Een lezer mailde. Hij had gelezen dat het Zwitserse elftal onlangs met 7-1 een oefenduel van een Onder 15-jongensteam had verloren. Hoe gaf ik daar „duiding aan in het bredere verband”?
Onder meer VI, AD, Het laatste nieuws en De Telegraaf berichtten over het duel. Maar vast niet zoals de lezer bedoelde. De vrouwen waren ‘met de billen bloot’ gegaan, ‘in eigen land vernederd’ en ‘massaal bespot’. Alleen Het laatste nieuws gaf wat ‘duiding’, door een Turkse international te citeren, die duels tussen vrouwen en jongens „heel demotiverend” noemde. Een jongen heeft meer spierkracht, zei ze. Dat maakt hem sneller, sterker en robuuster.
Ik moest denken aan een onderzoek uit 2019 in Frontiers in Psychology. Drie experts, onder wie de Noorse bewegingswetenschapper Arve Vorland Pedersen, ontdekten dat veel verschillen tussen mannen- en vrouwenvoetbal zijn terug te voeren op het feit dat vrouwen regels volgen die zijn toegespitst op de fysieke eigenschappen van mannen. Dat vergt veel. Zouden mannen voetballen op basis van regels die evenveel van hen vergen als ‘hun’ regels van vrouwen, dan zou de speelstijl van vrouwen en mannen meer op elkaar lijken.
Een Zwitsers wetenschapsprogramma bracht het onderzoek onlangs in praktijk. Ze lieten jongens op een veld spelen van 118 bij 76 meter, met een doel van 7.93 bij 2.64 meter, een reguliere speeltijd van 113 minuten en een bal die niet in het basketbal zou misstaan. Hun spel leek veel op dat van voetballende vrouwen. „Dit nooit weer”, zei een van hen.
„Zie de vaardigheden op het veld in relatie tot degene die ze uitvoert”, raadt Pedersen EK-kijkers aan.