Alle asielzoekers het land uit, zegt de activist, maar Danny Ghosen mag blijven

2 dagen geleden 4

De onverschrokken verslaggever Danny Ghosen begint zijn nieuwe documentaire Danny en de asielzoekers (Videoland) op het Malieveld in Den Haag waar fascisten en hooligans vorige maand inbeukten op politie en pers. Dezelfde activisten komt hij tegen bij plaatselijke betogingen tegen azc’s. Ghosen kwam zelf ooit als asielzoeker naar Nederland dus hij begeeft zich in het hol van de leeuw.

In Den Haag kwam de verslaggever met de schrik vrij. Hij werd uitgescholden door een neonazi, zo bleek eerder, maar dat zit niet in de documentaire. Een betoger zegt dat hij terug moet naar Libanon, ook al woont Ghosen hier al 32 jaar en heeft hij een Nederlands paspoort.  

Interessant is een bezoek aan de keet van activist Jan Huzen. Met zijn handlangers probeert hij asielzoekers bij de grens tegen te houden, hij is eerder veroordeeld wegens opruiing. Tegen Ghosen zegt hij:  „Jij brengt het land in gevaar”. Een vrouw aan zijn rechterzijde zegt dat mensen uit warme landen heethoofdiger en dommer zijn. Nee, racisten zijn zij ze niet. Als Huzen vervolgens een definitie van ‘racist’ formuleert, en tot zijn verbazing concludeert dat hij daar zelf aan voldoet, houdt hij toch vol dat hij geen racist is. Later wordt Huzen steeds amicaler, hij slaat zijn armen om Ghosen heen en zegt: „De rest eruit en jij mag blijven”.

https://youtu.be/JlzKtebFxLo?si=KbT_rAriMoR7fTkg

Tussen de lange, deprimerende reeks beelden van heethoofdige rechtsradicalen, zitten meer gedenkwaardige scènes. Zo bezoekt Ghosen een barbecue van de Freedom Fighters –als bikers ogende activisten die ook op het Malieveld stonden en geregeld bij azc’s zijn te vinden. Volgens onderzoeker Léonie de Jonge van de RUG lijkt het erop dat dit een extreemrechtse groep is. Bij de barbecue vraagt een vrouw Ghosen naar zijn geschiedenis. Geïnteresseerd hoort ze zijn verhaal aan – hoe hij als vijftienjarige alleen naar Nederland kwam en hoe zwaar het was om hier zijn weg hier te vinden. Ghosen is geroerd door deze blijk van interesse en empathie uit onverwachte hoek.

Emiel en zijn buurman Bahaa

Ook gedenkwaardig is de scène met boze buurman Emiel. Die protesteert tegen de komst van een gezin van statushouders in zijn straat. Hij heeft een bord geplaatst waarop staat dat ze niet welkom zijn. Terwijl Ghosen hem voor zijn deur interviewt, komt de nieuwe Syrische buurman Bahaa net aanwandelen. Ghosen begint te tolken in het Arabisch en brengt zo de buren iets dichter tot elkaar. Emiel bromt, met zijn handen in zijn zakken: „Leg hem de borden maar eens uit. Dat het niet persoonlijk bedoeld is”.  Met Ghosen bij de nieuwe buurman op bezoek wil hij niet: „Nee, Formule 1”.

Bahaa brengt Ghosen aan de andere kant van het verhaal: het zware lot van asielzoekers. Bahaa zegt dat hij erg geschrokken was van Emiels bord. Hij was bang dat de buurman hem zou aanvallen. Ghosen volgt ook de Nigeriaanse asielzoeker Dupe. Ze heeft twee jonge kinderen, ernstige nierproblemen, en ze moet na acht jaar procederen het land uit. Een Nederlandse vrouw die Dupe en andere vluchtelingen helpt, zegt over de haat tegen asielzoekers: „Je moet arme mensen niet de schuld van de armoede geven”.

Op het eind zien we Bahaa zijn vrouw en drie schattige dochtertjes ophalen uit het azc. Met koffers en een enorme knuffelbeer lopen ze naar hun nieuwe woning, waar boze buurman Emiel ze onwennig begroet. „Uiteindelijk zijn we allemaal mensen”, zegt Bahaa. „Mensen met een ziel.”

Lees het hele artikel