De oude pastorie in Velp geeft ouderen een reden om de deur uit te gaan. ‘Ik moet opstaan, want ik ga naar tai chi’

23 uren geleden 1

Wat een activiteit, in de oude pastorie in Velp! Stoelyoga gevolgd door vrije dans in de ochtend, dan een lunch voor twintig personen en in de middag een boekenclubje, een fysioklasje en vervolgens een open podium voor iedereen die iets kwijt wil in de staande microfoon ten overstaan van een dertigkoppig publiek. Waarna het gezelschap natafelt en een 73-jarige vrijwilligster spontaan de schouders masseert van de vergeetachtige vrouw die hier dagelijks het sjoelen ontdekt.

Ons Raadhuis, zo heet het hier. Een ontmoetingsplek slash activiteitencentrum voor 55-plussers uit Velp en omstreken. Grote huiskamer met lange tafels, een flinke keuken en in de gang het activiteitenlokaal. Het opvallende is: deze plek is niet bedacht door een welzijnsorganisatie of gemeente, maar door een dokter. Een specialist ouderengeneeskunde. Vijfentwintig ouderen hoopte Ester Bertholet (52) wekelijks te kunnen verwelkomen toen ze in 2015 haar oog had laten vallen op de leegstaande pastorie. Inmiddels tikt Ons Raadhuis driehonderd bezoekers aan per week. Alleenwonenden vooral. Weduwes. Weduwnaren. Mensen die al partnerloos waren. Het voelt als thuiskomen, zeggen ze.

Precies dat was Bertholets bedoeling. Op huisbezoek bij ouderen merkte ze: veel mensen redden zich prima. Ze hebben een zinvol leven, vrienden, familie. Maar sinds de dood van hun partner, hoorde ze van „heel veel ouderen”, voelt hun huis niet meer als thuis. „Vroeger had je dan dus bejaardentehuizen”, zegt ze. „Maar je kunt het ook anders oplossen. Een plek creëren waar mensen hun woonkamer een beetje terugvinden.” Haar initiatief trekt in de ouderenzorgsector landelijk de aandacht, tot op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan toe.

Pink Panther

Tina Helfrich (75) uit Velp komt hier al sinds 2016. Ze had in drie jaar tijd haar ouders en haar man verloren. Eenzaam voelde ze zich niet, maar een beetje structuur kwam van pas. „Zo van: ik moet opstaan, want om tien uur is er yoga of tai chi.” Ze deed ook mee aan ouderenballet. Thuis trok ze een la open en daar lagen ze: haar balletschoentjes van een halve eeuw geleden. „Roze met zo’n bandje eroverheen en ook nog zwarte voor de ritmische gymnastiek.” Ze pasten. „Maar de oefeningen waren best moeilijk. Ik heb last van artrose.”

In ‘Ons Raadhuis’ werken veel vrijwilligers maar er zijn ook betaalde medewerkers die coördinerende taken vervullen.

Foto’s Dieuwertje Bravenboer

Ze vertelde aan protestantse kerkgenoten over Ons Raadhuis en dan zeiden mensen: is het wel wat voor mij en wat doen ze daar dan allemaal? „Nou ja, en dan liepen ze hier binnen en zagen ze bekenden en zeiden ze: o, ben jij hier ook! En dan bleven ze plakken.” Mannen zijn in de minderheid – „de meesten zijn overleden” – maar Tina Helfrich sloot een vriendschap met ene Albert, die „hartstikke eenzaam” was. Ze dronken thee bij hem thuis en lazen „krantjes” in zijn tuin en lunchen deden ze altijd hier. „Die vriendschap duurde iets van vier jaar”, zegt ze. „Hij is twee jaar geleden overleden.”

Kerkgenoten liepen hier binnen, zagen bekenden. En dan bleven ze plakken

Maar nu excuseert ze zich want het is kwart over elf en de vrije dans begint. En even later staat ze in een kring met nog zes vrouwen en zwiert ze met haar armen van links naar rechts op het ritme van een wals. „Niet te snel hoor”, zegt de docent, „anders word je duizelig van het heen en weer draaien.” Op het snelle ritme van ‘Hit the Road Jack’ heffen ze zittend hun knieën en als de saxofoon het Pink Panther-deuntje speelt, sluipt Tina het hele lokaal door terwijl een vrouw gekleed in het zwart weer op haar stoel plaatsneemt. „Hernia”, zegt ze.

Lege koelkast

De activiteiten kosten los 5,50 euro en 4 euro als je een jaarbijdrage van 30 euro voldoet. Lunch kost dan 4 euro. Je kunt ook gewoon binnenvallen en een kopje koffie drinken, er staan spaarvarkentjes op de tafels om de kas te spekken. Hoofdfinancier van Ons Raadhuis is de gemeente Rheden, waar Velp toe behoort, en sommige activiteiten worden bekostigd met projectsubsidies. En er zijn veel vrijwilligers, deze vrijdag zeventien.

Video Dieuwertje Bravenboer

Wil je na drie proefactiviteiten blijven komen, dan volgt een intakegesprek met een van de betaalde medewerkers, onder wie coördinator Irma Smeenk (65). „In de intake leren we de mensen kennen. We vragen of ze alleen wonen en of we ergens rekening mee moeten houden. Dan hoor je: ik heb diabetes, ik ben vaak ziek, ik heb last van hoofdpijnaanvallen. En we vragen: wat zou je hier willen doen of misschien zelf willen opzetten? De meeste activiteiten hier komen voort uit initiatief van de ouderen zelf.”

