Droneschieten op een vliegende koe: defensie is niet meer controversieel, blijkt bij de competitie voor militaire technologie

2 dagen geleden 5

‘Zul je altijd zien: heb je vier dozen troep mee, mis je net dat ene snoertje.” Caspar Lusink moppert terwijl hij probeert een drone aan de praat te krijgen, hurkend aan de rand van het asfalt van het voormalig militair Vliegkamp Valkenburg bij Leiden. Tegenwoordig staat het bekend als dronecentrum Unmanned Valley.

Het gevaarte met vier propellers, zo groot als een pianokruk, is een prototype van een interceptordrone, een kleine, snelle drone die Russische Shahed-aanvalsdrones uit de lucht kan schieten. De Shahed-136 is de deltavormige vliegende bom van Iraans ontwerp waarvan Rusland er elke nacht honderden op Oekraïne afstuurt. Samen met een Oekraïense interceptorproducent werkt Lusinks start-up Trusk Tech aan software voor zulke interceptors.

„Meestal sturen ervaren FPV-dronepiloten interceptors aan. Door de camera van de interceptor zien zij wat de drone ziet. Maar zulke piloten zijn schaars. Wij willen het raken van de Shahed automatiseren”, heeft Lusink eerder uitgelegd.

Trusk Tech is één van de veertien teams die meedoen aan een hackathon, een ‘georganiseerd door Teams van techneuten waren van vrijdag tot en met zondag bijeen om onder hoge druk ideeën te ontwikkelen voor ruimtevaart en luchtverdediging.

Technische problemen

Voor de winnaar lag er 3.000 euro, hulp bij verdere ontwikkeling van het idee en deelname aan een volgende wedstrijd met de winnaars van zeven parallelle hackathons in andere Europese landen. Organisator daarvan is Eudis, onderdeel van het European Defence Fund (EDF), die kleine bedrijven en start-ups stimuleert om nieuwe defensietechnologie te ontwikkelen. Lang waren defensie-investeringen controversieel, en zijn budgetten ervoor snel gegroeid. Eudis heeft dit jaar 336,6 miljoen euro beschikbaar, deels afkomstig uit de 7,3 miljard op de begroting van het EDF.

Een professionele jury moet op de de winnaar aanwijzen, maar zover is het nog niet. De demonstratie van Lusink op de tweede dag loopt tegen technische problemen aan. Het kabeltje om de drone te programmeren, weigert dienst. Alle andere kabeltjes ook.

Team Trusk bereidt tijdens de hackathon op Unmanned Valley een proef voor met zijn interceptor.

Foto Dieuwertje Bravenboer

het wel doet, moet het algoritme aan boord de hete motor van de propelleraangedreven Shaheds met een thermische camera detecteren en er dan volautomatisch op af vliegen. Lusink: „We gebruiken geen AI, het is eigenlijk heel simpele techniek. Zeil je?” Zeilers kennen de vuistregel: als vanuit jouw schip een ander varend schip stil lijkt te staan ten opzichte van de horizon, lig je op ramkoers. De software die op basis van dit principe de achtervolging inzet, is eenvoudig. Het is vooral zaak dat die heel snel en betrouwbaar draait, zegt Lusink.

Voor de uitwerking van het idee kreeg Trusk Tech al 350.000 euro van het Innovatiefonds Noord-Holland. Met zijn collega’s is Lusink inmiddels twee keer bij de poligons in Oekraïne geweest, de testvelden voor het . „De gebruiken daar een nep-Shahed als doelwit. Die noemen ze een cow, een koe. Een van onze doelen dit weekeinde is een eigen ‘koe’ bouwen.”

Daarvoor is een forse drone met een anderhalve meter brede deltavleugel zwart gespoten. „Dan is hij minder goed zichtbaar, maar het gaat ook wel om het effect”, zegt Lusink. Aan de achterkant zijn hittestrips gemonteerd. Die worden heet en bootsen zo de Shahedmotor na.

De vliegende koe demonstreren lukt Lusink wel. Het toestel draait wijde bochten boven het asfalt. Intussen filmt hij de hete achterkant met een thermische camera. Op de beelden lichten de strips heldergeel op.

Detectie in het donker

Trusk is niet het enige team dat kampt met technische ‘uitdagingen’. „We zijn gisteren tot drie uur doorgegaan”, vertelt Benji Metz van het team van Vydar op de tweede dag, met kleine oogjes van de slaap. Deze start-up, te vinden in Delftse bedrijvenincubator Yes!Delft, werkt aan software om een gewone camera, goedkoop geproduceerd in Europa, om te bouwen tot een nachtzichtcamera voor dronedetectie in het donker.

Het doorhalen tot diep in de nacht heeft resultaat opgeleverd, toont Metz: een op het oog vrijwel zwarte, onderbelichte foto is met zijn software omgezet in een foto waarop duidelijk een drone te zien is. „We verhogen het contrast en interpoleren met hulp van AI”, legt hij uit.

