Het is voor veel kinderen en jongeren in Nederland niet meer mogelijk om te sporten bij de vereniging van hun keuze. Zeker in grotere steden heeft een groeiend aantal amateursportverenigingen een wachtlijst of ledenstop, vooral voor de jongste generaties, omdat ze te weinig ruimte hebben voor nieuwe leden of te weinig vrijwilligers om de club draaiend te houden.
Dat is op te maken uit een nieuw onderzoek van het Mulier Instituut, onderzoeksbureau in de sport, in opdracht van de koepel van sportbonden NOC-NSF, waarvan de resultaten met NRC zijn gedeeld. Eén op de tien amateursportverenigingen neemt in Nederland geen nieuwe leden meer aan, omdat voor hen geen ruimte is. In sterk stedelijke gebieden, vooral de Randstad, is dat het geval bij twintig procent van de clubs.
In totaal hebben zo’n 3.000 amateursportverenigingen een wachtlijst of ledenstop. Volwassenen krijgen te maken met wachtlijsten, maar niet zo vaak als kinderen en jeugd. In bijna een derde van de gevallen raakt het de jongste jeugd, bij meer dan 20 procent van de clubs die een wachtlijst hebben kunnen jongeren tussen de 12 en 17 jaar niet meer terecht.
Lees ook
Van investeringen in sport profiteren vooral mensen die tóch al sporten, ziet deze onderzoeker
De grootste sportbond van Nederland, voetbalbond KNVB (ruim 1,2 miljoen leden), laat desgevraagd aan NRC weten dat het probleem in die sport groot is. Een kwart van de voetbalverenigingen heeft een wachtlijst. Een tekort aan velden (37 procent) en een gebrek aan kleedkamers (19 procent) zijn daarvan de belangrijkste oorzaken. Er zijn voetbalclubs met een wachtlijst van een handvol mensen, maar soms gaat het om meer dan 900 wachtenden.
Fysieke en mentale gezondheid
Dat amateursportclubs tegen hun grenzen aanlopen wordt al een tijdje steeds duidelijker. Begin dit jaar bleek al dat er wachtlijsten zijn bij enkele duizenden verenigingen en ook het gebrek aan vrijwilligers is bekend. Het nieuwe onderzoek maakt de problemen nog concreter. In januari kwamen sportkoepel NOC-NSF, voetbalbond KNVB en vele artsen- en jongerenorganisaties met een manifest waarin het kabinet werd opgeroepen te investeren in ruimte voor sport. Twee bewindslieden namen het in ontvangst, maar concreet gebeurde er niets. Sterker: het nu demissionaire kabinet heeft een flinke bezuiniging op sportaccommodaties – die vaak verouderd zijn – gepland.
We moeten harde afspraken maken over het reserveren van sportruimte in bestaande en nieuwe woonwijken
Algemeen directeur Marc van den Tweel van NOC-NSF maakt zich grote zorgen, laat hij telefonisch weten. ,,Je wil kinderen en jongeren, ook in de grotere steden, de kans geven om te sporten en te bewegen. We moeten harde afspraken maken over het reserveren van sportruimte in bestaande en nieuwe woonwijken. Als we dat niet doen, zal dat een negatief effect hebben op fysieke en mentale gezondheid én op de sociale cohesie in wijken”, zegt hij.
Van den Tweel is bang dat ledenstops en wachtlijsten ertoe zullen leiden dat minder mensen lid worden van een vereniging en dan helemaal niet gaan sporten. Dat is nu nog niet zo: ongeveer de helft van de kinderen en jongeren tot 18 jaar is lid van een sportvereniging en dat aandeel is sinds 2016 relatief stabiel. Bij volwassenen schommelt het al jaren rond de 19 procent.
Wel beweegt de helft van alle Nederlanders onvoldoende om gezond te kunnen leven. Dat leidt tot hart- en vaatziekten en aandoeningen zoals diabetes type 2 en zo’n 5.800 vermijdbare overlijdensgevallen per jaar. Overgewicht is volgens de laatste Volksgezondheid Toekomst Verkenning (2024) van het RIVM een steeds ernstiger probleem. Naar verwachting heeft 64 procent van de Nederlanders in 2050 overgewicht.
Het recht om te sporten
De Rijksoverheid, provincies en gemeenten zijn niet wettelijk verplicht om sport en accommodaties zoals velden en hallen te faciliteren. Van oudsher heeft Nederland veel mogelijkheden om te sporten en een bloeiend verenigingsleven, maar de nieuwe cijfers laten volgens Marc van den Tweel zien dat het aanbod onder druk staat. Hij pleit daarom voor een wettelijke verplichting voor overheden om sport te organiseren: een Sportwet. Een aantal politieke partijen wil zo’n wet en eerder pleitte ook regeringsadviseur de Nederlandse Sportraad ervoor.
NOC-NSF was altijd terughoudend, bang voor bureaucratie. Dat is nu anders, zegt Van den Tweel: ,,Sport is kwetsbaar in de strijd om de ruimte omdat het recht erop niet wettelijk is vastgelegd. Dat is hét onderliggende probleem van de wachtlijsten en ledenstops, vooral in de steden. Net als bij bibliotheken willen we daarom dat er een verplichting komt voor overheden om te zorgen er genoeg sportaccommodaties zijn voor iedereen.”
Lees ook
Steeds minder vrijwilligers willen coachen, fluiten of de sportvereniging besturen. ‘Ik wil zeggen: als je geen training geeft, kan je kind niet meedoen’
De wachtlijsten, ledenstops en het gebrek aan vrijwilligers laten zich ieder weekend voelen bij verenigingen. Er zijn clubs waar mensen hun kinderen nog voor de geboorte inschrijven, om maar een plekje te bemachtigen. Bestuursleden hebben vaak de grootste moeite om indelingen te maken voor trainingen, wedstrijden en kleedkamers, zodat alle leden kunnen sporten. Van de clubs die wachtlijsten hebben, zegt 64 procent in het Mulier-onderzoek dat er een algeheel gebrek aan ruimte is.
Het leidt soms tot vreemde situaties. Zo wil de triatlonbond (hardlopen, wielrennen, zwemmen) best meer dan de huidige 11.000 leden, maar aarzelt het over een ledenwerfcampagne, omdat bij veel verenigingen geen capaciteit meer is om te zwemmen. Jeugdlid worden van triatlonverenigingen kan dan nog wel, maar de kinderen mogen niet zwemmen.


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/25225645/ANP-431797647.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/25222749/ANP-512110422.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/25195414/web-251025DEN_2020949692_5.jpg)





English (US) ·