Neusgezwel en manboobs – wie was Rembrandts mysterieuze tijdgenoot ‘Meester I.S.’?

17 uren geleden 2

Soms kom je in de oude kunst nieuwe gezichten tegen. Modellen die zo levend en karakteristiek zijn weergegeven dat ze hier en nu van de straat lijken te zijn geplukt. In de zestiende eeuw schilderden Jan van Scorel, Joos van Cleve en Antonis Mor zulke levensechte koppen, in de zeventiende eeuw bijvoorbeeld Bartholomeus van der Helst en Frans Hals. In Museum De Lakenhal in Leiden is nu een tentoonstelling gewijd aan het kleine, maar opmerkelijke oeuvre van een kunstenaar wiens naam eigenlijk ook in het rijtje thuishoort. Het probleem is alleen dat we die naam niet kennen.

            Het gaat om een zeventiende-eeuwse, vermoedelijk Leidse schilder die zijn werk signeerde met de initialen I.S. Waar dat monogram voor staat is niet duidelijk. Er is dan ook bijna geen informatie voorhanden over de Meester of Monogrammist I.S., zoals hij door kunsthistorici wordt genoemd. Hij was in elk geval werkzaam tussen 1633 en 1658, want die jaartallen zijn op gesigneerde schilderijen te vinden. Voor de link met Leiden pleit een sterke stilistische en thematische verwantschap met het werk van Leidse tijdgenoten als Jan Lievens, Gerard Dou en de jonge Rembrandt. Er zou ook een Noord-Europese connectie kunnen zijn, aangezien een deel van zijn oeuvre zich al eeuwen in Scandinavische collecties bevindt en de figuren in zijn schilderijen soms Scandinavische of Baltische kledingstukken dragen. Was I.S. misschien een buitenlander die als student naar Leiden kwam en naast zijn wetenschappelijke werk begon te schilderen?

Neusgezwel

Het leuke van de tentoonstelling en van de Engelstalige catalogus, waarin alle bekende feiten en hypotheses verzameld zijn, is dat de onderzoekers open kaart spelen over wat ze niet weten. Daardoor ga je met ze meedenken over toeschrijvingen, onderwerpen, schilderstijl, chronologie – en je hoopt met hen dat de verzamelde clues nog eens zullen leiden tot de ontraadseling van I.S.’s identiteit.

Ook over zijn modellen is weinig bekend. Behalve door I.S.’s eigen anonimiteit komt dat doordat hij geen portretten van opdrachtgevers met geld of status schilderde, maar zogenaamde tronies: studies van gewone burgers met door het leven getekende of anderszins karakteristieke koppen. Maar bij alle onduidelijkheid is één ding wel zeker: de Meester I.S., wie hij ook was, heeft drie of vier kopstudies gemaakt die tot de mooiste portretten in de zeventiende-eeuwse Nederlandse kunst behoren.

Meester I.S., Portret van een vrouw, naar links gewend, ca. 1650. Olieverf op doek op paneel, 34 x 27 cm.

Collectie Montreal Museum of Fine Arts, Montreal

Meester I.S., Man met een gezwel op zijn neus, 1645. Olieverf op paneel, 48 x 37 cm.

Collectie Nationalmuseum, Stockholm

Hij flatteerde daarbij allerminst. Als een stillevenschilder verlustigde hij zich in de textuur en details van gezichten: oogvocht, haargroei, wenkbrauwen of het ontbreken daarvan, de vlezigheid van lippen, de vorm en richting van rimpels en plooien, de kleuren en onregelmatigheden in de huid. Hij had een voorkeur voor oudere modellen en voor mensen met afwijkingen of misvormingen in hun gelaat. In De Lakenhal trekt een man met een groot neusgezwel de meeste aandacht. Zijn neus hangt als een penis aan zijn gezicht.

Vermeend zelfportret

De gefijnschilderde koppen in close-up lijken I.S.’s latere werk; in zijn jongere jaren schilderde hij figuren in interieurs met boeken en vanitasstillevens. Het interessantste van die figuurstukken is Jonge geleerde halfnaakt uit 1638. Achter een tafel met een groot donker kleed en een dik, stukgelezen boek zit een jonge man met zwart haar, een hipstersnorretje en een ontbloot bovenlijf. Hij heeft nogal prominente manboobs. Waarschijnlijk zien we hier de mysterieuze schilder zelf, want die naaktheid, die informele houding, die prangende blik, dat moet haast wel een zelfportret zijn. Het gezicht lijkt bovendien op dat in drie vermeende zelfportretten van I.S. die alleen nog van reproducties bekend zijn. ‘De borstpartij roept vragen op over gender en identiteit’, staat er op het bordje naast het schilderij. Dat is wat modieus geformuleerd, maar het zou natuurlijk kunnen dat de schilder zelf afweek van de gangbare fysiek en zich daardoor ook meer voor lichamelijke curiositeiten bij anderen interesseerde. Of het was andersom: hij gaf iedereen ongefilterd weer, dus ook zichzelf. Beetje vet op borsthoogte, niks om je voor te schamen.

Meester I.S., Jonge geleerde halfnaakt, 1638.


Particuliere collectie

Overigens is het oeuvre van de Meester I.S. geen kermis met ongewone mensen als attracties. Oké, het gezwel op die man zijn neus, daar kijk je niet makkelijk omheen. Maar zijn oog, oor, dunne haar en kleding zijn net zo minutieus vereeuwigd. Zijn zachte baard gaat naadloos over in het bont van de mantel om zijn schouders. Een oude vrouw heeft niet alleen een gezicht vol groeven, maar ook een ernstige uitdrukking die nieuwsgierig maakt naar wat er in haar omgaat. Bij een jongere vrouw met geprononceerde jukbeenderen en een melancholieke, afwezige blik zie je pas in tweede instantie de ontsteking op haar ooglid. En een Man met een blind oog (1653-1655) is net zo goed een man met plukjes haar die allemaal een eigen leven leiden, alsof hij net wakker is.

Nu we toch aan het meedenken zijn met de kunsthistorici die zich in dit oeuvre verdiepen: het laatste schilderij, van die halfblinde man, is in de aanloop naar deze tentoonstelling ontdekt in een particuliere verzameling. Wat een aanwinst voor Leiden en het Nederlands openbaar kunstbezit zou het zijn als Museum De Lakenhal, dat nog niets van I.S. heeft, dit meesterwerk van de mysterieuze meester kon verwerven.

Meester I.S., Jonge geleerde, 1633.

Collectie
Bayerische Staatsgemäldesammlungen, Staatsgalerie im Schloss Johannisburg Aschaffenburg, München
Lees het hele artikel