Vaccinatiegraad daalt sterkst onder Marokkaanse en Turkse Nederlanders, risico infecties in steden groeit

3 uren geleden 1

Het aantal kinderen dat is gevaccineerd tegen infectieziekten als mazelen en kinkkoest is de afgelopen jaren het sterkst gedaald onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Behalve op de Bible Belt, waar van oudsher veel orthodox-protestanten hun kinderen niet laten vaccineren, groeit mede hierdoor ook in de grote steden de kans op uitbraken van infectieziekten.

Dit staat in de jaarlijkse vaccinatie-rapportage van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), die donderdag is gepubliceerd. Uit het rapport blijkt ook dat de vaccinatiegraad afgelopen jaar weer wat is afgenomen onder kinderen die nog niet naar school gaan.

„In absolute aantallen hebben de meeste ongevaccineerde kinderen geen migratie-achtergrond”, zegt Jeanne-Marie Hament, programmamanager Rijksvaccinatieprogramma bij het RIVM. „Relatief wordt er het minst gevaccineerd onder kinderen met een migratie-achtergrond. Dat betekent dat veel van deze kinderen niet goed zijn beschermd tegen ziekten. Dat is zorgelijk, want zo ontstaan er al op jonge leeftijd gezondheidsverschillen tussen groepen.”

De vaccinatiegraad voor BMR (bof, mazelen, rode hond) en DKTP (difterie, kinkhoest, tetanus, polio) is al een jaar of tien over de hele linie aan het dalen. In het onderzoek is gekeken naar de BMR-prik, maar aangenomen wordt dat de daling voor de DKTP- en BMR-prik nagenoeg hetzelfde is. Lag de vaccinatiegraad bij de BMR-prik rond 2013 en 2014 voor alle kinderen boven de 95 procent, in 2020 was dat gezakt tot onder de 90 procent. Voor kinderen van Turkse en Marokkaanse komaf was de teruggang groter, namelijk tot 78 procent respectievelijk 65 procent.

Daarmee is het aantal gevaccineerde baby's met een Marokkaanse achtergrond meer dan een kwart lager dan Nederlandse baby’s zonder migratie-achtergrond.

‘Bij mazelen ingehaald door werkelijkheid’

Voor een goede bescherming tegen infectieziekten moeten negen op op de tien personen zijn gevaccineerd. Alleen dan kunnen besmette personen de ziekte niet overbrengen op veel andere personen en kan een uitbraak in de kiem worden gesmoord. Voor mazelen, die bijvoorbeeld vier tot zes keer zo besmettelijk is als Covid, moet de vaccinatiegraad eigenlijk minimaal 95 procent zijn.

„Terwijl we ons best doen om de vaccinatiegraad omhoog te krijgen, zijn we bij mazelen ingehaald door de werkelijkheid”, stelt Hament vast.

Vorig jaar waren er namelijk 203 gevallen van mazelen, tegen 7 meldingen in 2023. „Daarbij zagen we clusters van zieke, niet-gevaccineerde kinderen op islamitische en antroposofische scholen”, vertelt Hament.

De vaccinatiegraad voor BMR (mazelen) op deze scholen schommelt door de jaren gemiddeld rond de 75 procent. Bij islamitische scholen is die laatste jaren sterk gedaald; er zijn geen aanwijzingen dat dit komt door de religie. Het geloof speelt wel van oudsher wel een rol op orthodox-protestantse scholen, waar vier van de tien leerlingen niet zijn gevaccineerd. Scholen, zo schrijft het RIVM, zijn plekken waar niet-gevaccineerde kinderen „zich mogelijk clusteren”.

Zulke clusters en netwerken kun je ook hebben binnen families of buurten – maar niet per se in de vaak genoemde kinderopvang. Onder kinderen die de kinderopvang bezochten daalde de vaccinatiegraad de afgelopen jaren van 97 naar 91 procent. Dat was minder dan onder kinderen die niet naar de kinderopvang gingen; onder hen liep het terug van 92 naar 78 procent. „Dat doet vermoeden dat een vaccinatieplicht in de kinderopvang, waarover wel wordt gesproken, weinig zal doen voor de kinderen die niet naar de opvang gaan”, constateert Hament.

Reizen kan een rol spelen bij het overbrengen van een ziekte van het ene cluster naar het andere. Zo kampt Marokko met een grote uitbraak van mazelen, die al een kleine 200 mensen het leven heeft gekost. „Mensen die daarheen reizen kunnen besmet raken en bij terugkeer in Nederland mensen besmetten die mogelijk niet zijn gevaccineerd”, zegt Hament.

Gebrek aan kennis en vertrouwen in overheid

Om die reden informeren het RIVM en de GGD’s reizigers over dit soort risico’s. „Mensen staan hiervoor best open, zeggen vaak dat ze het helemaal niet wisten”, vertelt Hament. Gebrek aan kennis ligt volgens haar ook vaak ten grondslag aan het besluit om niet te vaccineren: „Mensen weten bijvoorbeeld vaak niet hoe gevaarlijk mazelen kan zijn, dat al gauw een op de vier personen in het ziekenhuis belandt en dat de ziekte niet te behandelen is - alleen te voorkomen met een vaccin.”

Het onderzoek heeft het RIVM dan ook gedaan om zicht te krijgen op sociaal-demografische factoren die een rol spelen bij het besluit van ouders om hun kinderen al of niet te laten vaccineren. In deze studie, die ook als preprint is gepubliceerd, zitten vrijwel alle kinderen die werden geboren tussen 2008 en 2020. Bij hen is op 2-jarige leeftijd gekeken wie de eerste BMR-prik heeft gekregen. „We wilden een beter beeld krijgen van de mensen die hun kinderen niet laten vaccineren”, zegt Hament.

Nu ziet Hament het „echt als ónze taak om mensen met een migratie-achtergrond beter te bereiken.” Inmiddels zijn er gesprekken gevoerd met mensen uit de doelgroep. „Daaruit komt naar voren dat het niet alleen ontbreekt aan kennis, maar ook aan vertrouwen in de overheid.” In 2008 werden kinderen met een migratie-achtergrond nog vaker gevaccineerd dan gemiddeld. Hament: „Er is echt iets veranderd afgelopen jaren, maar wat precies?”

Het kan ook weer de goede kant opgaan, denkt Hament. Ze noemt als voorbeeld de HPV-vaccinaties, waartegen lang grote weerstand bestond - „ook onder mensen met een migratie-achtergrond”. Vorig jaar is de HPV-vaccinatiegraad duidelijk gestegen. „Ook onder jongens”, zegt Hamen: „Het bewustzijn is echt aan het toenemen. Daar ben ik zo blij om.”

Lees het hele artikel