‘Is er bij jullie in Nederland ook zo’n therapie-epidemie?” Ons videogesprek is nog maar een paar minuten bezig als Gitta Jacob de vraag stelt. Zojuist heeft ze geschetst hoe bij haar in Duitsland vrijwel iedereen tegenwoordig naar de psycholoog gaat en daar ook vrijuit over spreekt. „Net zoals je zou praten over een bezoekje aan de kapper.” Of, zoals ze in haar nieuwe boek Uit je schaduw schrijft: psychische problemen vormen geen taboe meer.
Hoe mooi het ook is dat het stigma verdwijnt, toch ziet Jacob ook een keerzijde. „Het lijkt bijna je sociale status te verhogen als je een psycholoog bezoekt. Therapie lijkt bovendien een vrijbrief om maar niets aan jezelf te hoeven veranderen: dit-en-dat is mijn jeugdtrauma, ik bén nu eenmaal zo. En daar wil ik me tegen uitspreken. Want voor elke positieve verandering is ook eigen inzet nodig. Great things never came from comfortzones.”
Vooropgesteld: Jacob is niet tegen therapie. Sterker nog, ze is in eigen land een bekende psycholoog en lanceerde onlangs nog haar eigen podcast Im Psychotop. En het boek Patronen doorbreken, dat ze samen met Hannie van Genderen en Laura Seebauer schreef, heeft met onderbrekingen tussen 2020 en 2023 maar liefst 86 weken in de CPNB Bestseller 60 gestaan. Kortom: de kans is aanzienlijk dat u iemand kent bij wie Gitta Jacob al jaren in de boekenkast staat.
Aan de basis van haar werk liggen opvattingen uit de schematherapie ten grondslag. Het uitgangspunt is eenvoudig: als mensen hebben we allemaal hardnekkige, belemmerende gedragspatronen die al ontstaan zijn in onze vroege jeugd. Door bepaalde situaties kunnen die patronen worden getriggerd, waarbij we in een bepaalde ‘modus’ schieten. Die van het kwetsbare kind bijvoorbeeld: dan voelt iemand zich bang, verdrietig, hulpeloos. Of die van de veeleisende ouder: ‘het kan altijd beter’. Weer een ander, de vermijder, gaat confrontaties en moeilijke gesprekken uit de weg.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/02144226/131225WET_2019389391_GittaJacobHP.jpg)
Psychotherapeut Gitta Jacob, bekend van haar bestseller ‘Patronen doorbreken’, thuis in Hamburg, Duitsland.
Foto Maria FeckPsychologische aandoeningen worden opgerekt tot containerbegrippen waarin iedereen zich wel herkent
Gitta Jacob
Ik heb Patronen doorbreken zelf ook gelezen en ik moet zeggen: ik herken een hoop.
„Ja, en dat is logisch natuurlijk, we hebben allemaal patronen. Maar dat betekent nog niet dat we daarom meteen allemaal naar de psycholoog moeten. Net zo min duidt elke rotbui op een depressie, is elke vervelende ervaring een trauma of betekent elke vergeten sleutel dat je adhd hebt. Toch zie je nu dat, mede dankzij sociale media, psychologische aandoeningen worden opgerekt tot containerbegrippen waarin iedereen zich wel herkent.”
Met als gevolg een stormloop op de zorg?
„Ja, en steeds meer mensen die zich ziekmelden vanwege psychische problemen. En daar zitten heus ook serieuze gevallen tussen. Maar vaak denk ik ook: jij zou meer baat hebben bij goed slapen en twee keer per week hardlopen. Bovendien loop je het risico dat mensen te lang blijven hangen in therapie, met het idee: ‘De therapeut zal mij wel fiksen.’ Maar dat is wishful thinking. Uiteindelijk moet je toch zelf je verantwoordelijkheid nemen.”
Lees ook
Therapie is flink aanpoten, volgens deze waardevolle TikTok-psycholoog
Wanneer weet je: genoeg is genoeg?
„Als je weinig nieuwe inzichten meer opdoet tijdens therapie, als je jezelf steeds vaker hoort zeggen ‘dat weet ik al’. Of als er conditionering dreigt te ontstaan. Zo schrijf ik in Uit je schaduw over een cliënte die haar kwetsbare-kind-modus meer de ruimte wilde geven. Tijdens onze sessies zat ze in een comfortabele leunstoel en troostte ik haar. Maar algauw raakte ze daaraan zo gewend dat ze, zodra ze mijn kamer binnenkwam, direct op die stoel neerzeeg en begon te huilen. Het was een hele klus om die pavlovreactie te ontkoppelen.
„Op een nascholing voor psychologen sprak ik eens een collega die jarenlang in therapie was geweest vanwege haar moeder. Ze vertelde dat ze zó geconditioneerd was dat ze het woord ‘moeder’ niet meer kon uitspreken zonder te huilen. En inderdaad, ze had het nog niet gezegd of haar ogen begonnen te tranen. Dan is de therapie het doel duidelijk voorbijgeschoten.”
Waarom is het zo aanlokkelijk om over psychologische problemen te praten?
