De campagne is echt begonnen: gokken met het landbestuur als inzet

4 uren geleden 1

Het openbare begin van een verkiezingscampagne vereist subtiel verwachtingsmanagement.

Wie in de virtuele tussenstanden zetels verliest, heeft iets nodig om de negatieve spiraal te doorbreken. Vandaar dat VVD-leider Dilan Yesilgöz zaterdag nogmaals benadrukte dat ze fout zat in de kwestie-Douwe Bob.

En wie op winst staat, moet vooral uitstralen dat de partij nog lang niet gepiekt heeft. Vandaar dat CDA-voorman Henri Bontenbal zaterdag vooral koos voor een sobere presentatie.

Evengoed werd zaterdag onderstreept dat deze campagne veel heeft van een potje pokeren – nerveus, onvoorspelbaar, blufferig, tactisch ondoorgrondelijk.

PVV-voorman Geert Wilders blijft de meest ongewisse factor. Hij bracht het kabinet ten val maar gaat niettemin op kop in de peilingen. Nu de VVD en het CDA hem als coalitiepartner uitsluiten, lijkt een terugkeer van de PVV in een kabinet nagenoeg onmogelijk.

Maar Wilders, Kamerlid sinds 1998, kent de Haagse achterommetjes. Vrijdagavond wilde hij bij de aftrap van zijn campagne in Venlo vooral overbrengen dat zijn kansen op doorregeren springlevend zijn: hij benadrukte de mogelijkheid van een minderheidskabinet.

Of het erg kansrijk is staat te bezien. Zaterdag aan het eind van de middag toonde Joost Eerdmans van JA21, ook een partij in de lift, zich sceptisch over een minderheidscoalitie: „Is dat nou het antwoord op de puinhoop?”

De anti-Wilders

CDA-leider Henri Bontenbal is in veel opzichten de anti-Wilders van deze campagne. De verwilderde politieke cultuur, die onmiskenbaar sporen heeft van de groeiende PVV-invloed in Den Haag, is in feite zijn voornaamste doelwit.

Tegenover de eindeloze conflicten en wanprestaties van de afgelopen twee jaar plaatst hij een politiek van, zoals hij zaterdag zei, „rust, reinheid en regelmaat”. Een houding waarmee hij tot nu toe een relatief groot vertrouwen bij kiezers wekt.

Lees ook

Lees ook: De burger blijft de politiek wantrouwen. Waarom is dat dit verkiezingsjaar geen thema?

Bordjes bij ‘De Straat Op’, een protestmars in Amsterdam op 24 mei tegen populisme en verdeeldheid. Foto’s Sabine Joosten/ANP

En waar Wilders de urgentie van vraagstukken benadrukt met ongeduld en radicale voorstellen, daar mag de CDA-leider in vraaggesprekken graag de Amerikaanse filosoof Reinhold Niebuhr (1892-1971) aanhalen. Hij benadrukte de valkuilen van zelfoverschatting: mensen, ook politici, moeten er altijd op berekend zijn dat ook goede intenties tot slechte resultaten kunnen leiden.

Niet zolang geleden was hij postuum een ster. In 2008 noemden de Democratische én de Republikeinse kandidaat bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen, Barack Obama en John McCain, Niebuhr als hun favoriete denker.

Maar die tijd is nogal voorbij. Donald Trump en talrijke andere wereldleiders (Xi, Poetin, Netanyahu) vertonen nu voortdurend gedrag waarvoor Niebuhr waarschuwde. En ook in die verwilderde politieke cultuur van Den Haag benadrukken veel partijen gretig de eigen voortreffelijkheid.

Zelfs nadat de coalitie vroegtijdig sneuvelde, waren gevallen coalitiepartners zelden geneigd tot bescheidenheid. De PVV deed in de eigen presentatie bijna alles voorbeeldig maar is, klaagt ze, tegengewerkt. BBB kreeg inzake stikstof weinig voor elkaar maar „levert” volgens de eigen slogan dagelijks. Zelfs nadat het demissionaire kabinet een tweede maal ten val kwam, presenteert het resterende rompkabinetje zich alsof het gewoon doorregeert.

En het is dit verlies aan politieke vormelijkheid waarvan Bontenbal profiteert. Hij is na de verkiezingen waarschijnlijk in vrijwel elke coalitie een onmisbare schakel, zodat hij de positie kan innemen die het CDA traditioneel het beste ligt.

Hij buigt niet naar links en niet naar rechts. En hij benadrukt het belang van fatsoen en verantwoordelijk gedrag.

Het plaatst het land in deze campagne op een tweesprong. Prevaleert de wil tot rigoureuze verandering, tot meer politiek conflict en een nieuwe aanval op het bestel, of „hunkert het land”, zoals Bontenbal zei, „naar normale politici”?

