Nieuwe muziek: de nieuwe The Last Dinner Party en de nieuwe Tame Impala vallen tegen

13 uren geleden 1

De grappige combinatie van bloederige teksten en weelderige muziek mist hier stootkracht.

De vijf vrouwen van The Last Dinner Party werden de afgelopen twee jaar razendsnel populair. Ze blinken uit in vanzelfsprekende schwung en notenvlechtwerkjes, gecombineerd met theatrale arrangementen. Het tweede album biedt opnieuw die successtijl.

De vijf muzikanten van de Britse band The Last Dinner Party combineren een luxueus geluid met bloederige teksten. Door die bijzondere mengvorm, gepaard aan theatrale arrangementen en een talent voor glooiende melodieën, groeiden de vijf vrouwen de afgelopen twee jaar uit tot een popsensatie. Hun debuutalbum Prelude to Ecstasy verscheen begin 2024, daarna tourden ze onophoudelijk, en speelden op grote popfestivals als Glastonbury, Coachella en Pinkpop.

Hun Prelude to Ecstasy werd het best verkochte debuutalbum in Engeland sinds 2015. De vijf kregen idolen-status, hun kledingstijl (een mix van Victoriaanse jurken, korsetten en fetish-riempjes) en gothic make-up werden een trend. Zo kwam alles razendsnel – ook de terugslag. Door het vele touren raakte de groep opgebrand, en moest een aantal concerten worden afgezegd. Critici meenden dat TLDP een ‘Industry plant’ was, oftewel bij elkaar gezocht en opgekweekt door handige managers. Dat is een verwijt dat veel succesvolle vrouwelijke muzikanten treft, denk aan Lana Del Rey en recentelijk Chappell Roan.

De vijf bijten van zich af, vooral door te overtuigen met hun bijzondere stijl. Ze spelen niet alleen meerdere instrumenten per persoon, ze smeden de klanken van die piano’s, gitaren, strijkers en pauken ook tot een soepele bombast. Dat valt nu weer op, op het tweede album From The Pyre, dat dus slechts anderhalf jaar na het debuut verschijnt.

Hoe meer drama, hoe beter

Hun nummers hebben een vanzelfsprekende schwung, waar gedetailleerde notenvlechtwerkjes van bijvoorbeeld gitariste Emily Roberts nooit de vaart uit halen. Zo lenig passen de onderdelen in elkaar.

De verrassing van het debuut school ook in de omarming van een vaak als pompeus beschouwde stijl, met galm, engelachtige koorzang en kwinkelerende piano’s – elementen die door andere muzikanten eerder ironisch gebruikt worden dan serieus. Maar TLDP koos een barokke stijl zonder ironie of voorbehoud. Groter, voller, weelderiger – hoe meer dramatiek hoe beter.

Zangeres Abigail Morris draagt die weelde met gemak. Haar hoge krachtige stem declameert duidelijk de woorden; het is een grappig contrast hoe die keurige zangstem gruwelijke beelden opdist. Een nogal grimmig beeld van seksualiteit sprak op het eerste album al uit ‘The Feminine Urge’, over aanranding, waarin ze zingt „I’m only here/ For your entertainment” en „I am a dark red liver stretched out on the rocks”, op geaffecteerde toon terwijl de boodschap pijn doet.

Die hang naar onheil is gebleven. Morris lijkt zich door de eeuwen te verplaatsen, van religieuze metaforen naar mythologische beelden naar de guillotine: „I’m Jesus Christ / I’m swinging / In a gallery in France / I’m the guillotine / I’m terrified” zingt ze in sluitstuk ‘Inferno’. Of ze is ‘disembowelled’ door lust in ‘Agnus Dei’.

Hoe glooiend en weelderig en – tussen de regels door – gruwelijk ook, dit tweede album is minder overrompelend dan het eerste. Dat komt doordat de stijl op From The Pyre goeddeels onveranderd is, afgezien van nog meer kerkelijke galm en hemelse zangpartijen. Sommige melodieën missen stootkracht. ‘Count The Ways’ en ‘Second Best’ zijn deinend maar amechtig. Een wraakzuchtig ‘This Is The Killer Speaking’ en sinister ‘Count The Ways’ maken dat niet meer helemaal goed. 

Hester Carvalho


Alle goede ideeën ten spijt: de nieuwe van Tame Impala is niet goed


Aan goede ideeën geen gebrek, maar ze komen op het vijfde album van de genre overstijgende Australische eenmansband nauwelijks tot bloei. Wat heet, op veel momenten is de muziek simpelweg vervelend.

Laat het maar meteen gezegd zijn: het nieuwe album van Tame Impala is niet goed. Dat ligt niet aan het feit dat de Australische eenmansband van Kevin Parker een nieuwe afslag pakt. Dat deed hij immers vaker. Ieder album is een nieuw hoofdstuk, waarin het geluid van Tame Impala wordt uitgebreid. In de loop van zijn catalogus schudde Kevin Parker de psychedelische deken waaronder hij doorbrak steeds meer van zich af, en laat hij zien hoe er een voorliefde voor andere genres onder verstopt lagen. Nog meer dan in eerder werk klinkt er house, disco en techno op Deadbeat. Het pakt alleen niet zo goed uit.