De kosten van drones vormen een cruciale factor in de Russisch-Oekraïense oorlog. Shaheddrones kosten slechts enkele tienduizenden euro’s, waardoor neerhalen ervan met miljoenen kostende Patriotraketten geen houdbare optie is. Goedkope drones, grotendeels gebouwd met onderdelen uit de hobbywinkel, zijn bepalend voor de strijd, die ook voortdurend verandert. Lusink: „De innovatiecyclus gaat razendsnel: in drie weken is je drone alweer achterhaald.”

Vorige week kondigde demissionair minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) aan dat Nederland 90 miljoen euro investeert in de productie van militaire drones. Dat komt bovenop de 200 miljoen euro aan investeringen in antidronetechnologie die een week eerder bekend werd. En in 2024 kondigde Brekelmans al aan 400 miljoen euro te steken in het ‘actieplan drones’, voor de ontwikkeling van drones samen met Oekraïne.

Soldaat van Oranje

Een grote rol in de dronesector is weggelegd voor Unmanned Valley. Wat tot 2006 Vliegkamp Valkenburg was, is omgekat tot een technologiecentrum met tientallen dronebedrijven. Die lopen uiteen van startups tot luchtvaartgigant Destinus, die vorig jaar van Zwitserland naar Nederland verhuisde wegens Zwitserse exportbeperkingen op wapens. Vanaf het testterrein is ook de Dakota C47 van de buren te zien: de TheaterHangaar waar al sinds 2010 de musical Soldaat van Oranje vertoond wordt.

Team Laserify werkt in een gebouw op de voormalige militaire vliegbasis Valkenburg tijdens de hackathon aan een methode om drones met hulp van laserlicht te herkennen.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Uit de voormalige luchtmachtgebouwen zijn de technische installaties voor de Orion-patrouillevliegtuigen verwijderd. In de leeggekomen krochten vind je nu volop hoekjes waar hackathonteams zich buigen over laptops , elektronica of een half gedemonteerde drone. Onder de meestal – maar niet uitsluitend – mannelijke twintigers zijn veel Nederlandse studenten en medewerkers van startups. Deelnemers komen ook uit Spanje, Polen, Cyprus, en Oekraïne – soms vormen ze ter plekke nog een team of bedenken een plan.

„Wij willen de vorm van satellieten detecteren met hulp van laser”, zegt natuurkundige Ignacio Reyes op de eerste dag. De volgende dag is het idee alweer gemuteerd, vertelt teamgenoot Ali Azadbakht. Nu gaat het om drones detecteren met lasers. „De propellers laten terugkaatsend laserlicht flikkeren in een specifieke frequentie. Als je die frequenties kunt detecteren, kun je propellerdrones misschien eerder zien aankomen.” Het team werkt aan een proof of principle, aan een tafel vol snoertjes, elektronica en losse onderdelen. Een laser is gericht op een draaiend propellertje, een tafel verderop. De teamnaam, Laserify, wordt op het allerlaatst bedacht.

Ook al zijn veel ideeën pril, de openheid is opvallend voor de voorheen weinig loslippige defensiesector. Al zijn er grenzen. Een Oekraïens team werkt aan methode waarmee infanteristen neerschieten van FPV-drones kunnen oefenen. In Oekraïne maken kleine drones, uitgerust met een granaat, veel slachtoffers in de grey zone tussen behouden en bezet gebied. Een soldaat in het veld die een drone hoort of ziet aankomen, heeft meestal maar één kans die neer te schieten. De Oekraïners willen niet op de foto, en evenmin met de krant praten.

Waterstofballonnen

Op de derde dag presenteren ze wel hun vorderingen aan een jury, net als de andere dertien teams. Juryleden zijn onder anderen militair luchtvaartexpert James Mac Gillavry van het ministerie van Defensie, programmaleider Arnaud van Kleef van ruimte- en luchtvaartonderzoeksinstituut NLR, en Taras Matselyukh, de Oekraïense baas van het AI- en telecombedrijf OPT/NET.

De variatie in het te beoordelen aanbod is groot: er is een team dat satellieten wil beveiligen tegen hacken, en een team dat zweefvliegtuigbommen wil lanceren vanaf waterstofballonnen op kilometers hoogte. Het team Mosquito wil handenvol microdrones met kleine springstofladingen overboord kieperen vanuit een ‘nest’ onder een moederschipdrone, bijvoorbeeld om ver achter de vijandelijke linies schakelkasten van spoorwegen te saboteren.

Het team Nomad van de Leidse instrumentmakersschool LiS doet een goede poging de jury ervan te overtuigen dat ze een raket gaan ontwikkelen om satellieten naar een baan om de aarde te schieten.

En Caspar Lusink van Trusk Tech ziet uiteindelijk zijn frustraties en inspanningen beloond. Alsnog is het gelukt de drone aan de praat te krijgen, met een geleend kabeltje. De jury wijst Trusk aan als winnaar. Nummer twee is Mosquito. Vydar, van de verbeterde nachtcamerabeelden, wordt derde. De Leidse aspirant-rakettenbouwers krijgen de aanmoedigingsprijs van de Economic Board van de Duin- en Bollenstreek.

De in een weekeinde uit de grond gestampte propellerdetectie van Laserify valt buiten de prijzen, maar dat maakt Ali Azadbakht weinig uit. „It was great”, vindt hij.

Lees het hele artikel