Op Apple-conferentie struikel je over de influencers, wat soms de sfeer overschaduwt

Het is een jaarlijks hoogtepunt dat techliefhebbers en nerds steevast met een dikke rode stift in hun agenda markeren: Apples ontwikkelaarsconferentie WWDC. Op het streng beveiligde hoofdkantoor Apple Park in Cupertino (Californië) laat topman Tim Cook samen met een team ontwikkelaars zien wat er verandert op alle Apple-apparaten bij de nieuwste updates.

Dit jaar draait alles om ingebouwde AI-tools waarmee je bijvoorbeeld telefoongesprekken live kunt laten vertalen. Ook krijgt het scherm een nieuwe uitstraling met een glazen look en komen er handige snufjes bij. Je hoeft bijvoorbeeld niet meer eindeloos naar irritante pauzemuziek te luisteren als je ergens in de wacht staat en onbekende nummers moeten eerst per tekst een reden naar je opsturen waarom ze je bellen.

Zo’n conferentie is een imponerend gekkenhuis. Honderden journalisten uit alle hoeken van de wereld zijn deze week door Apple uitgenodigd om naar Amerika te komen voor verslaggeving, en ook ik mocht mijn koffer pakken. Normaal gesproken is het vrijwel onmogelijk om binnen te komen bij Apple Park, het buitenaardse hoofdkantoor dat geldt als een van de duurste gebouwen ter wereld (ter vergelijking: het One World Trade Center in New York kostte 3,9 miljard dollar, de kosten voor Apple Park worden geschat op 3,6 miljard). Het beslaat zo’n 260.000 vierkante meter en overal rijden golfkarretjes rond, simpelweg omdat het te lang duurt om van de ene ruimte naar de andere te lopen.

Tijdens toiletbezoeken raakte ik compleet verdwaald. De ene keer stond ik ineens oog in oog met de Emmy die Apple won voor de serie Ted Lasso. De andere keer liep ik per ongeluk de personeelskantine binnen, die meer leek op een door Michelin-sterrenchefs georganiseerd bal dan op een plek waar je gewoon een tosti kunt halen.

Wat soms de sfeer overschaduwt, is de influencer-ziekte waar ook Apple niet aan ontsnapt. Naast honderden journalisten nodigde het bedrijf óók honderden influencers uit. Dit is geen nieuw fenomeen; journalisten en influencers worden ook door communicatiebureaus regelmatig op één hoop gegooid.

Uiterst merkwaardig. Want het zijn twee totaal verschillende vakgebieden. Journalisten willen informatie inwinnen en vragen stellen, ook kritische. Influencers hebben alleen een commercieel doel.

Tijdens WWDC werd dit verschil weer duidelijk. Niet alleen doordat influencers zichzelf om de haverklap filmen, maar ook door de lofzang. Al pratend tegen de camera kocht een Zweedse vlogger voor duizend dollar aan Apple-merchandise. Midden in de conferentie riep een influencer, uiteraard zichzelf filmend: ’Apple, ik hou van je!’ Iets wat je tijdens een persconferentie in Den Haag niet snel zal horen.

Het is logisch dat Apple blij is met deze wandelende reclameborden, maar zo blijft er soms weinig tijd en ruimte over voor een scherpe bevraging. Neem bijvoorbeeld de geflopte uitrol van Apples AI-software Apple intelligence. Die had dit jaar al moeten verschijnen, maar stelt nog altijd vrij weinig voor. Ontwikkelaars spraken er niet over tijdens de persconferentie en bleven ook later vaag bij kritische vragen. Hopelijk maken influencers bedrijven niet té verwend, vooral nu de macht van big tech steeds vaker ter discussie staat.