Afgelopen zondag kreeg de Duitse Ruslandhistoricus Karl Schlögel in Frankfurt de prestigieuze Friedenspreis des Deutschen Buchhandels. Ik volgde die plechtigheid op de televisie, omdat ik de laureaat bewonder vanwege de filosofische manier waarmee hij je door de Oost-Europese, Oekraïense en Russische geschiedenis voert. Als een archeoloog ‘leest’ hij bijvoorbeeld steden, landschappen en stadsplattegronden. Zo laat hij je zien dat de meest uiteenlopende gebeurtenissen naast elkaar bestaan en het onmogelijk is een eensluidend beeld van het verleden te geven.
Meerdere keren biggelden die ochtend de tranen over mijn wangen tijdens Schlögels dankrede. Zijn woorden waren die van een gedesillusioneerd man die sinds Poetins invasie van Oekraïne in 2022 niets meer met Rusland te maken wil hebben.
Schlögel confronteerde zijn publiek er onder meer mee dat velen weliswaar vrede willen, maar weinigen voor die vrede willen vechten, waarmee hij het morele failliet van het Westen aantoonde. Ook zei hij dat Duitsland veel Rusland-Versteher telt, maar dat slechts weinigen iets van Rusland begrijpen.
In haar laudatio vertelde de Oekraïens-Duitse schrijfster Katja Petrowskaja op bewogen toon hoe ze op de dag van de Russische invasie Schlögel eenzaam en in tranen op de Berlijnse Bebelsplatz had zien staan, met een Oekraïense vlag om zich heen geslagen. Ontgoochelder kon een mens niet zijn.
Ter gelegenheid van Schlögels huldiging verscheen een bundel essays, redevoeringen en lezingen van zijn hand met de titel Auf der Sandbank der Zeit. Der Historiker als Chronist der Gegenwart. Je kunt dat boek lezen als een samenvatting van alles wat hij sinds 2022 gezegd en geschreven heeft over zowel de Russisch-Oekraïense oorlog als de voorzichtige, lafhartige houding van het Westen ten opzichte van Poetin. Ook kritiseert hij daarin niet alleen Poetin als aanstichter van die oorlog, maar verwijt hij het hele Russische volk zijn passiviteit en stilzwijgende acceptatie van dat geweld. Op zich is dat niet zo vreemd, ervaar ik ook zelf. Zo spreek ik regelmatig Russen, die nog altijd dromen van het Russische imperium.
Schlögel gaat daar tegenin. Hij voelt zich in zijn boek bijna schuldig dat hij zich zijn hele academische leven vooral op Rusland heeft gericht en Oekraïne heeft veronachtzaamd. Op de kaart was dat land tot 2022 zelfs een witte vlek voor hem. Sindsdien lost hij dat schuldgevoel in door over Oekraïne te schrijven en het land van oost naar west met zijn archeologische aanpak te bereizen.
Een van de artikelen in Auf der Sandbank der Zeit is gewijd aan het ‘poetinisme’, een door Schlögel bedachte term. Hij behandelt het als een nieuw fenomeen, dat door het populisme en de ophitsende sociale media op een ideale manier tot zijn recht komt. Niet alleen herken je er de mechanismen van het fascisme, het stalinisme en de maffia in, maar ook het voortdurende onderuit halen van de waarheid door te stellen dat iets zowel een beetje waar, als een beetje onwaar is. Precies dat bracht Katja Petrowskaja er in haar laudatio al eerder toe om te constateren dat de oorlog in Oekraïne steeds onwerkelijker wordt naarmate die langer duurt.
Volgens Schlögel is het zaaien van angst Poetins belangrijkste wapen. Daarmee wint hij het altijd waar Europa wijkt voor zijn chantagepraktijken. De wereld zij gewaarschuwd.



/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data139084420-fabcba.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24091646/241025WET_2020278092_windenergie.jpg)





English (US) ·