Het was een zomerse dag en we gingen naar het strandje aan het einde van onze straat. Gewoon heel even, zeg maar kleinschalig. ‘We nemen alleen strandlakens mee,’ zei ik. ‘En nou ja, zonnebrandcrème,’ voegde ik eraan toe. ‘En een boek natuurlijk.’ De kinderschaar knikte.
‘O,’ ging ik verder, ‘en doe die watermeloen maar in m’n fietstas. Die is hartstikke rijp. Zo, en even een scherp mes erbij.’ De kinderen verzamelden zich in ons stadstuintje. ‘En scheppen,’ riep ik. ‘Jongens, pak even wat scheppen! En emmers! En doe ook maar een voetbal, pakken jullie die ook even? Jongens?’
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.