Hoe vampierreeks Twilight het natste dorpje van de VS redde

14 uren geleden 1

Toen Kate Rackham (45) jaren geleden met zwangerschapsverlof ging, raadde een vriendin haar de Twilight-boeken aan. „Ze zei: dat is lekker ontspannend.” Rackham was sceptisch. „Die troep ga ik echt niet lezen, dacht ik.”

Nu poseert de Britse in de regen bij de truck van hoofdpersoon Bella in Forks, het plaatsje waar de reeks zich afspeelt. Haar man fotografeert, twee dochters kijken zwijgzaam toe. De docent Engels, woonachtig in Los Angeles, raakte verslaafd, ze is hier al voor de tweede keer. „Vandaag doen we de Twilight-musea”, zegt ze. „Als je de boeken hebt gelezen, kun je het je hier allemaal zo goed voorstellen.”

Twintig jaar geleden, in het najaar van 2005, verscheen het eerste boek in een fantasyreeks die als enige deze eeuw in de buurt kwam van Harry Potters succes: Twilight. Van Stephenie Meyers jeugdromans over de liefdesdriehoek tussen scholiere Bella, de knappe vampier Edward en weerwolf Jacob zijn wereldwijd 160 miljoen exemplaren verkocht (Harry Potter zit op 600 miljoen).

Twilight werd een miljardenfranchise die vooral piekte rond 2010. Er kwamen vijf films, die samen meer dan 3,3 miljard dollar opleverden – nog ietsje meer sinds de films dit jaar en op Netflix. Ook de boeken zijn dit jaar in een speciale editie opnieuw uitgegeven.

Ruim 200 regendagen

Nergens heeft Twilight zoveel impact gehad als in Forks, een afgelegen dorp van inmiddels 3.400 mensen in het uiterste noordwesten van de Verenigde Staten. Meyer situeerde haar saga hier, na op Google te hebben gezocht naar de natste plek van het land: vampieren kunnen in de reeks niet goed tegen zon. Zelf woonde ze in het bloedhete Arizona; in Forks (meer dan 200 regendagen per jaar) had ze nog nooit een stap gezet.

Het was hier behoorlijk rijk in de jaren zestig en zeventig. Maar daarna werd het erg stil

Die zoekopdracht wordt vandaag de dag in het plaatsje gezien als de redding van het dorp. „Het kwam allemaal uit het niets”, lacht Tom Rosmond (81), vrijwilliger bij het lokale houthakkersmuseum. Omringd door kettingzagen en foto’s van de zagerij die zijn familie ooit uitbaatte, vertelt hij dat Forks wel een wonder kon gebruiken. „Het was hier behoorlijk rijk in de jaren zestig en zeventig. Maar daarna werd het erg stil.”

Forks is van oudsher een bosbouwstadje. Die bedrijfstak raakte vanaf de jaren tachtig in crisis nadat bijna alle bomen in de regio omgehakt waren. Zagerijen sloten, de werkloosheid nam toe. „Er waren zorgen over de toekomst”, vertelt Rosmond. „Jongeren trokken weg.”

Loop je nu door de kletsnatte hoofdstraat, dan zie je groepjes Japanse meiden. Je hoort Frans. Er zijn souvenirwinkels met namen als Native to Twilight en een museum dat Forever Twilight heet. Toeristen struinen door de straatjes op zoek naar locaties uit de boeken en films, ook al zijn die hier niet opgenomen en zette Meyer er bij het schrijven geen stap.

Bewuste strategie

„Vorig jaar hadden we 78.000 bezoekers”, vertelt Lissy Andros (56), hoofd van de Forks Chamber of Commerce, aan de telefoon: een soort toeristenbureau en ondernemersvereniging in één. Het cijfer is gebaseerd op gastenboekbijdrages in het bezoekerscentrum; toeristen wordt actief gevraagd iets te schrijven.

In het bezoekerscentrum hangt in een hoek ook een tabelletje met financiële info.

Dat Meyer Forks koos, was toeval – maar hoe het plaatsje daarop reageerde niet. Sterker: dat is een hyperbewuste strategie geweest van met name Andros. De Twilight-superfan verhuisde in 2009 met haar moeder van Texas naar Forks, op zoek naar een milder klimaat, maar ook aangetrokken door de saga. Binnen de kortste keren was ze hoofd van de Chamber, die mede draait op subsidies van de gemeente.

Het is glorieuze onzin, maar het is alsnog geweldig

„Ik wil de fans graag welkom heten”, zegt Andros aan de telefoon. Onder haar leiding speelde Forks in op de hype. Ze regelde via via, en op een veiling in Los Angeles, kostuums uit de film voor een museum (het pronkstuk: die van de eerste-zoenscène in een weiland). De gratis tentoonstelling, in een modern gebouw aan het enige kruispunt met stoplicht, is nu de hoofdattractie.

De Chamber riep ook verschillende huizen uit tot die van personages, ook al is dat nergens op gebaseerd (in veel ervan kan je logeren). Hetzelfde geldt voor de rode pick-up voor het bezoekerscentrum die lijkt op die van Bella uit de film.

Fans lijken er niet mee te zitten. „Het is glorieuze onzin”, lacht Kate Rackham, staand voor de wagen. „Maar het is alsnog geweldig.”

Tot leven gekomen

Van inwoners hoor je geen onvertogen woord over de ietwat absurde Twilightisering van hun plaatsje, dat overigens flink wat Trump-borden telt. Natuurlijk is het jammer dat het altijd druk is op het strand, zegt Kari Larson (28) op een straathoek. „Maar Forks is wel tot leven gekomen.”

Hoogstens klinkt verwondering. In haar schoonheidssalon zegt Kiley Nelson (32) dat het „pretty crazy” is wat er is gebeurd. „Er zijn zoveel meer toeristen dan toen ik klein was. Maar ze respecteren ons stadje”, zegt ze. „Het zijn aardige mensen.”

„We mogen niet klagen”, zegt Rosmond van het houthakkersmuseum. „Er zijn genoeg dorpjes die het inzakken van de bosbouw nooit te boven zijn gekomen.” Zijn motto: if you can’t beat them, join them. Tussen de oude zagen verstopte hij Twilight-objecten voor een speurtocht. Rosmond: „Hopelijk steken ze dan ook nog iets op over bosbouw.”

Zijn ze in Forks niet bang dat het toerisme ooit uitdooft? Die vraag kent Rosmond. „Iedereen zegt: o, het is pop culture, het is vergankelijk. Maar tot dusver merken we daar niks van.”

Ook Andros van de Chamber ziet dat niet gebeuren. „We gaan dit jaar over de 90.000 heen”, zegt ze – een record. Een gevolg van het jubileum, denkt ze, maar ze zegt ook dat het koele noordwesten van de VS onder Amerikanen überhaupt aan populariteit wint als vakantiebestemming.

Bij Bella’s truck denkt Kate Rackham ook dat er juist een ’tweede golf’ van aan zit te komen: de kinderen van de eerste fans. Zoals haar twee tienerdochters, die ze hier probeert te enthousiasmeren. Hoewel dat nog niet helemaal lukt. „Eentje is toch meer van Harry Potter.”

De journalistieke principes van NRC
Lees het hele artikel