Moet ik mee op het teamuitje?

7 uren geleden 1

Dilemma

Het is weer tijd voor het jaarlijkse groepsuitje. Hartstikke gezellig, een hele dag, soms zelfs een weekend met collega’s op pad. Én goed voor het groepsgevoel. Maar wat als de activiteiten niet helemaal in jouw straatje passen? Als je helemaal geen zin hebt om kilometers af te leggen op een blotevoetenpad, om je in het zweet en de modder te werken tijdens het poldersporten, of om eerst kilometers samen te fietsen voordat je het hotel bereikt?

Kun je het dan maken om het uitje te skippen? Of om zelf wél lekker fris en fruitig op te komen dagen bij de afsluitende borrel, het diner, het feest – maar de uitputtende groepsactiviteit vooraf te skippen?

Jezelf of de groep

Op deze vraag kun je niet slechts één goed antwoord geven, zegt Yvonne Burger geruststellend. Zij is bestuurs- en organisatieadviseur en oprichter van het Center for Executive Coaching van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Wel of niet meedoen, het blijft je eigen keuze.

Maar! „Als je niet meegaat of deels niet meedoet, ontzeg je jezelf de kans op teambuilding.”

En teambuilding, dat heeft nut. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Central Florida en het Amerikaanse Army Research Institute uit 2009. Burger: „Het is goed voor de onderlinge relaties, goed voor de werkprestaties, goed voor de teamgeest en het groepsgevoel.”

Natuurlijk kun je een goede reden hebben om niet mee te doen aan een bepaald onderdeel van het groepsuitje, zegt Burger, zoals een ziekte of beperking. „‘Geen zin’ zal niet voor iedereen als goede reden gelden. Het gaat dan om de vraag: ga je voor autonomie of voor het groepsgevoel? Als je niet met alles meedoet omdat je geen zin hebt, zeg je ook dat je jezelf, of je ‘eigen zin’, belangrijker vindt dan de groep.”

Zo stel je jezelf niet alleen buiten de groep, maar ook – misschien onbewust en onbedoeld – bóven de groep. „Als het één keer gebeurt en je doet er zelf luchtig over, zal de groep het je nog wel vergeven. Doe je het vaker, dan zal je dit waarschijnlijk niet in dank worden afgenomen.”

Frictie en sabotage

Twijfel je of het geoorloofd is om (deels) niet mee te doen met het teamuitje, dan is er iets misgegaan bij de organisatie, constateert organisatiecoach en leiderschapsexpert Mieke van der Kroon. De organisatoren zouden er goed aan doen vooraf duidelijk te maken wat het doel van het uitje is, vindt zij. Gaat het om gezelligheid of om teambuilding? Is het belangrijk dat je overal aan meedoet, of mag je ook je eigen invulling kiezen?

„Als die context ontbreekt, gaan mensen zélf invullen wat de norm is”, zegt ze. „De een vindt het allemaal niet zo belangrijk, terwijl de ander niet meedoen ziet als afwijzing van de groep. Wordt dat niet uitgesproken, dan leidt dat geheid tot frictie.”

Deze frictie herkent proceskundige en trainer Frank Weijers altijd onmiddellijk, vertelt hij. „In elke groep waarin mensen zich niet uitspreken, ontstaat sabotagedrag. Denk aan roddels, venijnige grappen of cynische opmerkingen.”

Stel: jij komt aan op het feest, terwijl je de sportactiviteit hebt overgeslagen. Dan zullen er collega’s zijn die zich op deze manier gaan uiten, waarschuwt Weijers. Als niemand hierover het gesprek aangaat, kan een aanvankelijk onbenullige situatie uitmonden in een veel groter conflict.

Hoe vermijd je dit? Niet door dan maar tegen je zin toch dat blotevoetenpad te gaan bewandelen. Wél door duidelijk te communiceren met de groep. „Roep de groep bij elkaar voordat het uitje plaatsvindt, vertel dat je graag meegaat, maar niet mee wil doen. En vraag hoe dat is voor de groep.”

Het klinkt zo simpel, zegt Weijers, maar je gewoon uitspreken en naar elkaar luisteren, vinden we vaak het moeilijkste wat er is.

Een offer

Het is een misvatting dat iedereen in de groep het met elkaar eens moet zijn, zegt Weijers. Voor de groepsdynamiek is de minderheidsstem juist essentieel. Dus wil je niet fietsen, niet hardlopen, niet poldersporten? Spreek je uit, anders doe je jezelf én de groep tekort.

„Als je je uitspreekt, blijken er misschien wel veel meer mensen dezelfde voorkeur te hebben. Wie weet, wordt het hele sportelement wel geschrapt.” En dan kan het hele team in het vervolg linea recta aan de bitterballen.

Hoe de groep tijdens zo’n open gesprek ook reageert, het besluit neem je zelf. En het is vervolgens ook aan de groep of ze jouw besluit acceptabel vinden. Uiteindelijk komt het volgens Weijers hierop neer: „Wees jezelf én pas je aan.”

Soms vind je het immers helemaal niet zo erg iets voor de groep te doen. Of is je eigen voorkeur zo belangrijk, dat je niet bereid bent een offer te brengen?

Yvonne Burger heeft nog een andere tip: „Ga de volgende keer gewoon zelf in de organisatie.”

Dus

Of je nu in de modder staat te ploeteren of liever rechtstreeks naar de borrel fietst: het personeelsuitje is nooit neutraal. Meedoen of afhaken zegt altijd íéts. De kunst zit ’m in eerlijk zijn: naar jezelf én naar de groep. Spreek je uit, draag je keuze, en accepteer dat het weerstand kan oproepen. Uiteindelijk gaat het niet om samen poldersporten, maar om het gesprek erover. Dat brengt een groep pas echt nader tot elkaar.

Lees het hele artikel