Nieuw onderzoek laat zien hoe criminele netwerken zich herpakken na het ingrijpen door opsporingsdiensten. Criminele netwerken passen zich zo aan dat hun zichtbaarheid afneemt, terwijl ze doorgaan met hun activiteiten en die soms zelfs uitbreiden.
In de studie laten onderzoekers van het Informatics Institute en het Institute for Advanced Study van de UvA zien hoe dat werkt. Ze keken, in samenwerking met de Nederlandse politie, naar unieke inlichtingengegevens over criminele organisaties die actief zijn in Nederland. Deze gegevens combineerden ze om te kunnen zien hoe dit soort netwerken reageren op verstoringen.
Daarbij analyseerden ze specifiek hoe individuen binnen de netwerken verschillende rollen vervullen en hoe hun onderlinge relaties verschuiven wanneer de autoriteiten ingrijpen. De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.
Kleinere, beter georganiseerde groepen
Uit het onderzoek komt naar voren dat gerichte acties, zoals het arresteren van belangrijke figuren of het aanmoedigen van betrokkenen om te stoppen met criminele activiteiten, het netwerk kunnen fragmenteren. Maar in plaats van uiteen te vallen, vormt het netwerk zich vaak opnieuw, tot kleinere en meer gespecialiseerde groepen.
Om dat te verklaren maakten de wetenschappers een speltheoretisch model, waarin individuen de voordelen van samenwerking afwegen tegen het risico om ontdekt te worden. Dit model maakte dezelfde patronen als in de echte inlichtingengegevens uit de praktijk: wanneer de druk op het netwerk toeneemt, verandert de structuur op een manier die de zichtbaarheid vermindert, terwijl de criminele samenwerking intact blijft. Dat effect staat bekend als ‘criminal opacity amplification’. Dit houdt in dat een netwerk juist moeilijker te volgen wordt op het moment dat de handhavingsdruk het grootst is.
Onbedoeld effect
“Ingrijpen betekent niet simpelweg dat criminelen uit het systeem verdwijnen. Het verandert de strategische omgeving”, zegt hoofdauteur Casper van Elteren. “Wanneer criminele netwerken zich aanpassen, kunnen ze minder zichtbaar en meer gedecentraliseerd worden en in sommige gevallen zelfs tijdelijk actiever. Dat betekent dat goedbedoelde strategieën onbedoeld de weerbaarheid van georganiseerde criminaliteit kunnen versterken.”
De onderzoekers laten ook zien dat er niet een ideale interventiestrategie bestaat. Acties die gericht zijn op personen met een sleutelpositie in het netwerk kunnen effectief zijn, maar alleen onder specifieke omstandigheden. Willekeurige of slecht geplande ingrepen brengen daarentegen het risico met zich mee dat ze het probleem verergeren.
Niet alleen wie, maar ook hoe en waarom
“De criminele netwerken gedragen zich als complexe adaptieve systemen zoals we die ook in de natuur aantreffen. Hun leden veranderen van rol en passen hun onderlinge verbindingen aan om de organisatie draaiende te houden”, zegt onderzoeker Vítor Vasconcelos. “Om ze effectief te verstoren, moeten we niet alleen begrijpen wie erbij betrokken is, maar ook hoe en waarom zij samenwerken.”
Toekomstige interventiestrategieën moeten afstappen van losse acties en in plaats daarvan inzetten op adaptieve, doorlopende benaderingen die monitoren hoe netwerken zich na ingrijpen verder ontwikkelen. “Voor effectieve verstoring is het nodig dat rekening wordt gehouden met de manier waarop systemen zich onder druk opnieuw organiseren”, vertelt onderzoeker Mike Lees.

1 dag geleden
3





English (US) ·