Een briljant staaltje campagnepolitiek. Zo is de wanvertoning rondom de deze week uitonderhandelde Voorjaarsnota met een cynische blik nog het best te omschrijven. Na een marathonsessie van 25 uur onderhandelen (lees: heroïek) kwamen de afgematte fractievoorzitters woensdagochtend uit het ministerie van Financiën gelopen. Allemaal met cadeautjes in hun mandje voor de eigen achterban. Extra geld voor defensie voor de VVD, boeren, spoor en wegen voor BBB, een ‘boodschappenbonus’ (eigenlijk een hogere huurtoeslag) voor de PVV en iets met bestaanszekerheid voor NSC. Er werd voor miljarden verspijkerd om al dit moois veilig te stellen. Wie de rekening daarvoor betaalt, bleef daarna dagenlang onduidelijk. Op zijn zachtst gezegd een onwenselijke situatie.
De jaarlijkse begrotingscyclus is bij uitstek gebaat bij controleerbaarheid, transparantie en een ijzeren ritme. Anders dan politieke botsingen over ideologie, heeft de begroting daadwerkelijk effect op de economische stand van het land. Toegeven aan de wensen van de een, leidt vaak tot een verslechtering van de positie van de ander. Gratis geld bestaat niet, en er gelden langjarige en Europese afspraken die de inkomsten en uitgaven van het rijk begrenzen. Een begrotingstekort is geen mening.
Dat dit kabinet daar de hand mee licht, blijkt wel uit het feit dat tot vorige week de Eerste Kamer nog goedkeuring moest geven aan een aantal departementale begrotingen voor het al vier maanden lopende begrotingsjaar. Met veel kunst- en vliegwerk kwam dat bijna allemaal goed, ook omdat sommige fracties in de senaat het domweg niet aandurfden een lopende begroting weg te stemmen. Chaos troef op financieel-economisch terrein.
Dat de onderhandelingen over de Voorjaarsnota deze week onder hoogspanning stonden, was geheel en al aan de coalitie zelf te wijten. Sinds de Miljoenennota van vorig jaar, zijn er voor vele miljarden aan wijzigingen aangebracht in de plannen. Deels door gewijzigde politieke inzichten (de btw op cultuur en media bijvoorbeeld), deels door tegenvallers (asiel) en deels door een veranderde werkelijkheid (defensie). Grote gemene deler bij de parlementaire behandeling van die onderwerpen was het gemak waarmee enerzijds een besluit werd teruggedraaid en anderzijds de rekening daarvoor werd doorgeschoven. De optelsom van al dat opportunisme was de gordiaanse knoop waarmee de Voorjaarsnota-onderhandelingen werden opgescheept.
Zo op het oog is het knap dat de vier partijen hun zelfgecreëerde probleem hebben weten op te lossen. Maar dat is schijn. De echt grote besluiten (klimaat, stikstof) zijn wederom doorgeschoven. Ook loopt het tekort meer op dan het Centraal Planbureau had berekend, omdat niet uitgegeven miljarden niet in ‘het saldo’ lopen, maar in latere jaren alsnog worden uitgegeven (de beruchte ‘kasschuif’).
Problematischer nog dan dat, is de manier waarop er onderhandeld is. De vier partijen kozen ervoor om alleen met minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) om de tafel te gaan, en andere bewindslieden buiten de gesprekken te houden. Het gevolg was dat zij donderdagochtend pas hoorden of zij er geld bij kregen of juist moesten inleveren. Het leidde tot verwarring en teleurstelling, niet alleen in de ministersploeg, maar ook bij bijvoorbeeld provincies die toegezegde gelden voor een Lelylijn zagen verdampen ten gunste van een Nedersaksenlijn en een paar N-wegen.
Wie inzoomt op de plannen, ziet dat ze wel degelijk pijn doen. De inkomstenbelasting gaat omhoog, net als de vermogensbelasting, het middelbaar onderwijs krijgt minder geld voor het helpen van kansarme kinderen, de werkloosheidsuitkering wordt met een half jaar ingekort, gratis kinderopvang uitgesteld, er verdwijnt 600 miljoen uit het Klimaatfonds en met de kaasschaaf moeten alle departementen de stijgende kosten voor inflatie deels zelf opvangen.
Het extraparlementaire experiment van deze coalitie loopt tegen zijn eigen grenzen aan, of is daar al doorheen. Het willens en wetens weghouden van vakministers, die met steun van hun ambtelijk apparaat wél weten hoe bezuinigingen of investeringen uitpakken, leidt tot ad-hoc-politiek die vaak meer kwaad dan goed doet. Visieloze koehandel zonder de echte consequenties daarvan te willen openbaren. Premier Schoof kon na afloop niets anders dan met zalvende woorden de eenheid benadrukken. Verder dan: „het kabinet is wederom net niet gevallen" lijkt hij niet te komen.
Wat resteert is het beeld van een coalitie die permanent in de campagnestand lijkt te staan. Het bedienen van de eigen achterban wordt boven het landsbelang geplaatst. Ook deze Voorjaarsnota is een toonbeeld van gestold wantrouwen: pakken wat je pakken kunt voordat de boel in elkaar stort. Zolang die dreiging boven elke onderhandeling hangt, blijven PVV, VVD, NSC en BBB vechten om electoraal aantrekkelijke kruimels. Het land is daar niet bij gebaat.