Vijf procent lijkt nu al heilig: wat zijn de gevolgen?

4 uren geleden 1

In relatief korte tijd werd het getal een onbetwistbaar doel, een waarheid, een gegeven waar bijna niemand meer aan lijkt te twijfelen. Vijf procent. Dat deel van hun bruto binnenlands product (bbp) gaan de 32 NAVO-lidstaten uitgeven om de defensie weer op peil te brengen. De 5-procentsnorm moet ze paraat en geloofwaardig maken voor die andere vijf, van het belangrijke artikel 5 uit het NAVO-verdrag. Dat luidt: een aanval op een, is een aanval op allen.

Een fors verhoogde NAVO-norm was een eis van de Amerikaanse president Donald Trump. Gaven Europese lidstaten tijdens de Koude Oorlog nog tussen de 2,5 en 3 procent van hun bbp aan defensie uit, sinds de val van de Sovjet-Unie in 1991 zijn de defensiebestedingen van de NAVO-partners in Trumps ogen structureel achtergebleven. Te lang zou Europa zich veilig hebben gewaand, waardoor defensiebudgetten jaar op jaar daalden – het ‘vredesdividend’ dat volgens Trump ging naar zaken als de Europese verzorgingsstaat. En dat moest volgens de Amerikaanse president maar eens afgelopen zijn.

Van de afgesproken 5 procent van het bbp moet 3,5 procentpunt naar directe militaire investeringen gaan, de resterende 1,5 procentpunt mogen de lidstaten uitgeven aan gerelateerde zaken zoals cyberveiligheid en de aanleg van infrastructuur. Volgens schattingen zou het in totaal gaan om een stijging van rond de 300 miljard euro op jaarbasis.

Maar waar is die 5 procent eigenlijk op gebaseerd? Leveren al die miljarden wel op wat de NAVO ermee wil bereiken? Hoe wordt dit geld nuttig besteed – en hoe voorkom je dat je geld schept dat op zoek moet naar een bestemming?

Economen plaatsen kanttekeningen. Hun kritiek doet denken aan de beroemde uitspraak van Johan Cruijff, die in 2013 stelde dat hij nog nooit „een zak geld een goal had zien maken”. Het gaat om hoe geld besteed wordt, wilde hij ermee zeggen, niet om hoeveel er wordt uitgegeven. „Er is nog geen enkele target voor slagkracht, alleen voor de hoogte van bestedingen”, zegt Vinzenz Ziesemer, directeur van het Instituut voor Publieke Economie. „Al zouden ze het geld door de wc spoelen, dan zou Defensie nog goed bezig zijn.”

Nog maar in 2014 werd op de NAVO-top in Wales afgesproken dat alle NAVO-landen het ‘komend decennium’ hun militaire uitgaven naar 2 procent van het bruto binnenlands product zouden brengen – het percentage dat de VS toen uitgaven. Rusland had net de Krim geannexeerd.

Opzichtige vleierij

Ruim tien jaar later speelt niet alleen de Russische oorlogsdreiging mee, maar ook het reële toekomstscenario dat de VS niet vanzelfsprekend meer bereid zijn op te draaien voor de Europese veiligheid. Al kan de verhoogde norm op de NAVO-top, net als de opzichtige vleierij van NAVO-baas Mark Rutte aan het adres van Trump, ook worden gezien als manier om de VS militair betrokken te houden bij het Europese continent.

Lees ook

Van ‘Trumpfluisteraar’ tot ‘gouden deurmat’: internationale pers over ‘daddy-diplomatie’ van Rutte op NAVO-top

Trump en Rutte naast elkaar bij het begin van de NAVO-top in Den Haag deze week.

Vast staat dat de economische gevolgen van de 5 procent-norm aanzienlijk zijn. Demissionair minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) rekende in mei voor dat Nederland 16 tot 19 miljard euro per jaar extra in defensie moet investeren om de nieuwe NAVO-norm te halen. De defensie-uitgaven bij een norm van 5 procent (55 miljard euro) zijn net zo groot als de helft van de Nederlandse zorgkosten.

In de eerste jaren zullen die miljarden waarschijnlijk gevonden worden door de relatief lage Nederlandse staatsschuld te laten oplopen. Maar daarna moet een andere dekking gevonden worden. Hogere belastingen dus, of minder geld uitgeven aan zaken als woningbouw, onderwijs, klimaatbeleid of de zorg.

Voor landen als Nederland („Wij zijn schatrijk”, aldus Rutte) is dat in mindere mate een probleem. Maar voor lidstaten met minder diepe zakken weegt de hogere NAVO-norm een stuk zwaarder. Zo lag Spanje tot kort voor de top in den Haag dwars. Madrid vond dat het ook wel aan de NAVO-verplichtingen kon voldoen met 2,1 procent van het bbp en kreeg de persoonlijke toorn van Donald Trump over zich heen: „Spanje moet betalen.”

Ziesemer kan zich ergens wel vinden in de Spaanse houding. „De vraag die volgens mij veel te weinig wordt gesteld is: wat is de onderbouwing van die 3,5 of 5 procent? Iedereen snapt heus wel dat de dreiging is toegenomen, maar waarom zouden we het met 2 procent niet ook al redden?”

