In Paradiso treden musici met „maatschappelijke kwetsbaarheden” op: ‘Met de band laat ik mezelf weer zien aan de wereld’

9 uren geleden 1

Vóórdat de repetitie van popgroep Space Lightning echt begint, wil Susie Arnon nog even een stukje van haar zelfgeschreven lofzang op Amsterdam zingen: „Lopend door de stad/ Tijdelijk zonder huis/ Maar als een warme deken/ Biedt het mij toch een thuis”. De zangeres met de roze krullen is zenuwachtig. Normaal speelt de band covers van soul- en popnummers. Dit is een eigen lied. Na het zingen van het refrein schakelt ze snel over op het nummer dat ze woensdag in Paradiso zal zingen: ‘Always remember us this way’, een ballad van Lady Gaga.

We zitten in de kelder van het Amsterdamse muziekcentrum Q-Factory. Space Lightning oefent voor het festival Het Ritme van de Stad, woensdag in Paradiso. Op die dag treden tientallen musici op die „psychische of maatschappelijke kwetsbaarheden” hebben. Muziekcentrum Eiwerk heeft het festival opgericht, de zorginstellingen Leger des Heils en HVO Querido zijn ingehaakt. Susie Arnon: „Vanuit de onderlaag van de stad hoor je ons hart hevig kloppen. Vandaar: het ritme van de stad.”

HVO-Querido biedt hulp aan daklozen. Van de pakweg 33.000 daklozen in Nederland, verblijft ongeveer de helft in Amsterdam. Dat is inmiddels een zeer diverse groep die doorgaans niet voldoet aan het sterotype beeld van de dakloze. De cijfers zijn schattingen: slechts éénderde is in beeld bij de hulpverlening. Die bieden naast tijdelijk onderdak ook dagbesteding aan. Lies Schilp, muziekcoördinator van HVO-Querido: „Iedereen bij ons moet een vorm van participatie hebben. Werken, meedoen. En daar is het muziekprogramma een onderdeel van. Het belangrijkste is dat iemand weer geactiveerd wordt.” Het nut van muziek maken is evident, zegt Schilp: „Ik heb mensen als zombies binnen zien komen. Maar zodra ze samen muziek maken, lopen ze met stralende ogen en pratend weer naar buiten. Ze worden mensen die weer zin hebben om de dag te beginnen. Nou, dat scheelt een boel aan zorgkosten, kan ik je zeggen.”

Redding

Zangeres Susie Arnon woont in een van de tientallen opvanglocaties van HVO-Querido. Ze ontdekte haar zangstem tijdens de karaoke-avonden in de opvang. „Ja, ik zing. En ik ben vier jaar geleden dakloos geraakt. Ik was behoorlijk de weg kwijt en de kluts kwijt. In het begin wil je dat niemand het weet. Dat niemand je ziet. Als zoiets je overkomt, moet je jezelf helemaal opnieuw ontdekken. We zijn gewend om dingen een beetje te ontwijken of op te vangen. Maar als je in zo’n heftige situatie komt, dan kan je het niet meer ontwijken of opvangen. Je moet er doorheen.”

Toen ze eenmaal de weg naar de opvang had gevonden, werkte ze eerst in een wassalon en een boekbinderij. Het duurde even voor ze genoeg „rust en vertrouwen” had om voor kunst en muziek te kiezen: „Het was heel fijn om via muziek weer een doel te hebben. En vertrouwen te krijgen in mezelf. Anders was ik misschien nog verder weggezakt in een uitzichtloze situatie. In het begin van mijn dakloosheid hield ik me heel erg verborgen. Optreden met de band maakt juist dat ik mezelf laat zien aan de wereld, en aan mijn twee dochters die ik niet meer spreek. Ik kan je echt zeggen dat het mij geholpen heeft. En misschien zelfs gered heeft, ja.”

In de repetitieruimte komen de zangers langzaam binnendruppelen. In de hoek zit gitarist Joris onverstoorbaar te soleren – hij gaat er zo in op dat hij soms een afslag mist. Joris is over zijn gitaar heen gegroeid, hij draagt een tourshirt van Circle of Faith. Misschien christelijke metal. Zangeres Titia, oudere vrouw met kruk, zingt ‘I Will Survive’, de andere zangeressen haken in bij het la-lala-lala-gedeelte. John (66) fladdert binnen. Zonnebril, frisse pet met blauwe streepjes. Hij heeft er zin in vandaag. danst door de ruimte, maakt grappen met iedereen. John zingt een energieke versie van ‘Easy (Like Sunday Morning)’ van de Commodores.

Deze zanger blijkt trouwens geenszins dakloos te zijn. Kwam gewoon een keer binnenlopen bij een repetitie en maakte zich als multi-instrumentalist snel onmisbaar. Susie Arnon: „Space Lightning is niet alleen voor daklozen. Veel bandleden hebben inmiddels een woning, of ze zijn om een andere reden bij de band gekomen. Je kunt ook psychische problemen hebben, of je komt uit een scheiding. Gewoon, als je uit de maatschappij bent gevallen. Iedereen is welkom.”

„Het is ook zo opgezet dat er gewoon weer structuur komt in je leven”, zegt Arnon. „Wat ik zo mooi vind van onze band, we zijn een familie. Als er wel eens een tegenslag is, zoeken we steun bij elkaar. Als er ruzie is, leren we het uit te praten. En het leert ons om door te zetten.”

Repetitie van de band Space Lightning in de Q factory in Amsterdam.

Foto Simon Lenskens

Repetitie van de band Space Lightning in de Q factory in Amsterdam.

Foto Simon Lenskens

Het echte, het doorleefde

Verwacht geen verwarde of bedwelmde personen op het podium. Volgens Lies Schilp moet je op „een bepaald herstelniveau zitten” om überhaupt het ritme van de bandrepetities te volgen. De bezoekers van Paradiso krijgen volgens Arnon een groep mensen te zien „die zichzelf uit een problematische situatie heeft gewerkt”. Als je de groep voor het eerst ziet, zegt ze, denk je misschien ‘wat is dat voor een samengeraapt zootje?’ Maar als je ze dan hoort spelen: „Je voelt gewoon het echte, het doorleefde, de hoop en de trots”. Volgens Schilp is dat precies het idee van het festival, om de deelnemers op een positieve manier te laten zien: „Dit zijn mensen die ook bij de stad horen. Zo hebben ze een podium om te laten zien: kijk dit doe ik nu ook. Dit ben ik nu. Hier sta ik nu.”

Susie Arnon: „We verwerken zonder filter ons verhaal in muziek. We hebben allemaal best wel heftige dingen meegemaakt en we zijn allemaal bij een zorginstelling beland. Als het dan lukt om gezamenlijk iets te doen, dan geeft dat zo’n goed gevoel. Er staan mensen die hebben iets overwonnen.”

Festival Het Ritme van de Stad: 18/6, in Paradiso, Amsterdam. Zie hvoquerido.nl

Lees het hele artikel