Kunstparadijs in bunkerlandschap: De Nollen bij Den Helder

3 uren geleden 4

Vlak langs een spoorlijn verwacht je niet echt een museum; eerder een autosloperij of een vuilnisbelt. Dat laatste was De Nollen nadat defensie het als oefenterrein met zijn vele bunkers had afgedankt. 

Totdat kunstenaar Rudi van de Wint (1942-2006), die in de omgeving van Den Helder opgroeide, in 1980 de beschikking over het gebied kreeg. Hij trok zich er terug en maakte er een alomvattend kunstwerk van. Zijn zonen Ruud en Gijs van de Wint beheren het gebied nu. 

Het terrein is te bezoeken, onder begeleiding van een gids. Tijdens de wintermaanden – van november tot maart – kun je er iedere zondag tussen 12.00 en 17.00 uur rondwandelen. Of je nu zuid-, oost-, noord- of westwaarts kijkt, overal staan metershoge beelden. 

Een vennetje is uitgegraven om een object te kunnen weerspiegelen. Veel is van roestbruin staal, het cortenstaal, waarbij de corrosie het binnenste tegen doorroesten beschermt. Andere objecten zijn omwikkeld met koper dat met zuren is bewerkt en daardoor een fascinerend kleurpalet toont.

Een wandeling door De Nollen leidt langs grote stalen sculpturen, langs bouwsels waar je van licht naar donker, via een ondergrondse toegang, weer in een lichte ruimte komt.

De Tong en Aether

Rudi van de Wint is misschien wel onze meest onbekende bekende schilder, kunstenaar. Veel van zijn grote objecten staan ons gewoon in de buitenwereld te verrassen. Langs de snelweg A6 naar Lelystad stond ‘De Tong’. Het zal zijn weg hopelijk terugvinden naar De Nollen, nu vandalistische koperdieven het al diverse malen hebben afgegraasd. 

Bekender zijn misschien wel de in elkaar overlopende kleuren van de enorme panelen die de huidige Tweede Kamer aanzien geven en laten zien dat kunst ertoe doet. De plafondschildering van paleis Noordeinde is minder makkelijk te bezichtigen, maar hoe de schilder de hemel kan weergeven, is op De Nollen in ‘Aether’ te zien. 

We lopen langs kunstwerken als ‘wenteltrap’, die niet beklommen kan worden; de ‘krul’, die eruitziet als de schil van een heel netjes geschilde appel, een stoomhuisje, dat inderdaad stoom uitblaast en een ouderwetse stoommachine zou kunnen zijn. 

Mark Rothko

Van de Wint heeft al die objecten ook niet uit de losse pols gemaakt, maar met ‘bouwtekeningen’ en voor het lassen van het staal waren ervaren lassers van de scheepswerven beschikbaar. De lasnaden, je weet dat ze er moeten zijn, zijn nauwelijks zichtbaar. De 27.000 kilo wegende ‘harmonica’ wordt bewogen door de wind. 

Dan zijn er nog de onderaardse gangen. Zo kom je bijvoorbeeld in wat de naam Aether draagt. Het is een koepel met bovenin een rond lichtvenster. Het is het laatste werk dat Rudi van de Wint maakte. 

Met de hand zijn de muren geschilderd. Veel blauw en rond het lichtvenster witte strepen omlaag. Naast het venster een aantal lenzen. Het doet sterk denken aan de Mark Rothko-kapel in Houston waar veertien zwarte monochromatische schilderijen je als het ware naar de kosmos meenemen.

De beelden horen op een of andere manier in het landschap, je wordt er stil van en kijkt gewoon naar hoe in het moment het licht valt. 

Er is voortdurend een wisselwerking tussen de kunst en de werkelijkheid, de natuur. De ervaring van het ene versterkt de ervaring van het andere. 

De kunstenaar zelf zei het al: ‘Het landschap gaat over in sculptuur, sculptuur in schildering, schildering in zonlicht en zonlicht keert weer terug naar het landschap.’

Filmmaker Gülşah Doğan maakte over Ruud en Gijs van de Wint en hoe ze De Nollen beheren, de documentaire De Wolkenfietsers – Erfenis van een droom. Deze is te zien via NPO start.

Lees het hele artikel