Er geldt dinsdag een uitgaansverbod in de Nepalese hoofdstad Kathmandu, maar dat lijkt geen stand te houden. Vanaf het middaguur vinden weer grote protesten plaats, demonstranten trekken naar de huizen van politici, uit woede om de negentien doden en zeker honderd gewonden die maandag vielen door politiegeweld tegen de jonge demonstranten. Premier Khadga Prasad Oli maakte dinsdagmiddag via zijn woordvoerder zijn aftreden bekend.
Een dag eerder besloot de minister van Binnenlandse Zaken al op te stappen. En inmiddels is het verbod op 23 socialemediaplatforms, dat vorige week werd ingesteld, teruggedraaid.
Jonge demonstranten
Het verbod op het gebruik van sociale media was de directe aanleiding voor de demonstranten om de straat op te gaan. De duizenden mensen die in Kathmandu aanwezig waren zagen de maatregel als symbool van een politieke elite die hen onder de duim wil houden – zonder beloften over anti-corruptiemaatregelen en economische kansen na te komen.
De oproerpolitie zette traangas, rubberkogels en waterkanonnen in, en schoot volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International ook met scherp. Dat gebeurde nadat demonstranten door de barrière braken bij het parlementsgebouw, die zoals vaker bij demonstraties in Kathmandu breed was afgezet. De buitenmuren zijn inderdaad flink gehavend, is te zien op foto’s. Volgens de demonstranten was hun protest vredelievend; zij schrijven het vandalisme toe aan ‘infiltranten’.
De beelden van de escalatie staan dinsdagochtend bij veel Nepalezen op het netvlies gebrand. Op sommige foto’s is te zien dat jongeren in schooluniform – wat erop zou duiden dat ze achttien of jonger zijn – gewond raakten. „Van sommigen heb ik gezien hoe hun hersenen tegen de straatstenen zijn geschoten”, de beschrijft Asheem Man Singh Basnyat beelden die hem werden toegestuurd. Hij deed maandag mee aan de protesten, maar stond wat verder weg. Hij hoorde wel schoten, vertelt hij telefonisch.
Basnyat is een bekende tech-entrepreneur in Nepal en directeur van bestel-app Pathao, voor maaltijden, ritten en koeriersdiensten. Hij liet zich de afgelopen dagen kritisch uit over het socialemediaverbod en mengde zich in de publieke discussie over de steeds bredere onvrede. „Uiteindelijk steunde ik de oproep van jongeren om te demonstreren.”
Inkomen
De blokkade van online platforms leidde niet alleen in Nepal tot ophef, ook internationaal werd de maatregel bekritiseerd als censuur. Volgens Basmyat zou de ban een verregaande belemmering zijn van het dagelijks leven in Nepal. „Tienduizenden mensen zijn afhankelijk van online platforms voor hun inkomen. Influencers of onafhankelijke journalisten, maar ook mensen die kleine bedrijfjes hebben en via sociale media zaken doen.” Of zo’n bezwaar niet eerder bij de overheid onder de aandacht was gebracht? „Een overheid die bereid blijkt om jongeren op straat neer te knallen, bekommert zich duidelijk niet om de levensomstandigheden van zijn burgers”, schampert Basnyat.
Volgens premier Oli was een strakkere regulering van sociale media nodig om de „nationale eenheid” en „nationale belangen” te bewaken. Er bestaan zorgen over misinformatie en polarisatie. De regering zag echter onvoldoende in hoe belangrijk sociale media zijn, met name voor jongeren, om „gelijkgestemden te vinden”, zegt oud-journalist en politiek analist Akhilesh Upadhyay tegen NRC. „Blokkade of niet, deze jongeren weten zich toch wel online te organiseren, gewoon via VPN’s.” De boodschap die de regering met de ban overbracht, zagen ze echter als een schoffering door de overheid, die zich op die manier „veilig had gewaand om geen kritiek van de mensen te hoeven krijgen”.
Ook in andere Nepalese steden, onder meer in Pokhara gingen dinsdag demonstranten de straat op. zijn opnieuw demonstraties. Upadhyay betwijftelt of het terugdraaien van de ban „het momentum” nu zal beteugelen. Bovendien is „geen verantwoording afgelegd” voor de doden. „Dat is het minste wat er nu moet komen.”