Op vakantie met een dikke pil: ’Erasmus op schoot’

4 uren geleden 1

Martin Visser © © illu

Steevast ging die tas ieder jaar mee op vakantie. Ik zie hem nog zo voor me: een bruine, leren tas. Enigszins versleten aan de randen. Er pasten misschien wel vijftien boeken in. Als we als gezin vroeger op vakantie gingen, kon deze tas niet ontbreken. E-books waren er nog lang niet, de boekentas was compact maar loodzwaar.

Wat mijn moeder las toen ik jong was, weet ik niet meer. Mijn vader stopte altijd nieuwe boeken van Alistair MacLean en Robert Ludlum in de bagage. Eventueel ook Frederick Forsyth en later Tom Clancy. Maar er moesten vooral niet te veel personages in voorkomen, mijn vader wilde lekker kunnen doorlezen en niet steeds hoeven terugbladeren, omdat hij de draad kwijt was.

’Het klinkt belachelijk: deze schrijfster lijkt niet op Bono, maar ze is mijn U2’

Vakantie en boeken waren in mijn jeugd al onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mijn vader las anders nooit, maar in de zomervakantie verslond hij er eentje per dag. Eerlijk gezegd kon hij zo’n boek de volgende dag al bijna niet meer navertellen, maar hij genoot er wel van. In zijn drukke bestaan was lezen dé manier om tot rust te komen. Ik zag hem genieten, uren- en urenlang.

’Het lezen van zo’n literaire baksteen voelt als het bingen van een goede Netflix-serie’

Vakantiekoffer

Zoveel jaar later is het voor mij niet veel anders. Tja, mijn smaak is anders, maar van het vooruitzicht van een paar dikke pillen die ik ga lezen op de camping word ik nu al blij. We nemen altijd onze cafetière mee van thuis waarmee je met heet water gloeiendhete kookkoffie maakt. Ik zie me nu al zitten voor ons vakantiehuisje in Briançon, tussen de Franse bergen: alles is nog stil, een hete zomerdag dient zich aan, ik zit met een stevig boek op schoot aan die loeisterke koffie.

’Ik liep als een docent door Berlijn, tot mijn pubers met hun ogen rolden’

In de vakantiekoffer moet minstens één dikke pil mee. Wanneer heb je daar anders de tijd voor? Een vuistdikke roman van 500 of 600 pagina’s biedt ruimte voor zijpaden, details en lange geschiedenissen. Het lezen van zo’n literaire baksteen voelt als het bingen van een goede Netflix-serie.

En soms is de dikke vakantiepil een serieus historisch werk. In Zwitserland genoot ik vorige zomer van de biografie van Erasmus door Sandra Langereis. Een prima tegenhanger voor dat boek over Luther dat ik vele zomervakanties eerder las. Het boek geeft een geweldig tijdsbeeld en heeft me veel geleerd over leven en werk van onze bekendste denker. Fascinerend om te lezen hoe Erasmus de strijd aanbond met de katholieke elite. Hij greep weer terug op de oorspronkelijke bijbelteksten en gooide overboord wat de kerk er in al die eeuwen bij verzonnen had.

Maar ik geef toe, een beetje gek was het wel. Ik met dat dikke boek op schoot op het terras, bij de koffie, bij de borrel, aan het Zwitserse bergmeer. Ik las ademloos door, 750 bladzijden lang. En na gretig doorlezen, klapte ik het boek na vijf dagen zeer voldaan dicht.

Lees het hele artikel