We maakten een wandeling over de Waaldijk, breed water, bosjes en geel riet, maar ook kassen en schoorstenen; je wilt het landschap mooi vinden maar het is dat maar zelden. Terug door het land achter de dijk en door het dorpje dat erdoor beschermd wordt. Geen mooi dorp. Aan een huis hangt een pamflet dat als tekst heeft: ‘Het kan mij geen reet schelen of asielzoekers hun eige thuis voelen’ en vervolgt met ‘wij willen ons thuis voelen in ons eigen land zonder moordenaars en verkrachters’. Duidelijk.
‘We houden van je, Europa, en we houden van de vrijheid die je ons hebt gebracht toen we als vluchtelingen naar je toe kwamen en het racisme negeerden dat jij onder het tapijt probeert te schuiven als je de woonkamer aanveegt’, las de Palestijns/Syrische dichter Ghayath Almadhoun voor tijdens een optreden op het Nijmeegse Wintertuin-festival. Hem was een aantal jaar geleden gevraagd, door de Zweedse academie geloof ik, hij is Zweeds staatsburger, een ode aan Europa te schrijven. Vond hij moeilijk, dus hij vroeg of hij vrij was om te schrijven wat hij wilde en ja hoor.
Nou, daar ging-ie dan. Zijn ‘Ode aan het verdriet’ herhaalt (in de vertaling van Djûke Poppinga) steeds: ‘We houden van je, Europa’. ‘We’ zijn dan niet de Europeanen, maar degenen die van buiten komen: ‘vanuit ,,de derde wereld” zoals jullie zeggen.’ Deze ‘we’ proberen zich niet gek te vervelen bij steeds weer die vragen naar de positie van de vrouw in Syrië terwijl de Zwitserse vrouwen pas 22 jaar later stemrecht kregen. De toon wordt snel grimmiger: ‘Jij, moordenaar van oorspronkelijke inwoners (…) Jij, met je inquisities. Jij die vrouwen verbrandde omdat het heksen zouden zijn. Jij, meester van de slavenhandel. (…) Jij, die de vernietiging van de Joden hebt bedacht, (…)[en die] in al je schaamteloosheid met Palestina, mijn land, compensatie hebt betaald.’ De concentratiekampen, de islamofobie – alles komt voorbij in die ode die ook heus goede dingen noemt (vrijheid van meningsuiting, rechtvaardige wetten en mensenrechten enz.)
Dat er veel is om je voor te schamen, wil niet zeggen dat er niets is om te verdedigen
Zat de hele zaal zich te schamen terwijl we daarnaar luisterden? Ik had het gevoel van wel.
Ik in ieder geval, vooral omdat ik altijd nogal trots ben geweest op Europa, ondanks alles wat er, tuurlijk, tuurlijk! niet deugde. Maar onze beschaving! De tempels, de tragedies, Shakespeare en Bach, Paula Modersohn en Angela Merkel, de bewegingsvrijheid, de (ik kuch het woord nu maar een beetje weg) tolerantie. Op een of andere manier wist ik al dat soort dingen zo uit te vergroten, dat de schaamte niet veel kans kreeg.
Gek is dat, dat je in het verleden begaan onrecht zo makkelijk terzijde schuift, juist omdat je het schandelijk vindt, want dan heb je daar dus (dus!) niets mee te maken. Maar je voelt je wèl horen bij wat goed en mooi en prijzenswaardig is. En voor de zoveelste keer vroeg ik me af tot welk geheel je behoort en in hoeverre je je daarmee moet vereenzelvigen, een onderwerp waar ik nooit helemaal uitkom.
Ten overstaan van een Syrische dichter voel je je in ieder geval heel klein, met je gedweep met ‘het oude Europa’ dat, zoals hij zei helemaal zo oud niet is, denk aan Egypte, Mesopotamië, Perzië.
Toch, ondanks de schaamte voor mijn al te makkelijke ingenomenheid met Europa, heb ik nog steeds behoefte om me Europeaan te voelen, nu misschien wel meer dan ooit. Dat er veel is om je voor te schamen – zie de Betuwse dorpsstraat – wil niet zeggen dat er niets is om te verdedigen. Of zelfs om van te houden.
De journalistieke principes van NRC


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/15201342/151225VER_2027188211_ChanoekaZuidas.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/15214733/141225VER_2027123891_-1.jpg)

English (US) ·