Doorschuiven op de woningmarkt: ‘Je moet ouderen verleiden hun grote huis te verlaten’

1 dag geleden 1

Na een halve eeuw in hun eengezinswoning in Schagen verhuisden zeventigers Trudy en Wiebe van Huizen onlangs naar een seniorenwoning twee kilometer verderop. Ans Beerens (72) uit Tilburg verruilde haar ruime koopappartement voor een huursuite in een luxe tehuis voor ouderen. Een 85-jarige weduwnaar is tevreden met zijn Amsterdamse seniorenwoning en spreekt in de ‘dagbesteding’ twee keer per week met leeftijdsgenoten die net als hij van Turkse komaf zijn. En zestigers Peter en Rita van Hese zeiden hun Ridderkerkse eengezinshuis vaarwel en wonen nu in een ouderenhofje om de hoek.

‘Modelburgers’ zijn ze, als je het aan beleidsmakers vraagt. Modelsenioren. Want: ze maken plaats voor jongere generaties op de vastgelopen woningmarkt. En ze zijn ook nog eens gaan wonen in zogenoemde ‘levensloopbestendige’ huizen, die de kans vergroten dat ze nooit hoeven te verkassen naar een verpleeghuis, waar lange wachtlijsten voor zijn. Het zijn huizen zonder drempels, dus met een kleiner risico om te vallen. De slaapkamer is op dezelfde verdieping als de woonkamer en de badkamer, zodat ze niet naar de bovenverdieping hoeven als ze straks slecht ter been zijn. Er zijn bredere deuren waar een rollator of rolstoel doorheen kan.

Je moet gewoon tien jaar vooruitkijken

Nederland heeft te maken met ‘dubbele vergrijzing’: het aantal ouderen neemt toe en ze worden gemiddeld ook steeds ouder. De verwachting is dat er in 2030 ruim twee miljoen mensen van 75 jaar of ouder zijn (12 procent van de bevolking). In 2018 waren dat er nog zo’n 1,4 miljoen. Daarmee neemt ook de vraag naar ouderenwoningen toe.

In een vijfdelige artikelenreeks zoomt NRC in op verhuisde ouderen. Stel, je bent ‘te goed’ voor het verpleeghuis maar staat er wél voor open je oude, vertrouwde huis te verlaten: waar kun je dan zoal terecht? En, hoe bevalt de nieuwe woning?

Gat in de woningmarkt

Het grootste probleem: ouderen hebben te maken met een ‘gat’ op de woningmarkt, zeggen experts en politici. Het aloude bejaardenhuis werd tien jaar geleden grotendeels wegbezuinigd, in het verpleeghuis beland je alleen als je zeer zorgbehoevend bent; er wonen slechts 120.000 mensen en er staan ruim 20.000 ouderen op de wachtlijst. Dus blijven ouderen steken in ruime eensgezinswoningen, vanwaaruit hun kinderen al jaren geleden zijn vertrokken.

Om dat ‘gat’ te dichten en de doorstroom op de woningmarkt aan te zwengelen, presenteerde het kabinet-Rutte IV in 2022 een plan om tot en met 2030 290.000 ouderenwoningen te laten bouwen. Zowel huur als koop. Maar voortvarend loopt dat niet, concludeerde de Algemene Rekenkamer afgelopen mei. Het ontbreekt aan concrete plannen en de bouw wordt door onder meer de stikstofcrisis vertraagd.

Levensloopbestendige nieuwbouw in Schagerbrug, waar zeventigers Trudy en Wiebe van Huizen sinds deze lente een huis bewonen na 49 jaar in een Schagense eengezinswoning.

Foto John van Hamond

Los daarvan: alleen met méér huizen trek je veel 65-plussers niet over de streep. Velen zijn honkvast, wonen al tientallen jaren in hetzelfde huis, hebben er hun kinderen grootgebracht. Hun huizen zijn ingericht en aangepast naar hun smaak en woongemak, ze hechten aan het praatje met de buren, aan de wijk, het loopje naar het winkelcentrum. Van alle huishoudens van 75 jaar en ouder verhuist jaarlijks slechts 2 procent, becijferde het Economisch Instituut voor de Bouw in het rapport Ouderenhuisvesting (2024). Vergelijk dat met huishoudens tussen de 25 en 35 jaar oud: één op de vijf verhuist jaarlijks. De hypotheek van ouderen is veelal afbetaald, ze wonen dus vaak goedkoop, velen kochten hun huizen in het guldentijdperk: de prijs van een nieuw huis schrikt hen af. En een huurappartement leidt vrijwel altijd tot hogere maandlasten.

