Honderd jaar geleden werd hij geboren, in januari zal het tien jaar geleden zijn dat hij overleed: componist en dirigent Pierre Boulez. De grote vernieuwer met het kleine oeuvre bepaalde het aangezicht van de naoorlogse muziek op een manier die inmiddels bijna onvoorstelbaar lijkt. Was hij echt zo invloedrijk? Ja, dat was hij. Begin dit jaar stelde muziekjournalist Bas van Putten in deze krant de terechte vraag wat er nog van modernistische monumenten als Boulez overblijft na hun jubilea. Een laatste opleving en dan stilte? Missen we iets, als Boulez en de zijnen na hun eeuwfeest definitief in vergetelheid raken?
Ja met hoera en een huppeltje. Boulez’ naam is al bij leven verworden tot synoniem voor totemisch radicaal en niet om aan te horen piepknorkabaal – onterecht. Zelfs als liefhebber van zijn werk vergeet je soms hoe vitaal en vervoerend deze muziek is, om de simpele reden dat ze bijna nooit wordt uitgevoerd. Daarom is het zo heuglijk dat Asko|Schönberg en I SOLISTI deze dagen een kleine tour maken met een van Boulez’ meesterwerken, Répons voor ensemble, zes solisten en live elektronica, voortreffelijk geleid door dirigent Bas Wiegers.
Lees ook
Wie was Pierre Boulez? ‘Pierre Boulez wilde altijd radicaal het nieuwe’
Veelkoppige glittervulkaan
Er valt eindeloos veel te zeggen over de constructie van Répons, maar belangrijker is dat het werk zich laat ervaren als een zinnelijk, dynamisch, hypervirtuoos en volstrekt uniek klankbad. Het stuk zit onnavolgbaar ingewikkeld in elkaar (Boulez is inderdaad complex), maar in de kern is het een vraag-antwoordspel tussen ensemble, solisten en elektronica. Live elektronische geluidsbewerking is tegenwoordig eenvoudig beschikbaar als gratis apps, maar toen Boulez Répons componeerde – de voltooide versie ging in 1985 in première – was het een baanbrekend concept: na een akoestisch begin zetten solisten en elektronica in met een tintelende geste die in surround door de zaal wervelt. Het geluid verplaatst zich stotterend en vlagend, in concentrische cirkels gekruist met de wetten van het kubisme. Het is ongrijpbaar en meeslepend. Répons doet zich voor als een continue metamorfose: het is een veelkoppige glittervulkaan, een kwikzilveren draak, een vuurspuwende droom, de legende van het betoverde glockenspiel.
Tien jaar geleden was Répons te horen in de galmende Gashouder van de Westergasfabriek in Amsterdam, in het kader van het Holland Festival, door Boulez’ eigen Ensemble Intercontemporain. Dat was een evenement van jewelste, maar de uitvoering zondagavond in De Doelen in Rotterdam deed er niet voor onder. Sterker nog, de drogere zaalakoestiek verschafte het bomvolle, ingenieus in de ruimte geplaatste werk een schitterende transparantie. Met het ensemble op het podium, de zes solisten (harpist Miriam Overlach, pianisten Pauline Post en Jan Michiels, cimbalomspeler Jan Rokyta en slagwerkers Joey Marijs en Tom De Cock) eromheen op de balkons en rondom een kring van luidsprekers was de uitvoering tot in ieder verrukkelijk detail kraakhelder.
Een muziekcultuur zou wel knettergek zijn om zo’n spektakel uit het oog te verliezen. Nu Boulez net zo dood is als Mahler en Beethoven komt het erop aan.
Lees ook
Asko|Schönberg heet binnenkort ‘Het Muziek’: Waarom veranderen klassieke ensembles en festivals zo graag hun naam?
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131346457-f80370.jpg)
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data126006521-295626.jpg|https://images.nrc.nl/K4UHlytaZISR3KdLdlBzWQyFBrY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data126006521-295626.jpg|https://images.nrc.nl/nos-vuVq9g6ZYx1_QkULMgSTF8A=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data126006521-295626.jpg)
Foto Catherine Panchout / Sygma via Getty Images