Een gewone voorbijganger zal niets bijzonders zien aan het grote, nieuwe zonnepark Schalkwijk, gelegen tussen twee perenboomgaarden in Houten. Achter een groen hek liggen de zonnepanelen in lange, strakke rijen op poten boven het gras. Dertigduizend panelen op vijftien hectare, goed voor 16 megawatt. Wat het zonnepark toch bijzonder maakt: het is voorzien van de nieuwste techniek waarmee netbeheerders de overbelasting van het propvolle stroomnet willen verminderen. Het Houtense park moet een voorbeeld vormen voor nieuwe grote zonne- en windparken in de rest van Nederland.
In dit zonnepark kan de netbeheerder de elektriciteitsopwekking ‘dimmen’. Wanneer het stroomnet overbelast dreigt te raken doordat te veel opgewekte energie het net op stroomt, kan netbeheerder Stedin vanuit het hoofdkantoor in Rotterdam de productie afremmen. Niet alle capaciteit van dit park hoeft dan verloren te gaan, wat wel gebeurt als het park volledig wordt afgeschakeld. Dat laatste doen netbeheerders nu in noodgevallen.
Dat netbeheerders stroomopwekking kunnen dimmen, is sinds vorig jaar verplicht voor alle nieuwe grootschalige wind- en zonneparken in Europa. In sommige landen gebeurt dat al langer. Het zonnepark in Houten is het eerste in Nederland. In de Hoeksche Waard staat al een dimbaar windpark.
Ondergrondse kabels
Het stroomnet zit overvol, roepen netbeheerders al jaren. Om de klimaatdoelen te halen, moet Nederland af van fossiele brandstoffen en overstappen op duurzaam opgewekte elektriciteit. Het aanbod van bijvoorbeeld zonne- en windenergie neemt mede daardoor rap toe. Alleen kan de infrastructuur – ondergrondse kabels, hoogspanningsmasten en verdeelstations – dit nog niet aan.
Inmiddels zijn allerlei initiatieven ontstaan om de overbelasting van het stroomnet te verhelpen. Beheerders breiden de infrastructuur uit, al gaat dat niet snel genoeg. Gebruikers en opwekkers van energie proberen vraag en aanbod af te stemmen, wat de overbelasting ook vermindert. En er wordt gekeken hoe er zonne- en windparken bij kunnen komen zonder dat die extra overbelasting veroorzaken tijdens piekmomenten. Het project in Houten is daarvan een voorbeeld.
Je moet dichtbij komen om het te horen, maar de ventilatoren onder de panelen loeien terwijl ze apparatuur koelen. „Een goed teken”, zegt David Peters, bestuurslid van Stedin, tijdens een wandeling door het zonnepark. „De zonnepanelen zijn hard aan het werk.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130954632-5dda7e.jpg|https://images.nrc.nl/U_00wj1EJ05s0hhqmOCr37NHJ3I=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130954632-5dda7e.jpg|https://images.nrc.nl/G3rw_9MDtVkKFSLW1qMP_CwMcrI=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130954632-5dda7e.jpg)
Foto Olivier Middendorp
De ‘omvormers’ op park Schalkwijk, 64 witte kastjes onder de zonnepanelen, zetten de opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Daarna gaat de elektriciteit ondergronds naar een van de negen grijze gebouwen op het terrein, waar ze het juiste voltage krijgt. Daarna stroomt de elektriciteit weer onder de grond het net op, onder het Amsterdam-Rijnkanaal door.
Het nieuwe aan dit zonnepark hangt in een klein kastje, in een van de grijze gebouwen. Daarin zitten de internetkabels voor de communicatie tussen omvormers en het Stedinkantoor. Een monteur legt uit: „De inspecteurs in Rotterdam die via computerschermen het stroomnet permanent in de gaten houden, geven de omvormers op afstand een commando om een beetje minder elektriciteit het net op te laten stromen. Bijvoorbeeld 80 procent in plaats van 100.” Parkeigenaar GroenLeven krijgt de ongebruikte energie later van Stedin vergoed.
Paasweekend
Waarom is gekozen voor Houten? Om te beginnen omdat bijna de helft van alle huiseigenaren zonnepanelen op het dak heeft, waar dat landelijk bij ongeveer een op de drie zo is. „Tel daarbij op dat er in de gemeente ook verschillende grote zonneparken liggen, vaak in of bij boomgaarden”, schrijft Stedin in een persbericht.
Het zonnepark kan zeventigduizend woningen van stroom voorzien, veel meer dan de woningen en bedrijven in de buurt nodig hebben. Behoorlijk wat energie moet hier dus het landelijke net op om door te stromen naar de rest van het land.
Dit paasweekend wordt het spannend voor Stedin, zegt Peters. „Met Pasen wordt meestal veel zonne- en windenergie opgewekt, terwijl de vraag naar energie dan juist lager is. Veel productieprocessen liggen stil, en kantoren zijn dicht.” Dan wordt het vermoedelijk de eerste keer dat de stroomproductie gedimd wordt, en zal blijken hoe soepel het proces verloopt en of nog aanpassingen nodig zijn. Omdat al verschillende keren is proefgedraaid, maakt Peters zich daar echter geen grote zorgen over.