Na ruim zes maanden stilzwijgen heeft Noord-Korea voor het eerst erkend dat het militairen naar Rusland heeft gestuurd om mee te vechten in de oorlog tegen Oekraïne. Het militaire comité van de Koreaanse Arbeiderspartij schrijft in een verklaring die maandag werd verspreid door het staatspersbureau KCNA dat de militairen „ongeëvenaarde moed en zelfopoffering” hebben getoond bij de „volledige bevrijding van de bezette regio Koersk” van „Oekraïense neo-nazistische bezetters”. Het bericht bevat geen details over hun aantal, hoe zij precies zijn ingezet, of over de omvang van Noord-Koreaanse verliezen. Dat er Noord-Koreanen zijn gesneuveld, erkent de verklaring wel: in de hoofdstad Pyongyang wordt binnenkort een monument opgericht voor de militairen die zijn omgekomen.
Het bericht van KCNA volgt op een verklaring van de stafchef van het Russische leger, Valeri Gerasimov. Die prees afgelopen zaterdag de „heldhaftige” Noord-Koreaanse troepen die Rusland hadden geholpen om Koersk weer in handen te krijgen. Ook de Russische president Vladimir Poetin bedankte de Noord-Koreanen maandag voor hun inzet. De Russische krant Izvestia publiceerde videobeelden waarop een training van Noord-Koreaanse militairen te zien zou zijn.
De Russische regio Koersk was sinds afgelopen zomer deels door Oekraïne bezet. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky ontkende zondag dat zijn troepen uit Koersk waren verdreven.
Verdedigingspact
Afgelopen najaar bleek uit informatie van westerse en Zuid-Koreaanse inlichtingendiensten – waaronder satellietbeelden – dat Noord-Korea naar schatting twaalfduizend militairen naar Rusland heeft gestuurd, nadat het eerder al was begonnen raketten en munitie te leveren. Later zou het nog eens enkele duizenden militairen hebben gestuurd om verliezen op te vangen. In ruil voor die steun zou Noord-Korea geld, energie, goederen en mogelijk ook toegang tot militaire technologie van Rusland krijgen.
Maar ook nadat Oekraïne in januari beelden verspreidde van interviews met twee Noord-Koreaanse krijgsgevangenen, bleef Moskou de aanwezigheid van de troepen tot afgelopen weekeinde ontkennen. Pyongyang zweeg zelfs volledig over de kwestie.
Beide landen hebben hun banden flink aangehaald sinds Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel en net als Noord-Korea strenge sancties kreeg opgelegd. Bij een bezoek van Poetin aan Pyongyang, in juni vorig jaar, sloten ze een wederzijds verdedigingspact.
In het bericht van KCNA wordt naar dat pact verwezen. De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un zou de militairen hebben uitgezonden op grond van artikel 4, dat beide landen verplicht de ander te hulp te schieten in geval van een invasie. Dat duidt erop dat Noord-Korea probeert zijn rol in de oorlog te rechtvaardigen als iets dat overeenstemt met het internationaal recht, zegt Elena Guido, onderzoeker van het Leiden Asia Center en gespecialiseerd in de relatie tussen Rusland en Noord-Korea. „Dat is interessant. Noord-Korea heeft de samenwerking met Rusland altijd gezien als een uitdaging voor de westerse hegemonie. In deze rechtvaardiging ziet het een kans te laten zien dat het een wezenlijke rol wil spelen in een andere wereldorde.” Sommige analisten verwachten dat een nieuwe ontmoeting tussen Kim en Poetin aanstaande is, bijvoorbeeld op 9 mei in Moskou, als Rusland de ‘Dag van de Overwinning’ viert.
Lees ook
‘De Noord-Koreanen die in Rusland vechten zijn ook slachtoffer van hun regime’
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128623782-55c34d.jpg)
Nationale helden
Dat Rusland de Noord-Koreaanse militaire betrokkenheid nu wel officieel erkent, heeft volgens Guido te maken met de druk van de Amerikaanse president Trump op Poetin en Zelensky om tot een vredesakkoord te komen. „Ik denk dat Poetin hiermee zelfvertrouwen wil uitstralen. Hij kan de rol van Noord-Korea inzetten bij onderhandelingen over een voor Rusland gunstig akkoord.”
Noord-Korea zou volgens Guido uit zichzelf niet het initiatief hebben genomen om zijn aanwezigheid in Koersk te bevestigen, maar het komt het bewind niet slecht uit. „Ten eerste geeft het Noord-Korea de gelegenheid om zichzelf te presenteren als machtige en relevante speler op het internationale toneel: beide landen prijzen de Noord-Koreaanse troepen en dat is goede publiciteit. Maar zonder deze erkenning zou het bovendien lastig worden om de verdwijning van [gesneuvelde] soldaten te verklaren. Ook binnen Noord-Korea hebben sommige mensen – al is het illegaal – contact met de buitenwereld, dus het begon bekend te raken dat Noord-Koreaanse militairen in Rusland waren. Dat werd een probleem voor Kim Jong-un. Maar nu kunnen de gevallenen als nationale helden worden geëerd.”