Winkels met tweedehands kleding rukken op in de winkelstraat: ‘We doelen op de massa’

20 uren geleden 2

In de Kilo Kilo Store, een vintagewinkel in het Utrechtse winkelcentrum Hoog Catherijne, houden vier jongeren elkaar kleding voor. „Zullen we ascots weer trendy maken?” vraagt er een grappend. Hij vist een kleurig mannensjaaltje uit een bak.

Van de groep vrienden wil Robin (15) wel uitleggen waarom hij vintagekleding koopt. Sinds dit jaar experimenteert hij met verschillende stijlen, en hij vond de zijne in tweedehands kleding „van de jaren tachtig, negentig, tweeduizend”. „Wat nu in de winkels ligt, is gewoon minder leuk. Iedereen lijkt zo op elkaar.”

Hij plukt aan zijn crèmekleurige, wijde hoodie met Aziatische draken erop. „Dit heb ik ook gethrift, toen ik in Amerika was.” Robin doet aan skateboarden, daar haalt hij inspiratie uit. „Skaters hebben een eigen stijl. Ik denk dat vintagekleding daar goed bij past, omdat die stijl ook nog een beetje betaalbaar is.”

A-locaties

Het aantal tweedehandskledingwinkels is de afgelopen twaalf jaar met 40 procent toegenomen, van 516 begin 2013 naar 723 in juli dit jaar, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel. Waar menig reguliere retailwinkels op A-locaties verdwijnen door de concurrentie van webshops, rukken vintagewinkels op de betere plekken in de Nederlandse winkelstraten op.

Het gehuurde pand van Kilo Kilo lijkt voor grote modeketens ontworpen: een hoge industriële ruimte, grote schuifdeuren, ramen van vloer tot plafond. Filiaalmanager Raissa Suraya (29) kan zich niet in die associatie vinden, laat ze vanachter de toonbank weten: „Ik mag toch hopen dat het hier niet op Primark lijkt. Dat is vloeken in de kerk hoor, alles wat wij niet willen zijn. Ik heb zó over de inrichting nagedacht.”

De winkel is net twee weken open. Om de aandacht te vestigen op circulariteit, hergebruik en tweedehands, hangen in het midden manshoge bokszakken, gemaakt van oude spijkerbroeken.

Een een winkelmedewerker van de Kilo Kilo Sore weegt kleding van een klant bij de kassa. Foto Dieuwertje Bravenboer

De winkel verkoopt vooral vintagekleding. Dat zijn kledingstukken van minimaal twintig jaar oud, die toen in betere kwaliteit gemaakt werden dan de hedendaagse fast fashion, zegt manager Suraya.

Rommelige achterafwinkels

De verkoop van tweedehandskleding was ooit marginale handel, vanuit rommelige achterafwinkels en dumpzaken. Maar oud is niet vies meer, voor de Nederlandse consument. Aan vintage mag inmiddels een prijs hangen van menig winkelstraatmodemerk. De kleding gaat bij Kilo Kilo voor 35 euro per kilo over de toonbank – daar krijg je dan grofweg vier T-shirts voor.

„We willen af van het wierookgehalte dat tweedehandswinkels hebben”, zegt Jelle Jonker, mede-oprichter van Kilo Kilo, aan de telefoon. Hij en zijn compagnon, skaters met een achtergrond in evenementenorganisatie, begonnen vijf jaar geleden, tijdens de coronapandemie met een tijdelijke winkel op verzoek van het (toenmalige) Utrechtse Filmcafé. „Door corona waren de grenzen dicht en was vintagekleding daardoor plots goed te krijgen. We reden met een busje op en neer om de locatie die we gehuurd hadden te vullen met kleren. Om de kleding te sorteren gaven een we een sorteer-cocktailparty voor vrienden die ons kwamen helpen.” Het concept bleek een groot succes. „We zijn als een soort rondrijdend circus meer kledingevenementen gaan organiseren.”

Zonnebrillen passen in de Kilo Kilo Store. Foto Dieuwertje Bravenboer

Intussen hebben ze zes vestigingen in Nederland. Binnenkort opent een zevende in Groningen. „We willen dat mensen als ze naar het winkelcentrum gaan, zeggen: we gaan naar H&M én Kilo Kilo. Dat we in één adem genoemd worden, en dat het grote merken inspireert te verduurzamen. We doelen op de massa.”

Kringloop lift mee

Kringloopwinkels leunen op donatie van kleding en spullen. Soms worden die met, soms zonder winstoogmerk verkocht, voor een lage prijs. Hun aantal nam de afgelopen jaren iets af, van 2.063 in 2017 naar 1.813 dit jaar.

Moeten we ons zorgen maken over de toekomst van de kringloop? Gert-Jan Dekker, directeur van de kringloopketen Rataplan, denkt van niet. Zijn keten breidde afgelopen jaren juist uit.

