Neanderthalers kookten op grote schaal botten uit om het vet eruit te verzamelen en op te eten. In Duitsland, ten zuiden van Halle, is zo’n ‘vetfabriek’ gevonden, zoals de archeologen het noemen, van onverwacht hoge ouderdom: 125.000 jaar oud.
Neanderthalers verzamelden daar in korte tijd grote hoeveelheden botten van minstens 172 grote dieren (paarden, oerrunderen, herten en zelfs een enkele leeuw). Die botten sloegen ze vervolgens met hamerstenen in meer dan honderdduizend fragmenten. Die fragmenten kookten ze vervolgens boven een laag vuurtje, mogelijk in ‘containers’ (potjes) van berkenschors, zo schrijft een team van archeologen, onder leiding van Lutz Kindler (Johannes Gutenberg-Universität Mainz) en Wil Roebroeks (Universiteit Leiden) deze week in Science Advances.
Het breken van botten om daaruit het vette beenmerg te kunnen eten is een gewoonte van mensachtigen die al miljoenen jaren oud is. Maar onder moderne jagers-verzamelaars is ook het uitkoken van botten een algemeen verspreide praktijk, om daarna het losgekomen vet van het wateroppervlak te scheppen. De oudst bekende aanwijzing daarvoor in de prehistorie was tot nu toe slechts 28.000 jaar oud, uit het Portugese Vale Boi (in de Algarve), toen alleen nog moderne mensen, Homo sapiens, in Europa leefden. Dat de Duitse gereedschap- en bottenvondsten nu wijzen op hetzelfde gedrag bij neanderthalers, voegt opnieuw een duidelijk bewijs van flexibele maar ook arbeidsintensieve voedselverwerking toe aan het repertoire van de vroeger zo vaak onderschatte neanderthalers. Onderzoeken uit heel Europa toonden eerder al neanderthalers die planten, vis, zeevruchten en zelfs granen aten. De grote schaal van de ‘grease rendering site’ bij de Duitse vindplaats Neumark Nord wijst ook op efficiënte planning en voorbereiding. Gezien hun flexibiliteit in voedselkeuze zullen de neanderthalers in Neumark hun calorieën ongetwijfeld niet alleen uit de vetfabriek hebben gehaald maar ook uit allerlei soorten plantaardig voedsel. Neanderthalers stierven ongeveer 35.000 jaar geleden uit. Ze zijn nauwe verwanten van de moderne mens, met een gemeenschappelijke voorouder die 600.000 jaar geleden leefde. Er is ook daarna nog veel genenuitwisseling geweest.
Enorme hoeveelheden
De belangrijkste aanwijzing voor de vetfabriek in Neumark is de combinatie van de enorme hoeveelheden door mensen gebroken botfragmenten van minstens 172 individuele dieren, hamerstenen én de vele resten van vuur op een kleine plek van 50 vierkante meter vlak bij een van de toenmalige meertjes op Neumark Nord. Het zijn resten die al die millennia ook bijzonder goed bewaard zijn gebleven in een sedimentlaag, zonder verstoring. „Het is een constellatie die in vorm en inhoud als twee druppels water lijkt op wat we weten van vetproductie-plaatsen uit de etnografie”, zegt archeoloog Wil Roebroeks in een toelichting.
En verder is al langer bekend dat sommige neanderthalers hun voedsel kookten. „Maar hoe ze hier de botten kookten, weten we gewoonweg niet precies”, erkent Roebroeks. „Wat we wel weten is dat neanderthalers toen al minstens 100.000 jaar berkenpek gebruikten om lijm te maken, een best ingewikkeld proces. Berkenschors was voor hen zeker een bekend materiaal. En uit experimenten is duidelijk geworden dat je daarvan goed een waterdichte container kunt maken die je, gevuld met water, boven een open vuur kunt opwarmen. Het water hoeft niet eens te koken, je laat de botfragmenten gewoon lang sudderen. Dat is hier de simpelste en dus vooralsnog waarschijnlijkste optie.”
Aan de botresten is helaas niet te zien of ze gekookt waren. De veranderingen die daardoor ontstaan, zijn nog niet te onderscheiden van veranderingen die veroorzaakt worden door langdurig verblijf in de grond.
Konijnenuithongering
Vet was extreem belangrijk voor prehistorische jagers-verzamelaars. Toch is bij het onderzoek van prehistorische diëten heel lang de nadruk blijven liggen op het belang van dierlijk eiwit dat bij de jacht verworven werd. En nog altijd is dat ‘protein-first-idee’ stevig gevestigd in de nog altijd bestaande sociale beweging van ‘oerdiëten’.
In werkelijkheid was – en is – eiwit geen geschikt ‘bulkvoedsel’ om aan voldoende calorieën te komen omdat het bij grote hoeveelheden giftig kan worden. Bij de vertering van eiwit komt ammoniak vrij en de lever kan die voor mensen giftige stof niet onbeperkt afbreken. De bovengrens voor dagelijkse consumptie ligt voor volwassenen ongeveer op 300 gram eiwit per dag, hetgeen slechts 1.200 kcal oplevert. Daarboven ontstaat een langzame vergiftiging die in de literatuur ‘konijnenuithongering’ heet, genoemd naar een historisch verschijnsel in Noord-Amerika, waar ooit indianengroepen en nog vaker westerse kolonisten die door omstandigheden gedwongen waren lange tijd alleen konijnenvlees te eten, dat bijzonder weinig vet bevat. Ze werden al na een week misselijk en beroerd. Op sommige poolexpeditie kwam hetzelfde voor.
Zo belangrijk is vet vlees bij jagers dat het in huidige tijden zo geliefde rood vlees, dat weinig vet bevat, door traditionele jagers-verzamelaars vaak aan hun honden werd gegeven, of gewoon bij de slacht achtergelaten. De vetrijke weefsels om de ingewanden, de vettige hersenen en borststukken en natuurlijk de botten zijn veel belangrijker.
De opgravingssite van Neumark Nord is bijzonder omdat al uit eerder onderzoek bleek dat daar neanderthalers duizenden jaar lang vrijwel permanent woonden op een relatief klein oppervlak en ook het landschap aan hun behoeften aanpasten (onder andere door de vegetatie rond meertjes regelmatig af te branden). En niet alleen op de plek de vetfabriek worden grote hoeveelheden botten gevonden, ook elders in het wijdere gebied liggen grote verzamelingen uit dezelfde tijd, ook van olifanten en neushoorns. Roebroeks: „Ik denk dat we hier naar het topje van de spreekwoordelijke ijsberg kijken. Bejaging door neanderthalers zou weleens een heel grote invloed kunnen hebben gehad op de populaties van hun prooidieren, zeker als het gaat om dieren met een langzame voortplanting, zoals olifanten en neushoorns.”
Lees ook
Nederland ligt vol met sporen van neanderthalers (maar de kenners ervan gaan met pensioen)
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19114235/data128003631-eee5d1.jpg)