Audiofreak Parker begint zijn album nog mooi, met iets wat klinkt als een slechte telefoonopname van een pianoriedel en een eerste poging er een couplet door te zingen. Inclusief een lichte hapering in zijn spel als hij zijn handen moet verzetten op de toetsen. Die hapering valt op zijn plek als de piano verandert in een loop en naadloos overgaat in het werkelijke nummer dat vol zit met productionele details en bijna tastbare texturen zoals in veel van zijn werk. In ‘No Reply’ valt alweer een piano op. Dromerig dit keer, waarbij het indrukken van de pedalen en vogelgefluit hoorbaar is. Het contrasteert mooi met de elektronische drums in de minuten ervoor.

Maar die mooie momenten beperken zich op het verdere album tot korte momenten. De goede ideeën waren er, maar niet de ruimte om die te laten bloeien tot iets moois. De reggaeton drums in ‘Oblivion’ zouden bijvoorbeeld een frisse aanvulling kunnen zijn in het Tame Impala-arsenaal, als er niet zo richtingloos jammerend overheen gezongen werd. ‘Not my World’ klinkt alsof er een feestje bij de buren is, en Parker aan de andere kant van de muur vol vervelend zelfmedelijden tegen zichzelf zingt hoe hij zich nergens thuis voelt. In het deephouse outro draait de camera weg bij zijn gezwelg en verschuift naar het feestje. Er klinkt zelfs iets van het specifieke verlangen door wat alleen elektronische muziek in een club kan vangen. Maar dan moet je wel eerst die taaie eerste helft van het nummer uitzingen.

Opvallend is ook hoe vaak de muziek refereert naar andere artiesten. Het plukkende synthesizergeluid in ‘Piece of Heaven’ lijkt rechtstreeks bij Enya vandaan te komen. Radiosingle ‘Dracula’ klinkt als een kliekje dat is blijven liggen na de eerdere samenwerking met Dua Lipa. Dat is ook het moment dat de geest van Michael Jackson begint rond te dwalen, in meerdere nummers. Net zo lang tot Parker met de baslijn van ‘Afterthought’ de invloed van ‘Thriller’ nog eens extra in het gezicht van de luisteraar duwt. Gelukkig is er dan nog de afsluiter ‘End of Summer’. Zeven minuten lang ontstaat en brokkelt er van alles af, terwijl een techno-kick doorraast. Zo mooi kan het blijkbaar zijn.

Dit vijfde album van Tame Impala levert precies genoeg momenten op om de setlist van zijn komende wereldtournee mee op te frissen. Misschien is dat op dit moment in zijn carrière ook het belangrijkste. Maar voor een heel album valt er weinig te halen.

Ralph-Hermen Huiskamp

Rock Soulwax
All Systems Are Lying

Een rockplaat zonder gitaren. Het voelt als iets wat de Belgische broers van Soulwax al vaker deden, en toch is hun nieuwste weer de moeite waard. Hun dj-alias 2ManyDJ’s is nooit ver weg. Ook al niet verrassend: het klinkt fantastisch. Of het nou hamerende Steve Reich piano’s zijn, een vies ontsporende bass-synthesizer of een venijnig plastic orgeltje. En ach, die pamfletterige teksten. Die storen precies niet. (RHH)

Pop Lily Allen
West End Girl

„I mean it makes me really sad, but…” In het eerste nummer hoor je hoe Lily Allen nattigheid begint te voelen: haar man bedriegt haar. Allen maakt op haar eerste album in zeven jaar vervolgens alle stadia door: verraad, ontkenning, woede, verdriet, schaamte, berusting, en weer opnieuw. Muzikaal niet heel spannende elektropop, maar haar verhaal en vlijmscherpe teksten houden met gemak én plezier de aandacht vast – tenzij je haar ex bent, of de minnares, die fucking Madeline. (Peter van der Ploeg)

Metal Psychonaut
World maker

Post-metal is een vreemd en ongrijpbaar subgenre, maar als je luistert naar het nieuwe album van de Mechelse groep Psychonaut weet je precies wat ermee bedoeld wordt: heavy, zeker, maar ook meeslepend, melancholisch, melodieus en uitdagend, in kraakheldere productie. Ergens tussen Tool en The Ocean. (PvdP)

Pop Sigrid
There’s Always More That I Could Say

Zangeres Sigrid uit Noorwegen heeft succes met dik aangeklede popnummers, maar op haar nieuwe derde album klinken de drums mechanisch en vallen haar zangpartijen te opgewonden uit. Alleen het titelnummer, een ballade, vormt een rustpunt door de heldere zangpartij met slechts piano. Eigenwijs statement, in meer nummers, is de uit de band springende dwarsfluit. (HC)

Latin Jazz Mon Laferte
Femme Fatale

De Chileens-Mexicaanse zangeres Mon Laferte maakte in 2023 veel indruk met het experimentele Autopoiética. Haar nieuwste album is zoeter en voorspelbaarder: jarenvijftig rokerige jazz in een latin jasje. Vocaal bakt Laferte geen zoete broodjes en daagt ze zichzelf uit als voorheen. Muzikaal mist het de scherpe hoeken. (PvdP)

Lees het hele artikel