„Daar zijn diverse redenen voor. Praten over persoonlijke problematiek kan verbindend aanvoelen: je hebt algauw een gemene deler, want iederéén heeft wel belemmerende patronen. Een gezamenlijke hobby opbouwen kost meer energie. Vroeger gingen mensen naar de kerk of naar voetbal, nu is er groepstherapie. En soms kan het best lekker aanvoelen om even in je eigen emoties te mogen leunen en niet altijd die verstandige volwassene te hoeven zijn. Wie lijdt wordt bovendien vaak ontzien: als jij liefdesverdriet hebt, is je omgeving vaak begripvol. Zeker in een maatschappij waar we de lat steeds zo hoog leggen kan het fijn zijn om even te mogen leunen op een ander.”
U was, in de jaren negentig, een van de eersten die zich bezighielden met schematherapie. Wat was destijds de aanleiding?
„In die tijd werkte ik met patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Die bleken veel baat te hebben bij schematherapie, toen net ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Jeffrey Young. Vervolgens heb ik me samen met mijn Nederlandse collega Arnoud Arntz verdiept in schematherapie voor deze doelgroep.
„Maar de laatste jaren wordt het veel breder ingezet. Ik snap het wel: het is interactiever, afwisselender dan cognitieve therapie, het voelt aantrekkelijk en net als bij een horoscoop is er altijd wel een modus waar je je in herkent. Alleen: het is nogal zwaar geschut. Veel mensen zouden ook al gebaat zijn met een paar technieken uit de schematherapie in plaats van met de hele riedel.”
Na een korte stilte: „Ik zeg dit dus als schematherapeut. Want al geef ik zelf geen therapie meer tegenwoordig, ik voel me nog steeds onderdeel van de community. Ik heb boeken geschreven over het innerlijke kind, lesmateriaal ontwikkeld, onderzoek gedaan – ik zie het belang van schematherapie. Maar dat betekent niet dat iederéén het nodig heeft.”
Lees ook
Op hersenscans is te zien welke vormen van depressie en angststoornis er zijn
Voor ‘Uit je schaduw’ werkte u samen met een survivalexpert. Waarom?
„Johanna Hombergs is een goede vriendin van mij. Ze is vanuit haar werk als psycholoog inderdaad survivaltrainingen gaan geven en wat ik daar zo interessant aan vind is dat ze je daarmee stimuleert om steeds verder buiten je comfortzone te treden. Om te kunnen overleven in de wildernis heb je een sterke gezonde volwassene nodig – ook een modus uit de schematherapie. Als jij op trektocht bent, mag je wel klagen dat er muggen zijn of dat het regent, maar je moet dóór, je kunt niet bij de pakken neer gaan zitten.
„De oefeningen van Johanna die ik in het boek heb opgenomen zorgen ervoor dat je mentaal weerbaar bent. Ze helpen je om een powermindset te creëren. Sowieso hebben mentale en fysieke weerbaarheid veel met elkaar te maken. Daarom ga ik ook zo uitgebreid in op het belang van lichaamsbeweging en goede voeding. En soms helpt een beetje luchtigheid ook: geef je piekergedachten bijvoorbeeld eens een raar stemmetje, dan neem je ze meteen minder serieus.”
Kun je ook doorslaan in zo’n powermindset?
„Uiteraard, dan zie je dat er perfectionisme insluipt. Te veel sporten, te strikt calorieën tellen… Alles waar te voorstaat levert stress op. Een onderdeel van de gezonde volwassene is nu juist dat je weet te doseren, dat je je gevoelens toelaat maar jezelf wanneer nodig ook een bemoedigende schop onder de kont geeft. En vergeet niet: real shit feels really shitty. Als een dierbare sterft of je relatie gaat uit, dan mag je daarover somber zijn. Als jij een stevige gezonde volwassene bent, dan geef je jezelf juist de ruimte om te rouwen en heb je voldoende veerkracht om te weten dat je uiteindelijk weer door kunt.”
Is navelstaren eigenlijk besmettelijk?
„Zeker. In gesprekken met vrienden kan het soms aanlokkelijk zijn om ‘mee te klagen’, ook weer vanwege dat verbindende element. Zo kun je elkaar de put in praten. Maar ook in bredere zin zie je dat een te grote focus op psychische problemen averechts kan werken, juist omdat het navelstaren in de hand kan werken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt zelfs dat campagnes over mentale gezondheid, gericht op jongeren, soms voor een selffulfilling prophecy kunnen zorgen. Groepsgewijs piekeren we ons de put in. Andersom werkt het gelukkig ook: als jij ziet dat een vriend of vriendin blijft hangen in negatieve emoties kun je voorstellen om samen te gaan hardlopen in plaats van weer boven een kopje thee over problemen te praten.”
Of diegene uw nieuwe boek cadeau doen.
Lachend: „Uiteindelijk hoop ik natuurlijk dat de gezonde volwassene zich zo sterk ontwikkelt dat mijn boek overbodig wordt.”
De journalistieke principes van NRC






English (US) ·