We eten minder vlees, maar een trendbreuk? Nee, dat niet echt

2 dagen geleden 4

Een mijlpaal. Nederlanders eten minder vlees dan in de bijna twintig jaar ervoor. Minder dieren, minder slacht, minder beest op het bord. „De vleesindustrie is aan het doodbloeden”, . Maar loopt het echt zo’n vaart?

Eerst de cijfers. 37 kilo vlees aten Nederlanders gemiddeld in 2024, meldt Wakker Dier. De dierenwelzijnsorganisatie liet dat uitzoeken door Wageningen Social & Economic Research. De onderzoekers kijken naar het gewicht inclusief botten en dat is ongeveer het dubbele: 74,4 kilo. Dat is iets minder dan de 75,3 kilo in 2023 en vooral ook minder dan het lang is geweest: eerder waren er wel dipjes in de consumptie, maar niet eerder in bijna twintig jaar onderzoek kwam die onder de 75 kilo per persoon.

Het zijn droge cijfers, gebaseerd op slachtdata en in- en uitvoer van vlees. Naar de motivatie van mensen is niet gevraagd. Prijs zal ongetwijfeld een rol spelen: alle boodschappen zijn duurder geworden, maar vlees is nog meer in prijs gestegen dan andere levensmiddelen. Ook vegetarische kipstukjes en gehakt zijn inmiddels vaak goedkoper dan vlees.

De markt lijkt nu af te dwingen wat sommige partijen met een vleestaks hadden willen bereiken: als de prijzen maar hoog genoeg worden, gaan consumenten vanzelf minder vlees eten.

Trendbreuk?

Maar dat de vleesindustrie doodbloedt? Hans Dagevos is al sinds de eerste meting betrokken bij het Wageningse onderzoek. Hij kijkt naar het vleesverbruik door de jaren heen en zegt: „Ja, er is een dalende trend, maar de verschillen zijn nog steeds klein.” Dagevos reageert dan ook wat koeltjes als je over mijlpalen of trendbreuken begint. 37 kilo vlees zonder bot per jaar, dat is nog steeds veel meer dan goed is voor de gezondheid van mens en planeet.

Het advies van de Gezondheidsraad is: maximaal 500 gram per week, waarvan niet meer dan 300 gram rood vlees – rund, varken en lamsvlees. Met ruim 700 gram per week gaat de gemiddelde Nederlander daar duidelijk overheen, en dan bestaat het grootste deel ook nog uit varken en rund.

Nog veel verder is de huidige consumptie verwijderd van het eetpatroon dat een internationaal onderzoeksteam onlangs nogmaals voorstelde: om de hele wereldbevolking in 2050 te voeden zonder de planeet te verwoesten, moet de vleesconsumptie nog veel verder omlaag. Dan mag het niet meer zijn dan 315 gram vlees per week, volgens de EAT Lancet-commissie.

Toch begint zich iets van een trend zich af te tekenen. In 2020 en 2021 kon corona nog als hoofdoorzaak worden aangewezen voor de : het aanbod van vlees was immers ook beperkt toen de restaurants gesloten waren. Maar na vijf jaar, met een kleine opleving in 2023, lijkt de dalende trend zich toch echt te bestendigen. Weliswaar eten mensen wél meer (gezondere) kip dan voorgaande jaren maar rund en vooral varkensvlees liggen minder vaak, of in kleinere porties, op het bord. Ook Dagevos zegt: „Ik zie dat niet zo snel weer terugveren.”

Flexitariërs en hybride vlees

Het zijn allemaal gemiddelden en het zegt weinig over het eetgedrag van individuen. Een paar procent van de Nederlanders eet helemaal geen vlees, een kleine groep eet het liefst drie keer per dag, de hele week vlees. Daartussen zit een grote groep flexitariërs.

Met die groep, zag Dagevos al eerder, is iets geks aan de hand. Er zijn steeds meer mensen die zichzelf flexitariër noemen, maar de invulling verwatert een beetje. Meer vervangers betekent nog niet minder vlees. Veel mensen hebben waarschijnlijk de neiging hun dagje zonder vlees te compenseren. De ene dag een kaasschnitzel, de volgende dag een extra dikke biefstuk.

Toch zal een substantieel lagere vleesconsumptie in Nederland van die grote middengroep moeten komen. : hybride blijkt de nieuwe weg. Gehakt met 40 procent erwteneiwit, chipolataworstjes waar nog maar 83 procent rund in zit en verder tuinbonenmeel, of hamburgers met bijna een kwart suikerbietenvezel. Het geloof in honderd procent plantaardige vervangers ebt kennelijk weg, maar vlees met een beetje plant, dat qua smaak, prijs en gemak niet onderdoet voor het echte ding, kan de mens helpen om iets te minderen.

Dagevos doet hier nu onderzoek naar: hoe consumenten naar deze mixproducten kijken, of die gaan helpen om de vleesberg echt te laten slinken. Vijftien jaar geleden is het ook al eens geprobeerd, en verdwenen de hybrides weer. „Misschien was het te vroeg en slaat het nu wel aan.”

Je kunt zeggen: alle beetjes helpen. Maar aan de andere kant is het erwtenmeel misschien de schaamlap waarmee de supermarkt en consument de vleesconsumptie overeind houden. Dagevos: „Het is wel een kleiner stapje dan helemaal plantaardig.”

Wakker Dier brengt de iets lagere vleesconsumptie als een mijlpaal. Ze weten dat de daling bescheiden is, maar om de karavaan in beweging te krijgen, moet je kleine successen vieren.

Het doel van de dierenwelzijnsorganisatie is: minder dieren in de veehouderij. In Nederland gebeurt dat al, de rundveestapel krimpt al tien jaar en voor het eerst sinds 1979 kwam het aantal varkens dit jaar onder de 10 miljoen. De vleesprijzen zullen mede daardoor de komende jaren alleen maar stijgen.

Of de duikvlucht dan echt komt, zoals Wakker Dier hoopt, is de vraag. Consumenten kunnen ook nog uitwijken naar goedkopere vleesvarianten. De vleesindustrie slankt misschien wat af, maar bloedt nog lang niet dood.

Lees het hele artikel