VVD in de nesten

Hierbij speelt mee dat de VVD zichzelf in de nesten heeft gewerkt. Yesilgöz, die in 2023 de deur naar samenwerking met Wilders heropende, hield er zaterdag aan vast dat ze Wilders uitsluit nu hij het kabinet-Schoof heeft gevloerd. Tegelijk sprak ze een voorkeur uit voor een centrumrechts kabinet.

Volgens haar is een „stabiel kabinet” met GroenLinks-PvdA onmogelijk. Niettemin sloot haar voorganger Mark Rutte regelmatig (coalitie)akkoorden met zowel PvdA als GroenLinks.

Maar in haar interpretatie wil het land al sinds Frits Bolkestein, VVD-leider in 1990-1999, centrumrechts beleid, en wordt dit juist belemmerd door linkse politieke krachten.

Feit is dat haar huidige positionering suggereert dat een centrumrechts kabinet zonder de PVV getalsmatig mogelijk is. Maar volgens de virtuele tussenstanden blijkt daar nog niets van.

Sinds 1982, het jaar dat restauratieve krachten met het kabinet-Lubbers (CDA-VVD) de progressieve dominantie in Den Haag beëindigden, regeerde de VVD 35 van de 43 jaar. Het CDA 30 jaar. De twee werden aldus bestuurlijke ruggengraat van het land.

VVD-leider Dilan Yesilgöz staat journalisten ter woord tijdens het partijcongres in Den Bosch. Foto Merlin Daleman

De positie die de VVD sinds 2023 onder Yesilgöz kiest, staat haaks op die traditie. En na zaterdag is de vrees gerechtvaardigd dat de VVD ook na de volgende verkiezingen de bestuurbaarheid van het land verder ondermijnt.

Het is bovendien in strijd met andere uitspraken van Yesilgöz. Zo zei ze zaterdag: „Hoe onbegrijpelijk het ook voor ons VVD’ers is dat partijen zomaar weglopen voor hun verantwoordelijkheid – wij staan er, en wij zullen het gaan waarmaken.”

Aldus zal ook in de VVD de vraag opspelen wat hier nou eigenlijk het plan is. Het heeft er veel van dat de partij min of meer op voorhand voor de oppositie kiest. Het is geen weglopen, maar het heeft er wel iets van.

In een verwilderde politieke cultuur liggen winst en verlies verbluffend dicht bij elkaar.

Jonge mannen en lobbyisten bij JA21

Bij JA21werden zaterdagmiddag nog wat laatste aanpassingen van het verkiezingsprogramma besproken. De partij zag twee jaar terug vlak voor de verkiezingen twee van haar Kamerleden naar BBB overstappen, en behaalde slechts één zetel.

Nu zijn de peilingen veelbelovend, en zaterdag waren opvallend veel jonge mannen op het verkiezingscongres.

De partijtop van JA21, met in het midden partijleider Joost Eerdmans, tijdens het partijcongres in Utrecht. Foto Freek van den Berg/ANP

Succes trekt, ook van lobbyisten. Want bij de bespreking van het programma meldde zich ook Jan Cees Vogelaar, eerder Kamerkandidaat voor de partij. Een man die zich al jaren opwerpt als belangenbehartiger van de agrosector en zich graag boos maakt over het stikstofbeleid.

Zo was hij in 2020 drijvende kracht achter een onderzoek dat moest bewijzen dat de agrosector in een adviesrapport van Johan Remkes een te groot aandeel in de stikstofcrisis was toegeschreven. Berekeningen die in een nokvol Nieuwspoort werden gepresenteerd toonden dit aan, Vogelaar sprak er triomfantelijk over, maar nadien bleken de berekeningen die hij bejubelde onjuist.

En zaterdag stelde hij voor de tekst van het verkiezingsprogramma van JA21 in het voordeel van de agrosector te veranderen. In het concept stond een verplichte („geborgde”) stikstofreductie als doelstelling, en Vogelaar zag dit graag geschrapt.

De partij ging er met ruim 97 procent van de stemmen mee akkoord. Als je wint heb je vrienden.

Bij NSC liep dit soort belangenbehartigers twee jaar geleden de deur ook plat. Afgelopen zaterdag in Apeldoorn debatteerde nog een klein plukje leden over het verkiezingsprogramma. Betrokken mensen die op civiele wijze het vraagstuk van de hypotheekrenteaftrek bespraken. Weinig zetels in zicht, toch de burgermoed om argumenten uit te wisselen voor een optimaal verkiezingsprogramma.

Echte betrokkenheid. En niet zonder betekenis - want in deze politieke cultuur zijn verliezers van vandaag de winnaars van morgen.

Oud-minister Caspar Veldkamp spreekt NSC-leden toe tijdens het partijcongres in Apeldoorn. Foto Bram Petraeus

Lees het hele artikel