De BBB-gedeputeerde die strenger wilde zijn dan het kabinet kwam tegenover boeren te staan. ‘Hoe meer natuur erbij komt, hoe minder ruimte wij krijgen’

20 uren geleden 2

Stap over het hekje van natuurgebied Willinks Weust in Winterswijk en aan je voeten ligt een afgraving waar kalk uit de aarde is gehakt. Op de achtergrond klinkt het gebrom van de Sibelco kalk- en vulstoffabriek.

Dit is zo’n plek in Nederland waar in één oogopslag te zien is hoe natuur en bedrijfsleven het met elkaar moeten rooien. De fabriek die er sinds 1932 staat en voor werkgelegenheid zorgt maar ook stikstof uitstoot, ligt pal naast een beschermd natuurgebied. Willinks Weust is een Natura 2000-gebied, via Europese wetgeving beschermd. Er zijn soortenrijke bossen, de kamsalamander leeft er, maar het is vooral bijzonder vanwege de kalkrijke bodem, met jeneverbes en graslanden vol zeldzame planten.

Verderop en eromheen ligt het land van boeren. Hun bedrijven staan onder druk, want Europese en nationale regels maken het verlagen van de stikstofuitstoot onontkoombaar. Er is tot nog toe nauwelijks kabinetsbeleid om de wettelijke stikstofdoelen voor 2030 te halen. Provincies zien hoe Nederland daardoor op slot zit, en nemen – vaak onder verantwoordelijkheid van de BoerBurgerBeweging (BBB), die in bijna alle provincies meebestuurt – steeds vaker zélf maatregelen.

We hebben meegedacht en nu worden wij als het probleem gezien

Gelderland heeft van alle provincies het grootste landoppervlak aan Natura 2000-gebieden, de Veluwe voorop. BBB-gedeputeerde Ans Mol trok in maart de aandacht: ze kwam met eigen plannen, nog eerder dan het kabinet en bovendien strenger dan de ideeën waarmee de minister later zou komen.

Zo overweegt het demissionaire kabinet ‘bufferzones’ in te stellen van 250 meter rond stikstofgevoelige natuur. Gelderland koerst op ‘stikstofstroken’ van vijfhonderd meter rond vier kwetsbare natuurgebieden: de Veluwe (veruit de grootste), de Landgoederen Brummen bij Zutphen, en twee gebieden rond Winterswijk.

De uitstoot in die gebieden zou op termijn met 60 tot 70 procent moeten dalen. Voor 350 (boeren)bedrijven lijken verduurzamen, verplaatsen, krimpen of stoppen de opties. Sindsdien staat gedeputeerde Ans Mol voor een ingewikkelde taak: luisteren naar mensen die zich verzetten én maatregelen doorzetten. Kan dat wel tegelijk?

Zo toont zich in Gelderland, waar ongeveer de helft van alle stikstofgevoelige natuur in Nederland ligt, de worsteling die bestuurders – zeker als ze van de BBB zijn – moeten aangaan met stikstof. Een stapje vooruit, dan weer eentje terug, de toon ferm maar niet te hard, praten, uitstellen, emoties bedwingen en respecteren en tegelijk doen wat de wet vraagt.

Coulisselandschap

In de vergaderzaal van kalkfabriek Sibelco zitten locatiemanager Gerard ten Dolle (63) en melkveehouder Stefan te Selle (41), die een eind verderop een boerderij heeft. Allebei zijn ze opgegroeid in Winterswijk, ze kennen elkaar al lang: Ten Dolle was ooit jeugdleider van het voetbalteam waar Te Selle in speelde.

Ze vertellen enthousiast over het bijzondere coulisselandschap met de kleine percelen die worden gescheiden door heggen, houtwallen en muurtjes. En ook over de beschermde Natura 2000-gebieden rond Winterswijk – rond twee ervan, Willinks Weust en Bekendelle, wil de provincie de bufferzones instellen, waardoor hun bedrijven waarschijnlijk onder druk komen te staan.

Melkveehouder Stefan te Selle: „We zien ons bedrijf langzaam in de verdrukking komen.”

