Van de eerste maffiadode die hij in Palermo zag, maakte hij geen foto. Te verrast door wat hij aantrof nadat hij op zijn Vespa naar de plaats delict was gescheurd: het dode lichaam, het bloed, politie, toeschouwers, de chaos. “Ik keek alleen maar: hoe verhielden andere mensen zich tot deze scène? Echt geschokt was ik niet, het ging niet om iemand die ik kende. Wat de meeste indruk maakte was het levenloze van die persoon. Dat stille lichaam. Dat kon ik bijna niet bevatten. Alsof ik aan het wachten was op beweging. Een soort hoop, tegen beter weten in.”
In het archief van de Italiaanse fotograaf Franco Zecchin (Milaan, 1953) bevinden zich inmiddels honderden foto’s van vermoorde mensen. In de tentoonstelling in Fotomuseum aan het Vrijthof in Maastricht is een aantal daarvan te zien. Giovanni Lo Ligro, wiens lichaam door honderd kogels is doorzeefd. Piersanti Mattarella, president van de regionale regering van Sicilië, wiens lichaam wordt weggedragen. Stefano Bontade, maffiabaas, vermoord in zijn auto.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24105704/251025CUL_2018860142_3.jpg)
De moord op Diego Di Fatta, Palermo 1982.
Foto Franco ZecchinIn veel foto’s zien we de ontzetting en het verdriet van familie: een radeloze tienerzoon bij het lichaam van zijn dode vader, een wenende weduwe in een met bloed besmeurde bontjas. Een van zijn beroemdste foto’s is die van Benedetto Grado, zijn lichaam verborgen onder een wit laken, met zijn vrouw en twee dochters, alle drie in het zwart, op de achtergrond. Een perfecte, krachtige compositie die kledingmerk Benetton later zou gebruiken in een van zijn reclamecampagnes.
Maffiageweld
Franco Zecchin, die in Maastricht is voor de opening van zijn tentoonstelling, formuleert bedachtzaam: “Ik wil de dood niet isoleren. Juist door de mensen eromheen te laten zien, wordt duidelijk wat de impact is van al dit maffiageweld. Het echte onderwerp van deze foto is niet die vermoorde man, het zijn de vrouwen die erdoor geraakt worden. Ze droegen zwart omdat kort daarvoor hun broer en zoon al door de maffia vermoord was.”
Zecchin fotografeerde op Sicilië tussen 1975 en 1994, de jaren waarin verschillende maffiabendes de wapens niet alleen tegen elkaar opnamen, maar waarin ook burgers, journalisten en rechters als Giovanni Falcone en Paolo Borsellino tot de meer dan duizend slachtoffers behoorden. Hij trok er in 1975 naartoe nadat hij bij een theaterworkshop op de Biënnale van Venetië – al vanaf zijn zestiende was hij betrokken bij experimenteel theater – Letizia Battaglia (1935-2022) had ontmoet. Zij wordt gezien als één van Italië’s beroemdste fotojournalisten – Zecchin zou bijna twintig jaar met haar samenleven en samenwerken voor het linkse Italiaanse dagblad L’Ora. Samen richtten ze Informazione Fotografica op, fotoschool en agentschap, dat ervoor zorgde dat de wrede maffiapraktijken ook buiten Italië zichtbaar werden.
Theatersetting
Zecchins achtergrond in het theater heeft zijn fotografie sterk beïnvloed, zegt hij: “Je zou zo’n crimescene op straat ook kunnen zien als een theatersetting. Ik zoek naar compositie, naar het juiste licht, hoe ik me positioneer ten opzicht van wat ik zie. Die beslissing kan ik heel snel maken. Je hebt maar weinig tijd in al die hectiek. Ik studeerde kernfysica. Dan leef je in je hoofd. Door mijn theaterwerk leerde ik vanuit mijn lichaam en mijn intuïtie te reageren. Te voelen en tegelijkertijd te zien, en daar naar te handelen.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24105635/251025CUL_2018860142_1.jpg)
De kus. Palermo 1978.
Foto Franco ZecchinBehalve zijn geweldige oog voor compositie en licht valt het in de foto’s van Zecchin op dat er geregeld een persoon nét het beeld uit loopt, of een hand slechts gedeeltelijk zichtbaar is, alsof de kaders van het beeld te krap zijn: “Buiten het beeld gaat de wereld verder, dat vind ik belangrijk om te benadrukken. Een foto is maar een uitsnede uit de werkelijkheid, gemaakt door een fotograaf met een subjectieve blik. Door die randen van mijn foto’s op die manier te gebruiken, accentueer ik dat idee. Mijn keuze voor zwart-wit heeft daar ook mee te maken: een foto ís niet de realiteit. Die is immers in kleur. Zwart-wit benadrukt dat.”
Naast de beelden van maffiageweld fotografeerde Zecchin ook de armenhuizen, het carnaval, spelende kinderen, de religieuze processies en het dagelijks leven op Sicilië, in die tijd sterk verweven met de maffia, en legde zo vast hoe mensen er leefden in de schaduw van geweld en corruptie.



/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data139084420-fabcba.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24091646/241025WET_2020278092_windenergie.jpg)





English (US) ·