
Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/27113911/web-2712ONDreconstructie1.jpg)