De situatie voor het noordwesten van Nederland ziet er niet best uit. Een enorme wolkbreuk leidt tot wateroverlast, tien dagen lang, in een gebied met vier miljoen inwoners. Het waterpeil is al twintig centimeter gestegen en het Amsterdam-Rijnkanaal staat op punt van overlopen. In de polders rond het dorpje Schalkwijk levert defensie met een Chinook-helikopter zandzakken en een noodpomp aan. Maar is het genoeg? Of gaan we dit gebied, met melkveehouders en pittoreske dorpjes, bewust onder water zetten, ter bescherming van de steden?
Het is wat moeilijk voor te stellen deze donderdagmiddag, hier aan de Kanaaldijk in Schalkwijk, pal onder Houten. De weilanden in dit buitengebied zijn weliswaar wat zompig en vol ganzenpoep, maar de zon schijnt volop en in het Amsterdam-Rijnkanaal klotst het water op gebruikelijk peil tegen de oevers.
Alleen het gemaal van de Kerkelandwetering, een onopvallend bouwwerkje gelegen aan een sloot, draait op iets meer toeren. Op verzoek van defensie, die vandaag wil oefenen met zandzakken plaatsen in stromend water. Dat bleek in 2021 bij de overstromingen in Valkenburg, ook veroorzaakt door zware regenval, lastiger dan gedacht. Toen werd duidelijk dat het stapelen van vierkante zakken effectiever is in de strijd tegen het water dan ronde.
Zandzakkunde is een heuse discipline. En zo zijn er meer onderdelen die bij Operatie Wolkbreuk dezer dagen de aandacht krijgen. Dijkbewaking, mobiele keringen plaatsen, strategie bepalen. De tweejaarlijkse oefening, uitgevoerd door waterbeheerders en defensie, duurt ruim twee weken, met theorie- en praktijktraining. Het is bedoeld om Nederland in tijden van klimaatcrisis te beschermen bij plotseling noodweer, zoals onlangs in Valencia voorkwam.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/06183912/061125BIN_2022207072_2.jpg)
De chinook zet de waterpomp neer.
Foto John van HamondGedegen voorbereiding, dat is het idee. En laat dat maar aan de organisatoren over. In het weiland bij Schalkwijk, waar de Chinook elk moment zijn noodpomp kan droppen, zijn deze middag met rood-wit lint twee persvakken ingericht. Er lopen mensen in gele, paarse, oranje en blauwe hesjes, op de dijk deelt een medewerker lupa’s uit (lunchpakketten) en vanaf de dijk stromen twee touringcarbussen leeg. De bezoekers, ambtenaren, doorstaan met hun stevige schoenen moeiteloos de zompige wei.
Voor de pers is er keuze uit een rits woordvoerders. Defensie heeft er alleen al drie paraat. Eén van de Luchtmacht, vanwege de Chinook. En militair gezien is Utrecht deel van Landmacht regio Noord, dus ook die woordvoerder is aanwezig. Net als die van de 43 Gemechaniseerde Brigade in Havelte, waar het tiental militairen op het weiland deel van uitmaken. En ook die van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, dat het gemaal onderhoudt, is van de partij. Onder de bezoekers vandaag zijn medewerkers van drie andere betrokken waterschappen aanwezig, plus die van Rijkswaterstaat, drie Provincies en meerdere Veiligheidsregio’s.
In Nederland ligt zowat alles laag, ons land is maar berekend op een bepaalde hoeveelheid regen en je kunt al dat water niet zomaar ergens kwijt
Niet voor de bühne
„Samenwerken, dat is eigenlijk wat we hier oefenen”, zegt Jeroen Haan, wachtend op de Chinook. Hij is de dijkgraaf van het hoogheemraadschap en weet: het militair jargon en dat van de burgerij kan verschillen. Bovendien: hoe hoger op de escalatieladder, des te meer betrokken partijen, des te meer noodzakelijk overleg. En juist bij rampen, zegt hij, is het handig als iedereen elkaar alvast een beetje kent. Een gezicht, een telefoonnummer, dat helpt. „Zodat je weet hoe de ander gebakken is.”
„En er komt steeds meer ellende bij”, zegt Haan. Vandaag gaat het nog om zandzakken, maar volgende week is de escalatie compleet – dan is het land nog verder ondergelopen. „Daarom zullen we ook nog oefenen op strategisch niveau. Hoe gaan we in een crisis besluiten nemen? Hoe wegen we de verschillende belangen?”
Foto John van Hamond „Kijk, niemand wil natuurlijk dat zijn woning onder water komt te staan”, zegt Cis Apeldoorn, in het weiland turend naar de lucht. Ze is als secretaris-directeur van het hoogheemraadschap een van de organisatoren van de oefening. „Maar in Nederland ligt zowat alles laag, ons land is maar berekend op een bepaalde hoeveelheid regen en je kunt al dat water niet zomaar ergens kwijt.”
Zo’n oefening, zegt ze, is „absoluut niet voor de bühne”. Want je zult juist op voorhand – „in de koude fase” – moeten bedenken welk deel van het land je laat vollopen met water. „Wat is reëel? Waar heb je de minste schade, de meeste herstelkans? Kies je voor het grasland, of voor een bejaardentehuis?”
En ah, daar klinkt in de verte dan eindelijk het geronk van de Chinook. Cis Apeldoorn, voorbereid op alles, doet haar oordopjes alvast in.


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/06191946/061125VER_2022484771_.jpg)

/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/06164053/061125SPO_2022462671_1.jpg)






English (US) ·