Foto Eric Brinkhorst

Dat steekt hen. „We hebben altijd in harmonie met natuur en landschap gewerkt. Maar nu worden wij behandeld als vervuilers”, zegt Stefan te Selle. In hun ogen is in Winterswijk juist altijd samengewerkt met de provincie, de gemeente en natuurbeheerders.

Ten Dolle erkent dat de fabriek stikstof uitstoot (1,3 procent van de neerslag op Willinks Weust), maar er werken óók 75 mensen. En hij denkt mee over oplossingen. Met boeren, gemeenten, natuurbeheerders en vogelbeschermers – dit jaar bouwde een oehoe een nest in de groeve – heeft Ten Dolle afspraken gemaakt over herindeling van gebieden, zodat natuur en bedrijven genoeg ruimte zouden hebben.

Het „ergste”, vindt hij, is dat Sibelco ruim tien jaar geleden zes hectare grond verkocht aan de provincie Gelderland. In ruil daarvoor kocht het bedrijf een gebied iets verderop, om te ontwikkelen. De grond die aan de provincie werd verkocht, werd onderdeel van het beschermde natuurgebied Willinks Weust. Met die beschermde status werden de eisen voor de stikstofuitstoot ook veel strenger.

„We hebben meegedacht en nu worden wij als het probleem gezien”, zegt Ten Dolle. Te Selle: „We zien ons bedrijf langzaam in de verdrukking komen. Hoe meer natuur erbij komt, hoe minder ruimte wij krijgen.”

Lees ook

Van melkvee naar hennep: pionier tegen wil en dank

 pionier tegen wil en dank

Een bomvolle schouwburg

De onvrede onder boeren en andere ondernemers in het gebied gist al veel langer. Ruim tien jaar geleden werd in de provincie afgesproken dat er 4.273 hectare (iets minder dan 6.000 voetbalvelden) grond in Gelderland zou worden ‘omgevormd’ tot natuur. Dat kan het stikstofprobleem deels oplossen, maar het geeft boeren en ondernemers het gevoel dat ze letterlijk worden weggedrukt. Dat gevoel werd alleen maar sterker toen de provincie in maart de nieuwe plannen presenteerde.

Het sentiment werd zichtbaar toen gedeputeerde Ans Mol eind maart haar beleid kwam uitleggen in de Winterswijkse schouwburg De Storm. Boeren hadden trekkers op het plein gezet, er hingen spandoeken. Mol probeerde in de zaal uit te leggen dat ze niet anders kon dan stevige maatregelen nemen, en dat de zogenoemde stroken van vijfhonderd meter zelfs niet genoeg zijn.

Aanwezigen riepen dat het „een ramp” is, dat ze „de BBB in het zadel hebben geholpen” en nu met „deze ellende” zitten. Verniel die natuur maar, riep iemand. Toen kwam Stefan te Selle het podium op. Hij las een vlammende verklaring voor. De belangrijkste vragen van mensen, zegt hij, waren helemaal niet beantwoord. „Wat kan ik nog wel? Wat mág ik nog wel? Of wanneer? En hoe?” Te Selle vroeg mensen om te gaan staan als ze de plannen afwijzen. Dat deed bijna iedereen. Zijn laatste woorden gingen bijna verloren in een daverend applaus: „Bezint eer ge begint.”

Met maatregelen die zoveel impact hebben op bedrijven, is het niet wijs om in één keer te zeggen wat de regels zijn. Overleg is nodig

Daarna was het een tijdje stil, en voerden ten Dolle en Te Selle namens boeren en ondernemers uit de omgeving gesprekken met het provinciebestuur. Tot de provincie Gelderland begin juli weer met plannen kwam. De provincie suggereerde „denkrichtingen” voor de circa achthonderd bedrijven in de stroken in Gelderland: energiebesparing en schonere stookinstallaties voor bedrijven en zwembaden, bijvoorbeeld. Voor boeren zouden er uitstootnormen kunnen komen en betere stallen, en moet minder mest worden gebruikt. Er ligt nog niets vast, benadrukte de provincie. „Meedenken? Dat kan!”

