Fonds Podiumkunsten handelde onzorgvuldig bij de beoordeling van de meerjarige projectsubsidies

Rechtbank Amsterdam heeft zowel het beroep van theatergroep De Warme Winkel, als die van choreograaf Arno Schuitemaker tegen de afwijzende subsidiebesluiten van het Fonds Podiumkunsten grondig verklaard. Dit staat te lezen in de uitspraak van 21 oktober in de rechtszaak die De Warme Winkel en Schuitemaker tegen het fonds aanspanden.

Het Fonds Podiumkunsten heeft op meerdere punten onzorgvuldig gehandeld bij de beoordeling van de meerjarige projectsubsidies 2025-2028, zo oordeelde de rechtbank. Zo was de samenstelling van de adviescommissie die de aanvraag van Arno Schuitemaker moest beoordelen onvoldoende zorgvuldig, de rechtbank oordeelt dat in zijn geval de schijn van vooringenomenheid is gewekt. Bij de aanvraag van theatergroep De Warme Winkel acht de rechtbank de motivering van de beoordeling op de criteria publieksfunctie, artistieke kwaliteit en geografische spreiding onvoldoende onderbouwd. „Zo kan de rechtbank de conclusie van de adviescommissie dat de instandhouding van de artistieke signatuur een nadere motivering behoeft niet volgen”, zo staat te lezen in het vonnis.

Verder stelt de rechtbank dat het Fonds Podiumkunsten „het beoordelingskader ten onrechte niet vooraf kenbaar heeft gemaakt en dat het beoordelingskader onvoldoende transparant was” zo valt te lezen in het vonnis. Aanvragers wisten hierdoor niet dat het fonds voorstellingen in Amsterdam volledig buiten beschouwing zou laten en dat het rekende met een mediaan per regio. Deze methode heeft volgens de rechtbank geleid tot onevenredige benadeling van aanvragers uit Amsterdam, die ten onrechte punten zijn misgelopen en zo onder de subsidiedrempel terecht kwamen.

Lees ook

Wat is de artistieke waarde van De Warme Winkel? Dat is nu aan de rechter om te bepalen

Nieuw besluit

Het Fonds Podiumkunsten heeft van de rechtbank in het geval van De Warme Winkel een termijn van zes weken gekregen om een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraken. Voor het bezwaar van Arno Schuitemaker krijgt het fonds een termijn van twaalf weken. In beide gevallen moet het fonds de aanvragen door een adviescommissie opnieuw laten beoordelen en de motiveringsgebreken herstellen.

Ward Weemhoff, co-artistiek leider van De Warme Winkel, reageert verheugd:  “Dat wij juist op het punt van het juridisch precaire ‘artistieke kwaliteit’ in het gelijk zijn gesteld, voelt als gerechtigheid en eerherstel in één. We hebben niet alleen voor onszelf gevochten, maar ook voor een eerlijker systeem. Een systeem waarin vertrouwen en inzicht in de artistieke praktijk weer centraal staan.” Dit onderschrijft Vincent Rietveld, de andere co-artistiek leider van de theatergroep: „Deze uitspraak bevestigt dat beoordelingsprocedures bij subsidies transparant, controleerbaar en onafhankelijk moeten zijn. Alle aanvragers – ook die uit Amsterdam – verdienen een eerlijke kans. Dat is essentieel voor vertrouwen in het systeem. Hoe het precies verder afloopt is nog niet helemaal duidelijk, maar voor nu ga ik weer extra lekker spelen want dit voelt niet alleen als een juridische, maar ook
een morele overwinning.”

Volgens choreograaf Arno Schuitemaker is het vonnis van de Rechtbank Amsterdam belangrijk voor de hele sector: “De uitspraak bevestigt dat de procedure op verschillende punten onzorgvuldig en onvoldoende transparant was. Dat is niet alleen van belang voor onze eigen aanvraag – en die van De Warme Winkel – maar ook voor de rechtszekerheid in de hele sector. Hopelijk draagt deze uitspraak bij aan onder andere een transparanter beoordelingsproces binnen het Fonds Podiumkunsten, en daarmee aan een sterkere podiumkunstensector.”

Het Fonds Podiumkunsten was niet bereikbaar voor commentaar.