De leerlingen van basisschool De Speelwagen zijn allang blij dat er geen wettelijk verbod op ‘socials’ komt

4 uren geleden 1

„Ik heb geen telefoon, ik heb een Nokia”, zegt Julie (11). Ze baalt ervan, want eigenlijk telt dat ding in haar ogen niet. Je kunt er alleen mee bellen. „Als ik opgehaald moet worden.” De meiden aan haar tafel in groep 7/8 van openbare basisschool De Speelwagen in Wognum maken medelijdende geluiden.

Zij hebben allemaal wél een smartphone, alleen twee jongens nog niet. Wat ze ermee doen en welke apps erop staan, verschilt sterk. Appen mogen ze allemaal. Instagram, SnapChat en TikTok soms nog niet. Een vader wil graag met zijn 11-jarige dochter meekijken. „Dat probeerde hij vanochtend ook. Zo irritant.”

Julie krijgt op de middelbare school een smartphone, maar nu nog even niet. Dat sluit aan bij de richtlijn die het demissionaire kabinet deze dinsdag presenteerde. Die is: geef je kind vóór groep 8 geen telefoon. Begin vanaf de brugklas voorzichtig met wat chat-apps, zoals WhatsApp en Signal. En probeer ze van mogelijk verslavende sociale media af te houden tot na hun vijftiende. Na de zomer start het ministerie van Binnenlandse Zaken een publiekscampagne om de richtlijnen onder de aandacht te brengen.

Papieren werkelijkheid

„Vijftien!?” De klas vindt die leeftijdsgrens absurd. Dave (12) zou hem veel lager leggen. „Tot ongeveer vijf alleen YouTube Kids en vanaf twaalf gewoon alles.” Hij heeft ook een tijdje YouTube Kids gehad, maar dat vond hij helemaal niks. Zelfs Enzo Knol „kon daar niet mee”. Dat is ook de ervaring van Jason (13) naast hem, die het liefst filmpjes over gamen kijkt en wedstrijden Fortnite speelt. Hij heeft op TikTok gezegd dat hij 18 is om „alles te kunnen zien en liken. Anders kun je geblokkeerd worden”.

De kinderen zijn wel opgelucht dat er geen wettelijk verbod op socials komt. Anders was een groot deel van de klas al strafbaar, denken ze. Het kabinet kiest daar nadrukkelijk niet voor. Het is niet haalbaar en er is geen draagvlak voor, zegt demissionair staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport, VVD) tijdens de presentatie in Den Haag. „Een verbod is een papieren werkelijkheid. Dat is totaal niet te handhaven. Ik kan moeilijk aan elke keukentafel gaan kijken.”

Het kabinet kiest voor ontmoedigen, de Europese Commissie streng laten handhaven zodat online platformen minder verslavend worden, en voor het helpen van ouders. Want die voelen zich machteloos door de combinatie van verslavende algoritmen en sociale druk. De individuele opvoeder heeft steun ‘van boven’ nodig om opgewassen te zijn tegen de techreuzen, blijkt uit een aanzwellende roep om minimumleeftijden en smartphoneverboden.

De politiek geeft gehoor aan die behoefte aan duidelijkheid. De adviezen – geen telefoon tot aan groep 8, en tot 15 jaar geen socials – zijn losjes gebaseerd op een richtlijn die is geschreven in samenwerking met een brede waaier aan wetenschappers en na consultatie van maatschappelijke organisaties uit de gezondheids- en verslavingszorg. In die richtlijn, tegelijk met het kabinetsadvies gepubliceerd, staan die leeftijdsindicaties verwarrend genoeg níét, omdat er geen wetenschappelijke consensus over is. De betrokken wetenschappers konden zich wel vinden in 13 jaar als minimumleeftijd voor sociale media. Dat is ook de leeftijdsgrens in de gebruikersvoorwaarden van de meeste (Amerikaanse) online platformen. Die ze in de praktijk slecht handhaven.

Strenge ouder

Ina Koning schreef mee aan de richtlijn. Ze doet aan de Vrije Universiteit onder meer onderzoek naar problematisch gebruik van digitale media. „Met de richtlijn stellen we een norm”, legt ze telefonisch uit. Hij moet ouders en opvoeders handvatten geven om het gesprek over het gebruik van sociale media aan te gaan, met elkaar en met hun kinderen. „Het effect kan zijn dat meer ouders denken: wacht even, ik hoef dat niet per se toe te laten. Die zet je in hun kracht om te doen wat het beste is voor hun kind. Dat is ontzettend belangrijk voor ouders. Ze willen ook niet de enige strenge ouder zijn. Samen lukt dat veel beter.”

In de richtlijn staat ook dat ouders zelf het goede voorbeeld moeten geven. En dat ze met hun kinderen mee moeten kijken en praten over wat ze doen. Tot en met dertien jaar is dat in de regel nog te doen, vanaf hun vijftiende niet. En dat het belangrijk is dat kinderen ook andere dingen doen dan op een scherm kijken. Als ze ook veel buitenspelen en sporten, is er minder reden tot zorg.

