Vijf Gouden Kalveren had Nederlandse filmmaker Rudolf van den Berg thuis staan. Een voor zijn documentaire Sal Santen Rebel (1982), de andere vier voor speelfilms, waaronder drie boekverfilmingen: Bastille (1984, naar Leon de Winter), De avonden (1989, naar de onverfilmbaar geachte klassieker van Gerard Reve) en de Arnon Grunberg-verfilming Tirza (2010). Andere bekende films van hem zijn de Tweede Wereldoorlogfilm Süskind (2012), horrorfilm De Johnsons (1992) en de thriller Zoeken naar Eileen (1987), opnieuw naar een roman van De Winter. Naast het maken van documentaires en speelfilms werkte hij sporadisch ook voor televisie. Zo regisseerde hij enkele afleveringen van het familiedrama Oud geld (1999, naar scenario’s van Maria Goos). Zaterdag overleed hij onverwacht aan een hartstilstand. Kort voor zijn overlijden had Van den Berg net de opnames van zijn film over Spinoza afgerond.
Joodse onderwerpen
De op 6 januari 1949 geboren Van den Berg studeerde in 1975 af als politicoloog. Een jaar later debuteerde hij als documentairemaker met de poëtische film De Algerijnse tijden, over de nasleep van de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog tussen 1954 en 1962. In 1979 volgde De plaats van de vreemdeling, een onderzoek naar wat het betekent om Joods te zijn. Het was een omstreden documentaire waarvan de uitzending bijna verboden werd omdat de film antisemitisch zou zijn. Twee in de documentaire opgevoerde personen spanden een rechtszaak aan om hem te verbieden, maar daar ging de rechter niet in mee: de strekking van de film was niet tegen het bestaansrecht van de staat Israël gericht, oordeelde de rechtbank. Van den Berg maakte meerdere films over joodse onderwerpen, waaronder de al genoemde Sal Santen Rebel. Deze eigenzinnig vormgegeven documentaire gaat over de links-revolutionaire joodse auteur Sal Santen, een Trotskist die onder meer hulp verleende aan Algerijnse vrijheidsstrijders en daarvoor werd veroordeeld. In Van den Bergs film kijkt hij verbitterd terug op de verwording van zijn oude idealen.
Lees ook
‘Ik ken die angst voor de leegte’
In 1984 debuteerde Van den Berg als speelfilmmaker met Bastille, over een joodse man die geobsedeerd raakt door zijn persoonlijke geschiedenis, met vergaste ouders en een verdwenen tweelingbroer. Over zijn voorkeur voor joodse onderwerpen zei Van den Berg in 1984 in NRC: „Mijn monomane keuze voor de joodse thematiek lijkt beperkt maar het hele universum zit daarin verscholen.” Via zijn films zocht hij naar het antwoord op wat Joods-zijn was, „maar ik kom er niet achter”. Ook Gouden Kalf-winnaar Süskind (2012) gaf geen antwoord op die vraag. Deze film gaat over de voor de Joodsche Raad werkzame Walter Süskind, hoofd van de Hollandsche Schouwburg – de plek waaruit Amsterdamse Joden in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd. Süskind werkte mee met de Duitsers maar wist ook zo’n duizend joodse kinderen te redden.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134909310-cb16e3.jpg|https://images.nrc.nl/IykcaxhP3qNH0MFRXAIfYhSRkDQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134909310-cb16e3.jpg|https://images.nrc.nl/Otfg80xOuBtkF9vSrCtDg5YKfiA=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134909310-cb16e3.jpg)
Hoofdrolspeler Nyncke Beekhuyzen en Rudolf van den Berg dinsdag tijdens de opname van een scene van de oorlogsfilm Süskind. Foto Levin den Boer/ ANP
Innerlijke benauwdheid
Omdat enkele persoonlijke projecten niet doorgingen, werkte Van den Berg soms als vervanger van andere regisseurs. Dit was het geval bij De John-sons (1992), een horrorfilm die inmiddels geldt als cultklassieker. In een laat stadium raakte hij ook betrokken bij de derde verfilming van Friedrich Dürrenmatts thriller Das Versprechen, in 1996 door Van den Berg verfilmd als The Cold Light of Day. Hierin maakt een politie-inspecteur (Richard E. Grant) jacht op een kindermoordenaar, waarbij hij een klein meisje als levend lokaas gebruikt.
Hoewel deze en andere films in opdracht van anderen waren, pasten ze toch (vrij) naadloos in zijn oeuvre, vertelde hij in een interview met de Filmkrant: „De film moet een raakvlak hebben met mijn eigen fascinaties en obsessies. Door zijn innerlijke benauwdheid werd De avonden echt een film van mij. Hij gaat dan wel niet over de joodse identiteit, maar het gaat wel over onuitspreekbare innerlijke angsten en paniek. Het gevoel van: ‘O God, wat moet ik in de wereld’. Ik ben trots op De avonden, juist omdat het zo’n moeilijke film was om te maken.” NRC-recensent Joyce Roodnat vond Frits van Egters (de antiheld uit De avonden, gespeeld door Thom Hoffman) naadloos passen in Van den Bergs oeuvre dat draait om eenzame buitenstaanders op zoek naar een thuis en uiteindelijk naar zelfacceptatie.