Negatieve rendementen voor pensioenfondsen, toch staan ze er beter voor dan een half jaar geleden: dekkingsgraad stijgt

Amsterdam - De dekkingsgraden van de grote Nederlandse pensioenfondsen zijn in het tweede kwartaal weer gestegen. Fondsen en hun deelnemers kunnen daarom voorlopig rustig ademhalen, want het kwartaal begon nog uiterst turbulent.

In april werd het pensioenfondsen nog even heet onder de voeten, toen Donald Trump met veel bombarie zijn handelstarieven voor andere landen aankondigde. Beleggers reageerden weinig positief en de koersen daalden, wat ook zijn weerslag had op pensioenfondsen. Volgens Aegon Asset Management verkeerden de dekkingsgraden in een ’vrije val’ en verloren Nederlandse fondsen samen gemiddeld 7 procentpunt van hun dekkingsgraad.

Hogere dekkingsgraden

Een paar maanden later ziet de wereld er heel anders uit. De beurs is weer bijgetrokken en de rente stijgt, waardoor pensioenfondsen weer wat ruimer in hun jasje zitten. „Omdat we door die oplopende rente minder geld opzij hoeven te zetten voor de huidige en toekomstige pensioenen én door de positieve rendementen op onze returnportefeuille (de portefeuille met risicovollere beleggingen zoals aandelen, red.), verbeterde onze financiële gezondheid opnieuw”, zegt bestuursvoorzitter Eric Uijen van PME tevreden.

Dat fonds zag de dekkingsgraad het afgelopen halfjaar stijgen met ruim 7 procentpunt, naar 120,1 procent. Ook andere grote fondsen zoals ABP (inmiddels 117,1 procent), Bpf Bouw (133,2 procent), PMT (114,8 procent) en PFZW (117,5 procent) zagen hun dekkingsgraad omhooggaan.

Vooral voor dat laatste fonds, dat de pensioenen voor zorgmedewerkers regelt, is de gestegen dekkingsgraad erg welkom. PFZW is namelijk van plan om per 1 januari 2026 als eerste grote fonds over te stappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Een hoge dekkingsgraad is dan welkom: hoe meer geld er in huis is, hoe meer er kan worden ’uitgedeeld’ op het moment van de transitie. „We liggen een half jaar voor die beoogde overstapdatum nog steeds op koers”, zegt bestuursvoorzitter Joanne Kellermann van PFZW.

Rendementen

Dát de dekkingsgraden zijn gestegen, hebben de fondsen overigens niet te danken aan rendementen op de beurs. Die zijn vooralsnog dit jaar negatief. Zo behaalde ABP tot nog toe een rendement van -2,7 procent, daalden de beleggingen van PME met 3,8 procent in waarde, ging PFZW er 4,4 procent op achteruit, behaalde PMT tot nog toe een verlies van 5,4 procent en zag Bpf Bouw de beleggingen dalen met 3,9 procent.

Fondsen hebben hierbij ook last van de Amerikaanse dollar, die in waarde daalde ten opzichte van de euro. Hierdoor worden ook Amerikaanse beleggingen minder waard voor Europese beleggers. Fondsen dekken echter een deel van dat valutarisico af, waardoor de waardedaling niet volledig doorwerkt.

De negatieve rendementen worden goedgemaakt door de rente, die in het afgelopen kwartaal steeg. Bij een hogere rente hoeven fondsen namelijk minder geld opzij te zetten voor huidige en toekomstige pensioenuitkeringen, en dan stijgt de dekkingsgraad. Daarom staan fondsen er op papier toch beter voor dan een halfjaar geleden, terwijl het belegde vermogen in diezelfde periode daalde.