Musical ‘Door Het Stof’ laat je in aparte voorstellingen de rijke en arme versie van het verhaal zien

4 uren geleden 1

Op het toneel van het Wilminktheater in Enschede verfraaien tientallen gouden lijsten het achterdoek. Een lange tafel daalt van het plafond af naar beneden en een bediende begint deze te dekken, terwijl de familie Ritsaert, eigenaar van een textielfabriek, hun welvaart op vrolijke toon bezingt: „Wij plukken onze vruchten/ in de nieuwe Gouden Eeuw!” Het tafereel wordt verstoord door priester Alphons Ariëns, die langs het publiek de zaal inrent. Hij is zojuist bij de arbeiders geweest en komt verhaal halen. Hoe kon het dat die dag negen mannen werden ontslagen?

De arbeiders spelen gelijktijdig hun verhaal op een geheel andere locatie. In musical Door Het Stof rent priester Ariëns in de rol van bemiddelaar tussen het Wilminktheater en het Muziekcentrum in Enschede in een poging de kloof tussen Arm en Rijk te dichten.

„Bij de try-out kwam Danny Westerweel, die priester Ariëns speelt, hijgend binnen, maar dat voegde juist veel toe aan de scène”, zegt Anne de Blok, regisseur van deel Arm. De musical, over de Enschedese textielindustrie in de 19de eeuw, speelt zich af gedurende één avond. Het publiek wordt in tweeën gesplitst: de ene groep begint bij Arm en de andere bij Rijk. Na de pauze verplaatst het publiek zich in een stoet van de ene naar de andere locatie. In deel Rijk zit je op de fluwelen stoelen van het Wilminktheater; in deel Arm mag je plaatsnemen op een plastic stoel in het Muziekcentrum. Nu zie je de voorstelling opnieuw, maar dan vanaf de andere kant.

Het deel Rijk, waarvoor Daniël van Klaveren de regie op zich nam, gaat over het familiediner van de familie Ritsaert. Terwijl de familie de verloving van hun jongste zoon Karel met Jenne viert, komen de arbeiders in Arm de gevolgen van een opstoot in de fabriek onder ogen. Priester Ariëns heeft een dubbele rol en probeert de boel te sussen, maar stookt onbedoeld de arbeiders verder op. De familie Ritsaert wil de opstand zo snel mogelijk indammen, maar onderling heerst onrust. Want deze musical over kansenongelijkheid heeft ook een romantische draad: zoon Karel wil helemaal niet met Jenne trouwen, maar is smoorverliefd op Saar, wier vader een van de fabrieksmannen is die eruit gegooid is door Karels familie.

Foto Willem van Walderveen

700 jaar Enschede

Het stuk, een co-productie van onder andere Theater Producties Twente, Wilminktheater en Muziekcentrum Enschede, de Nederlandse Reisopera en Theater Sonnevanck, wordt opgevoerd ter ere van de 700ste verjaardag van Enschede. De voorstelling is een fictief verhaal, maar heeft wel sterke wortels in de lokale geschiedenis. Met dank aan de textielfabrieken kon Enschede flink groeien in de negentiende eeuw. De textielbaronnen zorgden voor werkgelegenheid, legden een spoorlijn aan en bouwden een volkspark. Tegelijkertijd zijn de arbeidsomstandigheden erbarmelijk: mensen werkten zes dagen per week, twaalf uur per dag in onveilige situaties.

Het dubbele perspectief is gekozen om beide verhalen helder te laten zien, vertelt De Blok. Bovendien nodigt de verplaatsing van het ene podium naar het andere uit tot reflectie. Van Klaveren zegt daarover: „We willen dat je meeleeft met de arbeiders, maar dat je ook kan geloven dat de textielbaronnen het beste voor hadden met de arbeiders.”

In de derde akte is er een gezamenlijke ontknoping in het Muziekcentrum waar alle sleutelfiguren samen op het podium verschijnen.

De twee delen sluiten nauw op elkaar aan. Dat vereiste veel communicatie tussen De Blok en Van Klaveren die elk een deel van de regie voor zich namen. Toch werkten De Blok en Van Klaveren ook apart: “Rijk is erg gestileerd, met veel zwart-wit, gouden lijsten en een precieze tafeldekking.” Het arme perspectief omschrijft De Blok als een ‘georganiseerde chaos’ met juten zakken en barren gemaakt van weefgetouwen.

Logistieke puzzel

Het dubbele perspectief is een logistieke puzzel. Wel vijf acteurs verschijnen in beide delen. Met spoorboekjes en excelsheets hielden ze het overzicht. „Dan is die hier, dan is die weer daar”, vertelt van Klaveren, „maar we hebben het nu onder controle.”

Door de historische context kan de productie op betrokkenheid rekenen van de lokale gemeenschap: „Het ensemble bestaat uit acteurs uit de buurt. Die mensen weten veel over Enschede. Dat maakt het bijzonder”, vertelt De Blok. Maar de musical is ook interessant voor mensen buiten Twente, zegt De Blok: „Het raakt je, omdat we de thematiek breder trekken.”

Dat gebeurt vooral in de derde akte, wanneer Ariëns reflecteert op zijn handelen. „Het stuk gaat uiteindelijk over economische ongelijkheid. Dat resoneert met de tijd van nu”, zegt Van Klaveren. Door Het Stof is daarmee niet alleen een theaterervaring, maar ook een uitnodiging om vanuit meerdere perspectieven na te denken over kansenongelijkheid van toen én nu.

Koops (Remco Sietsema, midden vooraan) en het ‘arme’ ensemble, in ‘Door Het Stof’.

Foto Willem van Walderveen
Lees het hele artikel