Mijn zoon, eeuwige bron van inspiratie, vertelde dat hij op Instagram had gelezen dat Donald Trump het Amerikaanse publiek opriep om geld te doneren zodat hij een grotere kans had om toegelaten te worden in de hemel.
Ik verklaarde het ‘fake news’, want zeg nou zelf; het idee dat een steenrijke president die net nog zijn huis met bladgoud heeft laten behangen, het armlastige kiesvolk vraagt om een aalmoes – dat is te gek voor woorden.
Ik sprak mijn zoon bestraffend toe en zei dat hij eerst de bronnen moest checken voordat hij onzin de wereld in slingerde. Hij reageerde een paar minuten later met een link via WhatsApp. Daar stond het, op de website van Newsweek: in een fondsenwervende email met de titel ‘I want to try and get to heaven’ kondigde de president aan dat zijn achterban 24 uur de tijd had om 15 dollar aan hem over te maken, opdat hij zijn goddelijke roeping kon vervullen.
De wereld wordt gekker en gekker, denk ik soms. En dan niet leuk gek, in de zin dat we alle reserves loslaten en door de straten dansen en elkaar kushandjes toewerpen. Maar gekker, als in donkerder. Kwaadaardiger. Zoals vorige week, toen door heel Nederland fietsprotesten waren georganiseerd om bewustwording te creëren over de onveiligheid van vrouwen. De aanleiding was de moord op de 17-jarige Lisa, die ’s nachts door een asielzoeker was aangevallen en vermoord. In zo’n twintig steden stapten vrouwen vervolgens op de fiets, met borden en leuzen waarmee ze de nacht terugeisten. Een mooi en belangrijk initiatief, lijkt me.
Tot mijn verbijstering las ik dat bij al die optochten, op verschillende plekken in het land, vrouwen ernstig waren lastiggevallen. Het ging van verbaal geweld – ze zouden ‘hoeren’ zijn en ‘vieze feministen’ of ‘te lelijk om verkracht te worden’ – tot aanranding, waarbij omstanders zich tussen de protesteerders begaven en meisjes in hun billen knepen of probeerden te kussen.
In de verslagen die daarna naar buiten kwamen, leek het alsof deze mannen niet alleen agressief maar vooral ook boos waren. Waarom, vroeg ik me af. Niemand kan het immers oneens zijn met het idee van een wereld die veilig genoeg is voor meisjes van zeventien?
Toen begreep ik het. De woede kwam vooral van mannen die vonden dat niet zij – de mannen in het algemeen – maar zwarte mannen het probleem waren. Lisa was immers door een asielzoeker vermoord. Niet door een ‘gewone’, witte, Hollandse jongen. De optochten vormden daarom voor hen een provocatie. En om te bewijzen dat doorsnee Hollandse mannen geen gevaar vormen voor vrouwen, bedreigden ze de vrouwen en scholden hen uit. Om te laten zien dat zij geen verkrachters waren, randden ze hen aan.
Waar is de logica? Ik zie haar niet, en ik doe echt mijn best. Mijn natuurlijke reactie op zulke berichten is dat ik de gedachte erachter wil ontleden. In de verwachting dat mensen gevoelig zijn voor rede, zou ik tegen Trumps volgelingen willen zeggen dat er geen relatie is tussen geld en goedheid, en dat als er al een hemel bestaat, alleen dat laatste je verzekert van een plaatsje. Aan de mannen die vrouwen aanvallen om te bewijzen dat ze geen gevaar lopen, zou ik vragen om me uit te leggen hoe dat nou werkt, in hun hoofd.
Maar er lijkt geen plek voor de rede in de werkelijkheid. Dit is wat het is: bokkesprongen die, hoe gek ze ook lijken, onze ware aard tonen. En misschien wordt de wereld niet gekker en gekker, maar is het altijd zo geweest dat de werkelijkheid vreemder is dan fictie. Wat de schrijver rest, is het na te vertellen – met woorden die tekortschieten.
Karin Amatmoekrim is schrijver en letterkundige. Ze schrijft om de week op deze plek een column.