Reportage
Eitjes zijn er deze dagen in alle soorten en smaken. Melk met pistachecrème of liever wit met framboos? Het ‘ei van hoop’ is een ander verhaal, dat burgemeester Jacco van der Tak van eierhoofdstad Barneveld graag vertelt. ‘De lekkerste? Een beetje flubberig.’

Wat drijft voedselmakers, -bereiders en -proevers? Culinair journalist Marco Bosmans schuift bij hen aan tafel en tekent hun verhalen op.
Ons kippeneitje kent een vrij jonge geschiedenis. Begin vorige eeuw werden eieren in ons land nog gezien als iets bijzonders. Behalve met Pasen werden ze door de meeste mensen zelden gegeten. Ze waren vooral weggelegd voor kippenhouders en welgestelden.
Pas na de Eerste Wereldoorlog richtte de pluimveesector zich op het grote publiek. ‘Het dwaze idee dat het ei een genotmiddel is voor de meer gegoeden, moet noodzakelijk verdwijnen’, zo klonk het in Barneveld. ‘Men moet leren inzien dat het gebruik van een versch ei niet alleen een genot is, doch tevens van een niet geringe voedingswaarde.’