Na onderzoek van een lange reeks kindermoorden luidde in 2007 de conclusie: ‘Gezinsdrama moeilijk te voorkomen’. De diverse motieven van ‘kroostdoders’ waren, na het doorspitten van tientallen dossiers bij het Pieter Baancentrum, uitgebreid in beeld gebracht. Maar de gemene deler was: dit kon je soms wel zien aankomen, maar je kon het ook dan niet vóórkomen.
Ook in het geval met de meeste slachtoffers (2002, Roermond, zes kinderen) waren wel signalen bekend. De dader belde die avond elf keer naar de meldkamer, en riep dat ze lijkkisten konden bestellen als hij niet serieus genomen werd. Maar: hij stond bekend als een notoire amokmaker, die geregeld in dronken toestand dreigende taal uitsloeg.