Er worden nu per jaar meer soorten ontdekt dan ooit tevoren

23 uren geleden 2

Je zou denken dat we inmiddels bijna klaar zouden zijn met het ontdekken van alle soorten op aarde. Niet dus: we hebben nog een lange weg te gaan.

Ongeveer 300 jaar geleden begon de Zweedse natuuronderzoeker Carl Linnaeus aan een ambitieus plan: hij wilde alle levende organismen op aarde een naam geven. Hij bedacht het systeem met twee namen (zoals Homo sapiens) en beschreef zelf meer dan 10.000 soorten planten en dieren. Toen hij stierf was zijn lijst nog lang niet compleet. En dat is hij nog steeds niet.

Een nieuw onderzoek onder leiding van de University of Arizona, gepubliceerd in Science Advances, laat zien dat wetenschappers tegenwoordig sneller dan ooit nieuwe soorten beschrijven. Gemiddeld komen er nu meer dan 16.000 nieuwe soorten per jaar bij. En volgens de onderzoekers is er geen teken dat dit tempo zal afnemen.

John Wiens, hoogleraar ecologie en evolutie aan de University of Arizona en hoofdonderzoeker zegt: “Sommige wetenschappers dachten dat het tempo juist afnam en dat we bijna geen nieuwe soorten meer over hadden. Maar onze resultaten laten het tegenovergestelde zien. We vinden nieuwe soorten sneller dan ooit.”

Goed nieuws

Voor het onderzoek keek het team naar de taxonomische geschiedenis van ongeveer 2 miljoen soorten. Daarvoor onderzochten ze wanneer soorten voor het eerst officieel werden beschreven en een wetenschappelijke naam kregen. Daarbij namen ze alle grote groepen levende organismen mee.

In de periode 2015 tot 2020 zijn gemiddeld meer dan 16.000 nieuwe soorten per jaar ontdekt. Daar zaten meer dan 10.000 nieuwe diersoorten tussen, vooral geleedpotigen zoals insecten. Daarnaast ging het om ongeveer 2.500 planten en 2.000 schimmels per jaar.

Wiens noemt het stijgende tempo van ontdekkingen goed nieuws, omdat de snelheid van soortbeschrijvingen volgens hem veel hoger ligt dan het tempo van uitsterven dat hij in ander onderzoek berekende. “Het goede nieuws is dat het aantal nieuw beschreven soorten per jaar veel hoger is dan het aantal soorten dat uitsterft, dat we schatten op ongeveer tien per jaar,” zegt hij. “Het zijn niet alleen om microben. Er zitten ook insecten, planten, schimmels en zelfs honderden nieuwe gewervelden bij.”

Verwachtingen

De onderzoekers probeerden ook te voorspellen hoeveel soorten we uiteindelijk zouden kunnen beschrijven in bepaalde groepen. Hun verwachtingen suggereren dat er uiteindelijk rond de 115.000 vissoorten kunnen zijn, terwijl er nu ongeveer 42.000 officieel beschreven zijn. Voor amfibieën loopt de schatting op tot ongeveer 41.000 soorten, terwijl er nu rond de 9.000 bekend zijn. Voor planten denken ze dat het eindtotaal boven een half miljoen soorten kan uitkomen.

Wiens: “de ecoloog Robert May zei ooit eens dat als buitenaardse bezoekers ons zouden vragen hoeveel soorten er op aarde leven, we geen definitief antwoord hebben. Momenteel zijn ongeveer 2,5 miljoen soorten bekend, maar het echte aantal ligt waarschijnlijk veel hoger: in de orde van tientallen of honderden miljoenen.”

Onbekend maakt onbemind

De resultaten van het onderzoek zijn volgens Wiens belangrijk te noemen. Wiens: “het ontdekken van nieuwe soorten is belangrijk, omdat je een soort pas kan beschermen als je weet dat deze bestaat. Daarom is het documenteren van nieuwe soorten altijd de eerste stap in het behouden van diversiteit. Het is mogelijk dat er nu onbekende soorten op het punt van uitsterven staan, alleen kunnen we daar nu niks aan doen omdat we niet weten dát ze bestaan.”

Daarnaast kan het vinden van nieuwe soorten ook direct voordeling zijn voor mensen. Nieuwe soorten kunnen stoffen bevatten die bruikbaar zijn als medicijn of als basis voor nieuwe technologie. De onderzoekers noemen bijvoorbeeld dat bepaalde populaire afslankmedicijnen zijn geïnspireerd door een hormoon dat voorkomt bij het Gilamonster.

Leestip: Man dient zichzelf meer dan 800 keer slangengif toe – en helpt wetenschappers nu aan het breedste antigif totnogtoe

Het gif van spinnen en slangen en stoffen uit planten en schimmels kunnen dan weer interessant zijn voor behandelingen tegen pijn of kanker. En soms gaat het niet om een stof, maar om een slim ontwerp uit de natuur. Denk aan de speciale voeten van gekko’s, die zo goed aan oppervlakten kunnen hechten dat ze tegen muren op kunnen lopen. Wiens: “deze soorten kunnen nog zoveel voor de mens betekenen.”

Tegenwoordig worden nieuwe soorten in de meeste gevallen nog steeds ontdekt door goed te kijken naar zichtbare kenmerken, zoals de vorm, kleur en grootte van een soort. Wiens verwacht echter dat in de toekomst vooral DNA-onderzoek ingezet zal worden voor de ontdekking van nieuwe soorten. Op die manier kun je soorten ontdekken die er hetzelfde uitzien, maar genetisch duidelijk verschillen. Vooral bij bacteriën en schimmels kan dat veel nieuwe soorten opleveren.

Lokale ontdekkingen

De volgende stap voor het team is om te onderzoeken waar de meeste nieuwe soorten worden gevonden. Zo hopen ze plekken aan te wijzen waar waarschijnlijk nog veel onbekende biodiversiteit zit. Ook willen ze kijken wie die ontdekkingen doen en of dat beeld verschuift van vooral Europese onderzoekers naar meer ‘lokale’ wetenschappers die soorten beschrijven in hun eigen land.

Wiens laat zien hoe groot de blinde vlek nog is: “Hoewel Linnaeus 300 jaar geleden begon is 15 procent van alle bekende soorten pas in de afgelopen 20 jaar ontdekt.” Met andere woorden: de grote inventarisatie van het leven op aarde is waarschijnlijk nog lang niet af.

We schreven vaker over dit onderwerp, lees bijvoorbeeld ook Kleurrijke Amerikaanse zangvogels blijken elkaars kleurgenen te lenen en Zee-egelsoort in de buurt van de Canarische Eilanden legt vanuit het niets massaal het loodje . Of lees dit artikel: Door de mens gaat het inmiddels met 79% van Fiji’s eigen mierensoorten niet goed .

Schrijf je in voor de nieuwsbrief! Ook elke dag vers het laatste wetenschapsnieuws in je inbox? Of elke week? Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief!

Lees het hele artikel