Zelfs een verslechterende gezondheid trekt ouderen niet over de streep, bleek onlangs uit een peiling van ouderenbond ANBO-PCOB. Stel, zo luidde de vraag aan ruim 3.500 thuiswonende 65-plussers, u heeft door ouderdomsklachten meer zorg nodig, u heeft geen partner en bent nog ‘te goed’ voor het verpleeghuis: wat zou u doen? Slechts een nipte meerderheid (53 procent) overwoog te verhuizen naar een appartement waar zorg op afroep beschikbaar zou zijn. 18 procent antwoordde ‘weet ik niet’ en liefst 29 procent blijft graag wonen in het eigen vertrouwde huis en doet een groter beroep op de thuiszorg. Pas als het thuis écht niet langer gaat, na weer een val of de mededeling van de thuiszorgmedewerkers dat het werk hen te zwaar wordt, trekken veel ouderen de deur achter zich dicht. Als er elders plek is, tenminste.

Vooruitkijken

Ook Ridderkerker Peter van Hese (67) keek aanvankelijk niet vooruit. Hij woonde prima in de eengezinswoning waar zijn vrouw en hij als dertigers waren introkken en de kinderen hadden grootgebracht. Voor zijn drie jaar jongere broer Fred, een paar straten verderop, waren de kaarten anders geschud. Zijn vrouw kampt met MS en liep steeds stroever, zoeken naar een praktischer woning was een must. „Je moet gewoon tien jaar vooruitkijken”, zei Fred tegen zijn broer.

Fred verhuisde eind 2023 naar een ouderenhofje. Peter volgde in april 2024. De broers willen er nooit meer weg.

Woongroepen, ‘kangoeroewoningen’ met in de buidel een woning voor je oude ouders, ‘studentenhuizen’ voor zestigplussers, ‘duo-woningen’

„Je moet ouderen verleiden hun grote huis te verlaten”, zegt oprichter van stichting Knarrenhof Peter Prak, die sinds 2018 twaalf hofjes heeft neergezet waaronder die in Ridderkerk. Het zijn betaalbare, onderhoudsarme huizen ingebed in een kleine woongemeenschap. Het concept slaat aan, er staan landelijk bijna zestigduizend ouderen op de wachtlijst. Prak is een voorloper, in zijn kielzog kwamen ook partijen als wooncorporaties, gemeenten en vastgoedontwikkelaars met tal van initiatieven. Woongroepen, ‘kangoeroewoningen’ met in de buidel een woning voor je oude ouders, ‘studentenhuizen’ voor zestigplussers, ‘duo-woningen’ waarbij ouderen hun half leegstaande huis kadastraal splitsen zodat er plek ontstaat voor een jongere die mantelzorg kan verlenen.

Lees ook

Op papier een prachtig idee: een mantelzorgwoning op het eigen erf. ‘Maar dan ziet de gemeente beren op de weg’

Mantelzorger Bram de Jong.

Telkens blijkt: ouderen zijn heus geïnteresseerd zodra zulke woonvormen worden verwezenlijkt. Sterker, toen corporatie Wooncompagnie onlangs zes levensloopbestendige huizen liet bouwen in Schagerbrug, waren er honderdvijftig belangstellenden, onder wie Trudy en Wiebe van Huizen. Het echtpaar verhuisde: in zo’n nieuwe, levensloopbestendige woning is het nu eenmaal prettiger oud worden. Ze vertrokken met pijn het hart, dat wel. Vaarwel groot huis met je grote ramen, vaarwel lieve buren, vaarwel tuin van twintig meter diep, tijd voor een sprong in het diepe. „We moeten nog een beetje inburgeren in het dorp”, zegt Trudy, „maar dat komt wel”.

Lees het hele artikel