Ik werd geïnterviewd voor het kerstnummer van de Gelderlander, ondanks alles een hele eer, mijn vader spelde die krant. De Gelderlander was zijn venster op de wereld. Misschien kwam het daardoor dat de grote nieuwsgebeurtenissen aan ons voorbij leken te gaan. Mijn moeder vond het vergeleken met andere kranten goed papier, ze gebruikte het om in de wintermaanden in onze natte schoenen te proppen.
De journalist heette Rob, we kenden elkaar van de gebeurtenissen rondom Vitesse en hij had me een keer eerder samen met Theo Janssen geïnterviewd, een gesprek dat volgens hem compleet uit de bocht vloog.
Fotograaf en journalist zaten samen achter een dampende kop koffie aan een tafeltje in een café, wachtend op hun prooi. Ik werd er nostalgisch van; ach ja, zo ging dat vroeger. De fotograaf mocht eerst, hij kreeg van Rob de vrije hand.
„Doe je ding, dan hebben we dat gehad.”
De fotograaf zag een kale muur, een plant en een schemerlamp. Hij stelde voor dat ik verveeld achter een tafeltje ging liggen, iets wat ik normaal nooit doe in een vol café, maar wat volgens hem wel heel erg mij was. Ik vond het vooral heel erg De Gelderlander, wat bij Rob de vraag deed opkomen waarom ik het dan toch deed. Ik vond dat vervelend voor de fotograaf, hij mocht zich nooit met interviews bemoeien en nu bemoeide de interviewer zich ineens met een van zijn foto’s, niets eens de hoofdfoto, de fotograaf had een heel scenario op straat uitgedacht, achter vuilnisbakken voor een muur met graffiti.
De fotograaf stelde voor dat ik verveeld achter een tafeltje ging liggen, iets wat ik normaal nooit doe in een vol café, maar wat volgens hem wel heel erg mij was
Journalist Rob zei dat ik ondanks dat ik niet in Gelderland woon toch een bekende Gelderlander ben en dat ik daarom met elf anderen in de kerstkrant kom, net als Michel Schaay, de redder van Vitesse, en Alexandra van Huffelen die hem in een feestelijke tutu had ontvangen in haar kamer op de Radboud Universiteit. Ik vond het eervol en tegelijkertijd zorgelijk dat de redactie van de Gelderlander binnen Gelderland geen grotere Gelderlander had kunnen vinden dan ik ben. Tegelijkertijd begreep ik dat ook wel: de succesvolste Gelderlanders komen pas als ze vertrokken zijn uit Gelderland tot bloei, of ze komen van buiten, krijgen een hoge post in Gelderland en hangen dan een tijdje de bekende Gelderlander uit.
De beste vraag was wat De Gelderlander nog beter zou kunnen doen om kritische lezers aan zich te binden, ik hoop dat Rob het antwoord uittikt van de band en het niet zelf gaat samenvatten, maar daar heb ik alle vertrouwen in. Voor het reportage-element liep hij nog even mee naar boekhandel Hijman Ongerijmd waar ik in grote haast een toespraak ging schrijven voor een bijeenkomst later die avond waarbij alle Arnhemse vrijwilligers in het zonnetje werden gezet.
Rob nam zwaaiend afscheid. Jammer voor hem, gelukkig voor mij, want ik had de sfeer van de avond waarop burgemeester en vrijwilligers elkaar heerlijk invetten totaal verkeerd ingeschat.
De journalistieke principes van NRC


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/08122921/191225WEE_2021376241_2.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/16192817/161225VER_2027458662_ElFasherWEB.jpg)

English (US) ·