Een mysterieus ruimteplatform. Een team koene ruimtehelden. Verraad. Hyperkapitalisten. Een communistische cultus. Aliens. Gaten in de ruimtetijd. De game The Outer Worlds 2 vuurt in de eerste minuten nogal veel op de speler af. En toch – wonderlijk – weet het spel precies genoeg van elk ingrediënt in de mix te gooien dat je je nooit overladen voelt. Voor het weet zit je vol in het spel en ben je tien uur verder – en heb je rond al deze concepten al heel wat keuzes gemaakt.
Het is een knappe prestatie. De eerste Outer Worlds voelde in 2019 vooral als een zoethoudertje voor Xbox-fans en een startschot voor de strategieverandering van de excentrieke rollenspelmaker Obsidian. Nu geen rare culthits meer voor bestaande reeksen van andere makers, zoals Knights of the Old Republic II of Fallout: New Vegas, of creatieve experimenten in nichegenres als Tyranny. Nee: sinds Outer Worlds maakt Obsidian degelijke middenmoters die de grens tussen actiegame en rollenspel opzoeken, spellen die met een relatief bescheiden budget en beperkte ambities wat leuke dingen kunnen proberen zonder over de schreef te gaan.
The Outer Worlds 2 breekt niet met die ontwikkeling, maar voelt wel alsof Obsidian eindelijk de juiste balans heeft gevonden binnen deze formule. Je speelt een soort cowboy-agent van het Earth Directorate, een keurige verzameling good guys die in de kapitalistische hel van dit ruimte-universum proberen om losgeslagen grootkapitaal weer in het gareel te krijgen. In het kort: er zijn gaten in de ruimte gesignaleerd, vermoedelijk veroorzaakt door ruimtevaarttechnologie, jij en je team idealisten willen uitzoeken hoe het zit. Dan gaat alles fout. Voor je het weet kom je klem te zitten in de oorlog tussen het Protectorate, een soort communistische heilstaat waar burgers regelmatig naar heropleidingskampen worden gestuurd, en het cynische hoogkapitalisme van het gigantische bedrijf Auntie’s Choice.
Beeld Obsidian EntertainmentKeuzevrijheid
Kortom, de satire doordrenkt net als in deel één de hele game – alleen kiest de game hier slim voor iets meer diversiteit in dystopische samenlevingen. Zo voorkomt Obsidian dat het weer één grote brei reclamegrappen wordt. Wat wel is vastgehouden is keuzevrijheid. Je krijgt regelmatig de kans om op een of andere manier in te grijpen in het verhaal, met voorspelbare en minder voorspelbare resultaten.
Verfrissend is dat Obsidian niet zozeer elke keuze beloont als dat het realistisch is: de ethische beslissing op de korte termijn hoeft niet altijd op de langere termijn de beste te zijn. En als iedereen tegen je zegt dat die alien een hersenloos en hongerig monster is, moet je niet te beteuterd staan te kijken als hij dat dure voorwerp dat je ‘m net gaf ook voor je neus opvreet.
Ook qua speelstijl doet Obsidian zijn best om de speler flexibiliteit te geven. Uiteraard kun je al schietend de game door, maar interessanter zijn de andere mogelijkheden. De meeste gevechten kun je met een beetje moeite uit de weg gaan als je goed bent in sluipen of praten. Stop je je punten in oplettendheid, dan vind je gangen en verstopplekjes die je anders zouden ontgaan. Hacken, leiderschap, mechanisch vernuft – ze openen allemaal nieuwe wegen om de game door te spelen en houden je aandacht bij de actie.
Maar: net als deel één blijft dit een middenmotor, die omwille van het budget toch overal merkbare compromissen maakt. Geen enkel systeem is echt tot in de puntjes perfect – het schieten kan leuker, het sluipen preciezer. En net als in deel één is het vrijwel onmogelijk om de game door te spelen zonder een enkele mens om te leggen. Jammer, maar toch: Outer Worlds 2 blijft vele uren leuk.



/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data139084420-fabcba.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/10/24091646/241025WET_2020278092_windenergie.jpg)





English (US) ·