SP: krijgt werkende klasse straks klappen van ‘mooie, stabiele en hoopvolle coalitie’?

De SP, die van vijf naar drie Tweede Kamerzetels is gedaald, en de laatste tien verkiezingen verloor, „past bescheidenheid”, stelt fractievoorzitter Jimmy Dijk donderdag voorafgaand aan het gesprek met verkenner Wouter Koolmees.

Kabinetsdeelname vindt Dijk niet reëel. Als vijfde partij toetreden tot een kabinet met D66, VVD, CDA en JA21 lijkt hem „zeer onverstandig”. Logischere opties vindt hij een kabinetsvorm die „zogenaamd centrumrechts wordt genoemd” en „eentje die zogenaamd midden wordt genoemd”. Die laatste mogelijkheid met D66, VVD, CDA en GroenLinks-PvdA lijkt Dijk het „meest reëel”.

De SP vreest tegelijkertijd dat „de werkende klasse” of mensen met een uitkering of AOW „zo meteen de klappen krijgen van deze mooie, stabiele en hoopvolle coalitie”. Met deze lichte sneer doelt Dijk op collega’s Rob Jetten (D66), Dilan Yesilgöz (VVD), Jesse Klaver (GroenLinks-PvdA) en Henri Bontenbal (CDA) die alle vier pleitten voor een „stabiele” coalitie, naar de wens van veel kiezers. D66 koos voor een campagne met meer optimisme dan bij de verkiezingen in 2023.

Dijk had tot de verkiezingsnederlaag een coalitie van SP tot en met het CDA voor ogen, vertelde hij afgelopen september aan NRC: „Het meest sociale kabinet ooit”, spiegelde hij voor. „Dan krijgen we het meest sociale kabinet ooit, daar snakken veel mensen naar.” Als de SP tien zetels zou halen, kon de partij een sleutelpositie krijgen in de kabinetsvorming, voorspelde Dijk.

Een sleutelpositie voor de SP „is geenzins het geval”, stelt Dijk inmiddels. „Het is écht aan de grote en de winnende partijen.”

Stoffer

Net als Dijk ziet Chris Stoffer het evenmin gebeuren dat zijn SGP als vijfde partij in een kabinet stapt met D66, VVD, CDA en JA21, vertelde hij aan persbureau ANP. De SGP verschilt in grote mate van D66 en in mindere mate van het uiterst rechtse JA21, aldus Stoffer.