De NAVO-landen hoeven niet meteen te voldoen aan de 5 procent NAVO-norm. In Den Haag is afgesproken dat de bondgenoten daarvoor tot 2035 de tijd hebben. Over vier jaar wordt gekeken hoe ze ervoor staan en of ze het doel van vijf procent halen vóór 2035.

Kunnen de extra miljarden ook goed zijn voor de economie? Hoewel Rutte in zijn persconferentie opgetogen sprak over het creëren van banen en andere economische voordelen van de extra defensiebestedingen, is hoofdeconoom Marieke Blom van ING minder optimistisch. Blom ziet de hogere defensiebestedingen vooral als een hogere verzekeringspremie, niet als een boost voor de economie. „We gaan nu betalen voor iets dat we eerst niet deden. En dat zal de economie volgens mij zeer marginaal beïnvloeden.”

Blom schaart zich achter ramingen van de Europese Commissie, die het Europese bbp met slechts 0,3 tot 0,6 procent ziet groeien als direct gevolg van de toegenomen defensie-uitgaven. De Europese defensie-industrie is in omvang beperkt en kan de vele orders nu al niet aan. „We gaan die paar bedrijven dus enorm overvragen, dus zeker in het begin kun je niet anders dan importeren uit de Verenigde Staten”, aldus Blom.

‘Onderuitputting’

Daar is nu al sprake van. Van alle NAVO-lidstaten is Nederland na Montenegro het sterkst afhankelijk van Amerika: meer dan 95 procent van het zware oorlogsmaterieel dat Nederland inkoopt, is afkomstig uit de VS.

Het is volgens Blom van belang om het vrijgekomen geld zo veel mogelijk in Europa te houden. Hiervoor moet de capaciteit van de Europese defensie-industrie worden uitgebreid en moeten Europese landen samenwerken om de inkoopprijzen laag te houden. „Voer een gezamenlijk inkoopbeleid, koop het hier in Europa en produceer op een manier waarop de rest van de industrie kan profiteren van ontwikkeling en innovatie.”

Lees ook

Analyes NAVO-top: Operatie-Trump is geslaagd – maar overdreef Rutte om het de president naar zijn zin te maken?

De Amerikaanse president Donald Trump en secretaris-generaal Mark Rutte van de NAVO verschijnen woensdag voor de groepsfoto bij de NAVO-top in Den Haag. Foto Christian Hartmann / POOL / AFP

Een Nederlands voorbeeld daarvan is autofabriek VDL Nedcar in Born, waarmee het ministerie van Defensie sinds kort samenwerkt. Blom: „Als je inkoop en productie slim aanpakt, kan de negatieve impact van de extra uitgaven voor de belastingbetaler meevallen.”

Een ander probleem is dat het Defensie nú al jarenlang niet lukt om al het beschikbare geld uit te geven. ‘Onderuitputting’ in begrotingsjargon. Dit komt aan de ene kant door personeelstekort – er is wel geld voor soldij, maar tegelijkertijd zijn er nog tienduizend vacatures bij Defensie – en het gebrek aan capaciteit van de defensie-industrie.

Satellieten

Rest nog de vraag: wat hebben NAVO-landen eigenlijk nodig om Rusland effectief af te schrikken? Hiernaar doen de Brusselse denktank Bruegel en het Kiel Institute for the World Economy voortdurend onderzoek.

De Russische oorlogseconomie, die is ingericht om in dienst van defensie te produceren, zorgt ervoor dat Rusland sneller en efficiënter produceert. Om dat voordeel te doen kenteren, zo schatten de onderzoekers in, moet de huidige Europese productie van wapensystemen maar liefst met een factor vijf worden opgevoerd

Ook zijn vergaande investeringen in de voorraad (hypersonische) raketten en de Europese luchtafweer „onmisbaar”, aldus een in juni verschenen publicatie.

Guntram Wolff, hoofdonderzoeker van denktank Bruegel in Brussel, pleit daarnaast voor gezamenlijke investeringen in wat hij ‘strategische hulpmiddelen’ voor moderne oorlogsvoering noemt. „Denk aan een gezamenlijk satellietprogramma voor het verzamelen van inlichtingen”, zegt hij telefonisch. „Het zou onzinnig zijn als België en Nederland dat voor zichzelf zouden optuigen.”

In Europese hoofdsteden moet het volgens Wolff niet langer gaan over de hoogte van de percentages of mogelijke inbreuk op de soevereiniteit. „Met een gezamenlijk satellietprogramma verlies je geen soevereiniteit, je versterkt die juist, ten opzichte van de VS. Nu zit alles nog in Washington, en we hebben gezien wat er kan gebeuren als Trump dreigt Oekraïne af te koppelen van Starlink-satellieten. Er is geen Europese vervanging.”

Dit alles kan in theorie betaald worden dankzij de hogere NAVO-norm. Wel hangt daarbij veel af van hoe snel er een Europees gemeenschappelijk wapeninkoopbeleid kan komen, stelt Wolff. „En ook in modernisering van wapens zie ik nog uitdagingen. Op elk Defensieministerie hebben ze het telefoonnummer van Lockheed Martin, Rheinmetall en Leonardo. Maar kunnen ze ook met innovatieve start-ups werken en die opschalen tot grotere defensiebedrijven?”

Lees het hele artikel