Mensen komen via vrienden en kennissen of op aanraden van de apotheker, de psychiater, de huisarts. Of ze komen via de ouderenpraktijk van Ester Bertholet, een ander initiatief van haar. Sterker: zonder die praktijk, die zij oprichtte in 2011, was Ons Raadhuis er nooit gekomen. Voor haar praktijk neemt ze ouderen met de meeste complexe problemen over van huisartsen in Velp en Arnhem. Parkinson én somberheid. Rouw, schuldenproblematiek én dementie. „Huisartsen kunnen die complexiteit in hun tienminutenconsulten nooit overzien, weet ik uit eigen ervaring”, zegt Bertholet, die huisarts was. Een verpleegkundige en daarna een arts bezoeken de ouderen thuis, leren hen kennen, informeren naar hun medicijngebruik, vragen of ze even in hun koelkast mogen kijken. „Soms zeiden mensen dat ze elke dag héél lekker kookten. En dan opende je de deur en zag je een volstrekt lege koelkast.”

Vijfentwintig ouderen per week hoopte de oprichter van ‘Ons Raadhuis’ te verwelkomen. Dat zijn er nu wekelijks driehonderd.

Foto’s Dieuwertje Bravenboer

Bertholet smeedde voor haar ouderenpraktijk teams uit een bonte mix van disciplines die samen over de ouderen overleggen. Van medisch specialisten als de geriater en de internist tot de diëtist en de ergo- en fysiotherapeut – ja, soms sluit zelfs de kapper aan die mevrouw van 85 na een halve eeuw knippen beter kent dan alle hulpverleners tezamen. Er volgt een behandelplan op één A4’tje met haalbare doelen als ‘een lager valrisico’ en ‘minder vermoeidheid’. Na gemiddeld zeven maanden draagt het team de opgeknapte oudere over aan de huisarts.

Het concept van haar praktijk wordt ook uitgeprobeerd in Tiel, Zoetermeer en Rotterdam, waar het eveneens aanslaat. Door de aanpak gaan ouderen veel minder vaak naar het ziekenhuis én wonen ze langer thuis, in Velp gemiddeld acht maanden langer, schatten betrokken beroepskrachten.

Als huisarts hoorde ik elke dag dingen als: ik heb pijn, ik ben zo somber

Kortom, de noodzaak van Ons Raadhuis was deels Ester Bertholets eigen schuld: met haar ouderenpraktijk hield zij de weduwnaren en weduwes langer thuis. Bovendien, zo leerde ze door haar praktijk: hun problemen behoeven lang niet altijd een medisch antwoord. „Als huisarts hoorde ik elke dag dingen als: ik ben aan het afvallen, ik heb pijn, ik ben zo somber. We zijn gaan dénken dat dat áltijd medische vragen zijn. Maar yoga helpt ook tegen pijnlijke knieën. En een gezellige, wekelijkse lunch met verantwoord voedsel werkt denk ik beter dan vijf sessies bij een diëtist. Pak je meteen die eenzaamheid aan. Daar hoef je echt niet een of ander gigantisch eenzaamheidsproject voor op poten te zetten.”

Dichte mist

Lunchtijd. Jan van Nek (87) uit Arnhem neemt plaats. Tegenover hem zit zijn vriendin, Susan van der Hoeven (77). Ze ontmoetten elkaar hier, vertellen ze. Van Nek liep Ons Raadhuis binnen op advies van zijn huisarts – het was 2021, hij was net een paar jaar weduwnaar. Hij ging op vrijdagen meelunchen, zag dat Susan van der Hoeven naar het fysioklasje ging en haakte een week later aan.

Zij: „Na het klasje las hij de krant hier in de huiskamer en ik dronk een kopje koffie. Hij schoof steeds dichterbij.”

Hij: „Ik vroeg of ze een keer mee wilde wandelen. Ik hou van wandelen.”

Zij: „Ik zag dat niet zitten.”

Hij: „Toen vroeg ik haar telefoonnummer.”

Zij: „Ik gaf geen antwoord. Maar een maand of wat later vroeg hij het weer.”

Jan van Nek glimlacht.

Zij: „Toen heb ik in de gauwigheid een papiertje ergens vanaf gescheurd en ik gooide het zo over de tafel naar hem toe. Daar ben ik vanaf, dacht ik. Nou ja meteen die avond belde hij me op. Een heel verhaal had-ie. Nou, zei ik toen, ik wil wel een keer een wandeling met je maken. Zo is het gegaan.”

Hij: „Ze is bij mij van donderdag tot en met maandag. En vrijdags lunchen we hier.”

Zij: „Tien jaar is een groot verschil maar het is hoe je met elkaar omgaat. Met wederzijds respect.”

Naast Jan van Nek zit een vrouw met halflang grijs haar. Ze zwijgt de hele lunch lang en maakt met niemand contact. Naast haar de man die elke woensdagmiddag in de ‘computersoos’ ouderen digitaal wegwijs maakt. Vlak voor het begin van het open podium druppelen er nog meer mensen binnen en iedereen wordt hartelijk gegroet („Dag Simon!” „Héé Simon!”). Een amateurdichter draagt voor uit eigen werk, een oud-fysiotherapeut leest een komisch verhaaltje voor over een verhoogde toiletbril en een vrouw van in de negentig vertelt theatraal over een wandeling door Harlingen. Iedereen kijkt naar hen, behalve de man die zijn rug naar de microfoon heeft toegekeerd want hij, Leo Beuger (87), ziet alleen „dichte mist, schaduwen en schimmen”. En de stille vrouw met het grijze haar die net bij de lunch naast Jan van Nek zat, blijkt zojuist haar zwijgen te hebben verbroken. Dat zegt vrijwilliger Ietje Sans (73), die met haar man in Velp een brood- en banketzaak runde. „Ze vroeg”, zegt Sans, „of ik een appeltaart wilde bakken voor haar verjaardag.”

Video Dieuwertje Bravenboer
Lees het hele artikel