De tijd stond vier microseconden stil in Boulder, Colorado

De atoomklok van het National Institute of Standards and Technology (NIST) in het Amerikaanse Boulder, Colorado loopt vier microseconden achter door een stroomstoring vorige week. Een microseconde (een miljoenste van een seconde) is in de wereld van atoomklokken een lange tijd.

De stroomstoring kwam niet onverwacht. Doordat in het gebied een storm op komst was, besloot het stroombedrijf preventief af te schakelen. Het NIST beschikt over generatoren die de stroomvoorziening in zo’n geval overnemen, maar de generator die de centrale atoomklok in het instituut van stroom voorziet had problemen.

Een atoomklok bepaalt de lengte van een seconde aan de hand van de trilling van een atoom. De klok van NIST gebruikt hiervoor het cecium-atoom (om precies te zijn de isotoop cecium-133). Waar bij traditionele slingerklokken bijvoorbeeld de temperatuur invloed heeft op hoe snel de slinger beweegt, is bij atomen de frequentie van de trilling ontzettend gelijkmatig. Door de stroomstoring is het meten ervan echter even verstoord geweest.

Tot echte problemen heeft het tijdverschil niet geleid. De meeste gebruikers van de atoomklok die zeer specifieke tijdmeting nodig hebben, zoals bepaalde laboratoria, ruimtevaartorganisaties en datacentra, kijken naar meerdere klokken. Ze waren bovendien op de hoogte gesteld van de geplande stroomonderbreking, schrijft een NIST-medewerker in een update op het forum van het instituut.

De klok van het NIST is belangrijk voor de wereldwijde tijdsbepaling, maar er zijn er meer instituten die atoomklokken herbergen. De algehele tijdsbepaling is daardoor niet in gevaar geweest. Ook binnen het NIST zijn er meerdere atoomklokken. De andere klokken draaien op andere generatoren en de centrale klok kan op basis daarvan uiteindelijk weer gelijk worden gezet.