De Nederlandse staat is niet verplicht om, tegen de achtergrond van het genocidale geweld in Gaza, specifieke maatregelen te nemen tegen Israël. Dat heeft het gerechtshof van Den Haag donderdag in hoger beroep geoordeeld. De Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq en enkele andere organisaties gingen in hoger beroep nadat de rechter eerder al had geoordeeld dat de staat niet verplicht kan worden tot extra inspanningen tegen Israël.
De rechter schrijft dat het „aannemelijk” is dat er „een risico bestaat op genocide en ernstige schendingen van de mensenrechten”. Maar het is „in beginsel” niet aan het hof „om aan de Staat voor te schrijven welke maatregelen genomen moeten worden om dat tegen te gaan”. In dat oordeel neemt de rechter ook mee dat Nederland reeds een aantal maatregelen heeft genomen.
Nederlandse honden
Al-Haq vroeg onder meer de export van Nederlandse wapens naar Israël te verbieden. De rechter wijst erop dat al geen vergunning wordt verleent aan wapenuitvoer „als het risico bestaat” dat wapens „in Gaza zullen worden ingezet”. Over de inzet van Nederlandse honden door het Israëlische leger, zegt de rechter dat dit enkel via een wetswijziging kan worden verboden.
„De rechter is niet bevoegd de regering opdracht te geven zo’n wijziging door te voeren.” Ook is er „onvoldoende reden” om de staat te dwingen op te treden tegen bedrijven die handel drijven met Israël gericht op illegale nederzettingen op de door dat land bezette Westelijke Jordaanoever.
Lees ook
Nederland heeft de wapenexport naar Israël fors ingeperkt – maar nog niet genoeg, zeggen tien organisaties


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/06135026/061125BIN_2021915582_taghi.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/06134758/061125BUI_2022388712_1.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/06140533/061125VER_2022414411_dijkextra.jpg)






English (US) ·