Het moet een raadselachtige tijd zijn geweest voor de deels in China, deels in Nederland werkende kunstenaar Dan Zhu (Jiangxi,1985). De afgelopen drie maanden verbleef ze als artist in residence in ‘t Oude Hof in het Bergerbos bij Bergen. Dat is een van oorsprong 17de-eeuws landgoed – nu verbouwd tot onder andere restaurant en hotel. In het Bergerbos zijn de lanen statig, met symmetrische vijverpartijen en oude beuken, kronkeleiken en naaldbomen. Op de bospaden krioelt het op de mistige vrijdagmiddag dat ik er rondloop van de wandelaars, ruiters, honden en hun bazen.
Hoe doe je inspiratie op in een omgeving die uitdrukkelijk wit is, Westers, tot op de vierkante centimeter aangeharkt en zeer bemiddeld? Dan Zhu is een dromenvanger en ook hier in Bergen heeft ze die gevangen, zo blijkt op de wat teleurstellende, want karige tentoonstelling in museum Kranenburgh verderop. Ik ken Zhu’s werk sinds haar presentaties op de Rijksakademie in Amsterdam in 2018 en 2019. Haar atelier was niet ingericht met een installatie, performance of film, maar bestond uit traditionele werken op papier aan de muur. Eén daarvan is destijds aangekocht door Stedelijk Museum Schiedam en is nu ook in Bergen te zien.
A trip to an image 3 – sparkling water (2017) is een als een sprookje opgezette tour de force in acrylverf. Over het papier, verdeeld in horizontale banen, zweven planeten met monden, oren en lippen, handen zonder armen, vingers die wijzen. Een gezicht aan de rechterkant van het papier tuit de lippen, alsof de hele voorstelling met één ademtocht kan worden opgezogen.
De fijnzinnige details, de zachte kleuren, het precieze schildergebaar en de verschillende lagen deden denken aan een kamer vol transparante gordijnen waardoor je je als kijker als in een droom een weg moest banen. Zhu’s werk was niet geëngageerd, niet rauw of hermetisch, maar zacht, meanderend, persoonlijk en toch universeel. Rondom elk werk hing de belofte dat alles kan veranderen in iets anders, dat alles mogelijk is.

‘The pretenders’, uit 2025, acryl op papier.
Beeld Dan Zhu
‘I’m not the owner of the trees’, uit 2024-2025, acryl op doek.
Beeld Tabula Rasa Gallery, BeijingVoor fijnproevers
Niet voor niets heet de tentoonstelling in museum Kranenburgh All Ends Meet, want die eindeloosheid, de transformatie van ’t één in ’t ander, het idee dat alles met elkaar te maken heeft, kenmerkt het werk van Dan Zhu nog steeds. Tijdens haar residentie in ’t Oude Hof zijn drie werken ontstaan en rondom dat werk zijn tien andere werken samengebracht in niet de prettigste ruimtes van het museum. Dan Zhu’s werk is intiem en voegt zich slecht naar doorgangsruimtes als een gang of overloop.
Zhu is een zeer productieve kunstenaar. Haar carrière is sinds het winnen van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst in 2020 langzaam maar gestaag gegroeid, met een galerie in Beijing, in Den Haag, solo’s op Art Basel Hong Kong en een paar groepstentoonstellingen binnen en buiten Nederland. Niet heel spectaculair, ze is meer iets voor fijnproevers.
Haar gebaar – zo is te zien in Kranenburgh – is zelfverzekerder geworden, met bredere kwaststreken, maar nog steeds vol intrigerende details. De mogelijkheid van een spiritueel bewustzijn dat in sluierstaartvissen, bladeren, lampionplanten, straatsteentjes en zoiets prozaïsch als een toegangskaartje kan zitten, is nog steeds een constante. Om dat spiritueel bewustzijn aan te boren en tot tekenen en schilderen te komen, zo vertelde haar galeriehouder in coronatijd, toen Zhu zelf noodgedwongen in China zat, moet ze eerst in een soort trance komen. Er moet een „fontein van beelden” in haar hoofd ontstaan, die ze „ouderloos” noemt. Dat laatste omdat de beelden geen voorgeschiedenis hebben of lijken te hebben. Ze zetten haar handen in beweging, als een organisme waar plotseling bloed door begint te stromen.
Lees ook
Galerietips: ouderloze beelden, rebels DNA in kweekvlees en de vele gedaanten van taal
Een mooi voorbeeld hiervan is het luministische The Stone Way (2025), een werk met acrylverf op doek dat is ontstaan tijdens haar residentie in het Bergerbos. Met een ragfijn penseeltje heeft Zhu een boerderijtje opgetrokken waarvan de ramen flonkeren van licht. Rondom dat boerderijtje – is het Chinees, is het Noord-Hollands? – kronkelt in groen, blauw, roomwit en beige een klinkerpad. Dat klinkerpad slingert als een serpentine om de boerderij heen, over het dak, onder de grond, in de verte. Het klinkerpatroon vormt een abstract, soms concentrisch golvend patroon dat naadloos overgaat in een zon. Het schilderij zuigt je naar binnen, neemt je mee als een wervelwind.
Hetzelfde gevoel krijg je bij het grote acrylwerk op papier Take Off and Run (2022-2023). In een toonzetting die fluctueert van bruin, naar oranje, geel en bordeauxrood rijgen tientallen tumbleweeds zich aaneen. Ze vormen een brede massa die nergens loodzwaar wordt. Daar zorgen de details voor, die je pas ziet als je met je neus op het papier staat. Aan de bovenkant verschijnen handen, met in de vingers een dunne draad. Aan die draad hangt een doorzichtige, in de wind wapperende doek. Rechtsonder, heel klein, verandert de draad in een pad waaroverheen een slak kruipt, met daarachter een slakkenhuis dat zich vertakt in tientallen draden die weer contact maken met de tumbleweeds. Dit werk herbergt alles wat Zhu kan: ze is een meesteres van het detail en van het grote gebaar. Ze brengt alles samen, ook dat wat ogenschijnlijk nooit klopt.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/12105644/121225CUL_2025054141_zhu02.jpg)
‘Take off and run’, uit 2022-2023, acryl op papier.
Beeld Tabula Rasa Gallery, Beijing


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/08122921/191225WEE_2021376241_2.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/16192817/161225VER_2027458662_ElFasherWEB.jpg)

English (US) ·