Een verbod of wettelijk vastgelegde minimumleeftijd lost niets op, denkt ook Koning. „Dat staat veel te ver van de werkelijkheid af. Het maakt ook dat kinderen dingen stiekem gaan doen en het gesprek met ouders niet aangaan. Je wilt dat je kind naar je toe durft te komen als ze schadelijke content tegenkomen. Een verbod draagt niet bij aan gezond mediagebruik.”

Waar de wetenschappers benadrukken dat het om maatwerk gaat en dat ieder kind verschilt, komt er vanuit politiek en maatschappij vooral een roep om duidelijkheid. Welke leeftijd is verantwoord? Welke apps mogen wel, en welke niet?

Telt WhatsApp dan ook als ‘social’, wil de klas in Wognum weten. Dat zouden ze absurd vinden. „Dan kun je zelfs je oma niet meer bellen.”

Ja, het telt als social, maar de ene social is de andere niet. WhatsApp, Signal en andere apps die vooralsnog vooral bedoeld zijn om te communiceren met mensen die je al kent, zitten in de categorie sociale media die vanaf 13 jaar best zouden moeten kunnen. Ze worden in het advies overigens niet met merknaam genoemd.

Te vaag en te groot

En dat is heel verstandig, zegt Wouter van den Bos van de Universiteit van Amsterdam. Hij is universitair hoofddocent ontwikkelingspsychologie en gespecialiseerd in adolescentie. „Sociale media is een te vaag en te groot begrip om echt handvatten te geven voor beleid.” Als de ene app verboden wordt, komt er snel een andere voor in de plaats. „Als je WhatsApp bijvoorbeeld als enige uitzondert, zul je zien dat WhatsApp verandert en dingen gaat toevoegen waar markt voor is.”

Bij het opstellen van richtlijnen en beleid is het vooral zaak specifiek te zijn over wat we wel en niet willen, betoogt Van den Bos: „We willen bijvoorbeeld niet dat kinderen onder een bepaalde leeftijd contact hebben met vreemden. En geen endless scrolls [waarbij het volgende filmpje automatisch begint].” Dat zijn zaken die grotendeels via Europese wetgeving en handhaving daarvan moeten worden afgedwongen.

Lees ook

Lees ook: Sociale media verbieden lost niets op, zegt hoogleraar. ‘Kijk wat het probleem is en los dát op’

 „Kinderen vinden het heel vervelend om onverwacht geconfronteerd te worden met content die ze niet willen zien.”

Zo’n benadering laat ook ruimte voor de positieve kanten van sociale media. Die dreigen nu onder te sneeuwen, valt Van den Bos op. Er is maatschappelijke paniek over de verslavende werking van sommige platformen, maar die is vooralsnog vooral gebaseerd op anekdotische ervaringen en niet op wetenschappelijke kennis. „Data over hoe goed of slecht sociale media zijn, zijn er nog niet echt.” Hij hoopt daar de komende vijf jaar aan bij te dragen met een onderzoek waarin hij vooral kijkt naar het feitelijke gedrag op socials, niet alleen naar schermtijd.

„Een heel ruime meerderheid van de jongeren geeft aan dat sociale media voor hen meer voor- dan nadelen hebben”, benadrukt hij. Dat komt in de eerste plaats doordat het een manier is om verbinding te hebben met andere kinderen. Ze chatten vooral veel met elkaar. En soms komen ze via socials in contact met mensen die op ze lijken en bij wie ze zich beter voelen passen dan bij de mensen in hun klas of dorp.

Druk ervaren

Een beetje ontspannen door even wat leuke filmpjes te kijken is ook niet per se verkeerd. „We zien dat jongeren onder druk staan. Ze ervaren vooral druk om het goed te doen vanuit school, ouders, de maatschappij.” Socials spelen daarin een rol, maar niet de hoofdrol.

Een belangrijke positieve kant aan sociale media is dat ze interactief zijn en dat gebruikers dus ook zelf dingen maken en hun mening geven. „Het is creatiever en actiever. Televisieshows zijn veel passiever.” Van den Bos neemt YouTube als voorbeeld. Dat kan verslavend zijn, maar kan ook gebruikt worden voor wiskundebijles en andere nuttige tutorials.

De jongens van basisschool De Speelwagen gebruiken YouTube vooral om naar gamers te kijken. Dante (11) is een beetje ontstemd over de bemoeienis van politici. Dit is slecht voor de band met ouders, voorspelt hij, als die alleen maar alles afpakken. „Nu willen ze ons dus ook van socials. Wat moet ik dan doen als niemand wil spelen?”

Met medewerking van Oscar Vermeer

Lees het hele artikel