Wat nu in de winkels ligt, is gewoon minder leuk. Iedereen lijkt zo op elkaar

„De markt voor tweedehands kleding is groot genoeg voor kringloopwinkels én vintagewinkels”, zegt Dekker. Zijn sector lift volgens hem mee op de toegenomen populariteit van vintagekleding en spelen daar op in: ook Rataplan is een eigen vintagecollectie begonnen, die vintagekleding aanbiedt. Het grote voordeel dat kringloopwinkels volgens hem bieden: „Het is hier veel goedkoper.” De stukprijs van kleding in de kringloop ligt vaak onder een tientje. Prijs blijft de belangrijkste reden voor consumenten om tweedehands kleding te kopen, gevolgd door duurzaamheid, volgens een recente peiling van ING.

Lees ook

In het VK lopen liefdadigheidswinkels goed

Een rij van vier charity shops, Shelter, British Red Cross, Marie Curie en Arthritis Research UK in de Noord-Engelse plaats Bolton.

Vintagewinkels doen meer aan voorselectie dan kringloopwinkels, wat de prijs opschroeft. Kilo Kilo selecteert in drie fases: bij het inkopen van Amerikaanse en Europese kleding in bulk, in het magazijn, en bij het filiaal. Doel: vintagekleding presenteren in de stijl van de winkel.

Het is die selectie, die vintagewinkels uiteindelijk toegankelijker maakt voor de massa dan kringloopwinkels, denkt Jonker. „De producten die wij inkopen vormen samen 1 procent van de grote kleding-afvalstroom”, zegt hij. Textielsorteerbedrijven sorteren vintage bulk vaak al voor, ter aanbieding aan vintagewinkels. „Maar als je een kringloop hebt, krijg je die hele afvalstroom aangeboden bij de inname. Bij de kringloop moet je daardoor als klant veel beter zoeken om dezelfde items te vinden.”

Ook spijkerbroeken gaan per kilo de winkel uit. Foto Dieuwertje Bravenboer

Voor vintageliefhebbers is zoeken lastiger geworden door het toegenomen volume en de afgenomen kwaliteit van kleding in de laatste twintig jaar – door de opkomst van fast fashion, met ketens als Zara, H&M en Primark en recentelijker kledingplatforms als Boohoo, Shein en Temu. De meeste kleding die nu in Nederlandse textielbakken terechtkomt, wil niemand meer hebben. Bedrijven die textiel inzamelen, puilen uit, waarschuwde brancheclub Vereniging Herwinning Textiel in september vorig jaar.

„Er zit in containers nog steeds genoeg mooie kleding”, zegt Dekker van Rataplan, „hooguit is het percentage afgenomen dat winkelkwaliteit heeft en groeide het percentage dat voor recycling bestemd is.”

Het aanbod van Rataplan komt deels uit textielbakken, deels uit donaties en inboedels. Fast fashion bieden ze daar ook aan, en dat verkoopt, zegt Dekker, „omdat het vaak kort gedragen is en modieuze kleding betreft”. Wel hangen ze er doorgaans een lagere prijs aan dan aan andere kledingstukken.

Twee verschillende dingen

„Tweedehands en vintage zijn twee verschillende dingen geworden”, zegt de Duitse Lara Beekmann (21) in Kilo Kilo. Met haar moeder en vader is ze een dagje uit in Utrecht. Ze trekt een glimmende, blauwpaarse feestjurk met franjes van het rek. „In het kleine stadje waar ik woon, staat al zo’n twintig jaar zo’n kringloopwinkel, ik zie daar nooit iemand naar binnen gaan. Maar blijkbaar komen mensen daar wel, want hij bestaat nog steeds. Er zijn heus nog steeds oma’s die omadingen kopen.”

Tweedehands kleding is overal gangbaarder geworden, merkt ze, door de populariteit van vintage. „Toen ik vintage begon te dragen, was dat nog niet cool in kleine dorpen. Ik werd er heus niet mee gepest, maar je merkt toch dat anderen het raar vonden dat ik flared spijkerbroeken droeg, omdat het anders was.”

Dat taboe is weg, merkt ze. Ook bij haar ouders, die met haar door de kledingrekken neuzen. „Die vonden het eerst niks dat ik gebruikte kleding droeg, maar nu vinden ze het leuk om mee te gaan.”

Net als andere detailhandel concurreren tweedehands winkels met online platforms als Vinted en Marktplaats. Voor skater Robin en zijn vrienden blijft het speuren naar unieke kledingstukken ook gewoon een leuke, gezamenlijke activiteit. „Je kunt in de winkel een beetje rondkijken.” Een vriendin heeft inmiddels paarse zonnebrillen gevonden, die de groep van vier opdoet voor een selfie.

Lees ook

Domweg gelukkig in de kringloopwinkel

Domweg gelukkig in de kringloopwinkel

De troef van tweedehands winkels is dat mensen die er winkelen niet altijd naar iets specifieks op zoek zijn. Dat „rondkijken” blijft een ervaring die webwinkels niet kunnen bieden, denkt Jonker. Kilo Kilo laat hun kledingverkoop dan ook overlappen met andere evenementen: ze staan regelmatig op festivals, organiseren skateboardwedstrijden en zeefdrukworkshops. „Je moet het zo leuk maken dat het een uitje wordt om op zoek te gaan naar een goeie vintagevondst.”

Lees het hele artikel