Maar de grootste verrassing voor de boeren en ondernemers in Winterwijk: mogelijk komen daar toch géén stikstofstroken. Eerst wordt gekeken wat boeren en bedrijven sinds 2018 al hebben gedaan aan het verminderen van hun uitstoot en wordt nagedacht over nieuwe maatregelen. Als die genoeg opleveren, dan is de provincie bereid om af te zien van stroken rond Winterswijk – hoeveel ‘genoeg’ is, wil de provincie komend najaar bepalen.

Samen met het waterschap en inwoners, ondernemers, bedrijven en maatschappelijke organisaties in het gebied zal worden nagedacht over minder stikstofuitstoot en het creëren van een „welvarend platteland”. De komende twee jaar wordt gewerkt aan een plan voor het ruilen van kavels, waardoor ondernemers verder kunnen en natuurherstel wordt bevorderd.

Het is wat er al jaren gebeurt, maar dan in een nieuw jasje gestoken.

‘Perspectief’ voor de regio

Ans Mol, die ervoor kiest om vragen van NRC schriftelijk te beantwoorden, laat weten dat de nieuwe voorstellen „perspectief” bieden voor de hele regio. Ook kleine uitstoot bij mensen thuis, zoals van een barbecue of houtvuur, zou eerst aan banden gelegd worden, maar dat vindt de provincie bij nader inzien „te diep ingrijpen in de persoonlijke levens van mensen terwijl de opbrengst relatief beperkt is”.

Tegelijk staat heel veel nog niet vast. Nog altijd is niet duidelijk met welke maatregelen mensen precies te maken krijgen. Of de ‘denkrichtingen’ juridisch haalbaar zijn is niet bekend; niet of ze praktisch uitvoerbaar zijn, niet hoeveel stikstofreductie ze zouden opleveren. Mol: „Met maatregelen die zoveel impact hebben op bedrijven, is het niet wijs om in één keer te zeggen wat de regels zijn, overleg is echt nodig, daarom gaat zo’n proces stap voor stap.”

Het leidt tot een zéér langzaam proces, waarin maanden voorbij gaan waarin vrijwel geen vordering wordt gemaakt – echte besluiten zijn nog altijd nauwelijks genomen. En dat alles met een kabinet dat demissionair is en belangrijke besluiten voor zich uitschuift.

Mol, schriftelijk: „Het onderwerp is nationaal weliswaar niet controversieel verklaard, maar het is ook eerlijk om vast te stellen dat we nu van het Rijk niet genoeg helderheid kunnen verwachten over het stikstofbeleid dat op de langere termijn gevoerd gaat worden. De situatie is zo urgent dat wachten niet mogelijk is.” Zij heeft er nog vertrouwen in dat het kán, Gelderland „van het slot”.

Melkveehouder Stefan te Selle: „Ik heb het gevoel dat ze nu zeggen: we maken een pas op de plaats, we zijn te hard gegaan en we gaan weer in overleg.”

Foto Eric Brinkhorst

Melkveehouder Stefan te Selle moet „het allemaal nog zien”. Toch is hij blij dat de provincie weer wil samenwerken. „Ik heb het gevoel dat ze nu zeggen: we maken een pas op de plaats, we zijn te hard gegaan en we gaan weer in overleg.”

Maar of het snel genoeg gaat? Hij vertelt over de dierenartsenpraktijk in de buurt die gaat stoppen, omdat er te weinig toekomst in het vak zit. Te veel boeren stoppen ermee. „Wij zien al langer dat het verenigingsleven achteruit gaat, dat scholen hun klassen minder goed kunnen vullen. De hele stikstofdiscussie gaat uiteindelijk over leefbaarheid, en dat is waar mijn angst ligt: dat we hier straks niet meer goed kunnen leven met z’n allen.”

Lees ook

De melkveehouder ‘huilde, vocht en raakte geïsoleerd’ – tot het niet meer ging

De melkveehouder ‘huilde, vocht en raakte geïsoleerd’ – tot het niet meer ging
Lees het hele artikel